Sportcolumn David Steegen: de bevrijding
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
De avond voor de schok tegen Club Brugge, een potentiële kampioenswedstrijd - paars-wit moet drie punten in vijf wedstrijden halen -, dineer ik met enkele vrienden in de betere buurten van Kapellen (Antwerpen). Het gezelschap kleurt West-Vlaams, Oost-Vlaams, Antwerps en Brussels. Er zitten enkele Bruggelingen tussen. Goede vrienden - maar niet als het om voetbal gaat.
Het meesterschap van paars-wit wordt niet betwist. Anderlecht verdient weer eerbied. Maar de titel in Brugge winnen "zal geen waar zijn." De Bruggelingen van het gezelschap herhalen wat Hoefkens, de harde, onverzettelijke en sportieve verdediger van FCB, verklaarde in de weekendkranten: "Over mijn lijk, RSCA wordt nooit kampioen in het Jan Breydelstadion."
Ik hoop erop, maar durf het niet te geloven. Het is eeuwen geleden dat we nog in Brugge konden winnen. Ook de bestuursleden willen niet toegeven aan ongeluk brengend optimisme. Voordat we naar het Venetië van het Noorden afzakken, vertrouwt een ijzig kalme Mister Michel Verschueren ons toe dat een punt volstaat. Daarna afmaken in het eigen stadion tegen KAA Gent. "Niets mooier dan thuis kampioen worden," beweert de ouderdomsdeken van Sporting. Hij zal het wel weten. Mister Michel heeft achttien titels meegemaakt.
En toch. Ik ben het niet met hem eens. Het is genoeg geweest. De titel vieren bij de rivaal vervolledigt de overmacht. Dan weet de wereld meteen wie de beste is. Ik durf het niet te dromen. Mijn eerste seizoen op de club. Meer dan tachtig procent van de punten behaald, de harten van Europa veroverd met mooi en opvallend voetbal. Jeugdig spel, ontstaan uit het genie van de strenge, maar rechtvaardige voetbalvader Ariël Jacobs. Misschien wordt hij wel de derde trainer, na Bill Gormlie en Pierre Sinibaldi, die meer dan drie jaar na elkaar de eerste ploeg mag coachen. Hij zal me tegenspreken - want het zijn altijd de spelers die het moeten doen -, maar Ariël is de mentor van het dartele voetbal.
De zon schijnt over Brugge die Scone . Zo hoort voetbal te zijn. Wie vandaag wint, zet een grote stap. De ene, Club, is dan bijna verzekerd van de tweede plaats, de andere, RSCA, is dan kampioen na een slopend seizoen. RSCA heeft al voor hetere vuren gestaan.
In Brugge is de ontvangst allerhartelijkst. Vriendelijke suppoosten leiden ons beleefd naar onze plaatsen. Tijdens de rust, paars-wit leidt, kom ik bevriende Club-supporters en bestuurders van de tegenpartij tegen. Ik krijg al felicitaties. Ik wimpel ze af. Vorig seizoen heeft ons geleerd dat het pas binnen is als het mathematisch zeker is.
We geven voetballes. 1-2 eindstand. We zijn eindelijk kampioen. Na het laatste fluitsignaal springt de bank op en snelt, samen met de spelers, naar het uitvak. Ik sta in de spelerstunnel en wil het veld op lopen en dansen en juichen. Me even verliezen in de roes. Het mag niet. Ik ben niet thuis.
We krijgen felicitaties van de tegenpartij. Filips Dhondt, de CEO van blauw-zwart, heeft champagne laten klaarzetten in onze kleedkamer. Klasse. We snellen terug naar Brussel om te vieren met de duizenden supporters die naar het Constant Vanden Stockstadion. De mensenzee is indrukwekkend. Iedereen gaat uit de bol. De hoofdstad van het Belgische voetbal is ook die van het land. Brussel is bevrijd.
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.