Sportcolumn David Steegen: Familie
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
Mijn vrouw gaat eerst de kinderen oppikken in Kinepolis. Onderweg wordt aan een rood licht de autoruit ingeslagen en de handtas meegegraaid. Een verloren zondagmiddag in Brussel. Het incident laat diepe sporen na. De snoodaards zijn met vier. Goed georganiseerd, jonge jongens in designerjeans en met hippe baseballpetjes. Een moedige buurtbewoner is getuige en rijdt de boefjes, tevergeefs, achterna. Burgerzin bestaat nog. Gelukkig zitten de kinderen nog niet in de auto.
Als geboren en getogen Brusselaar ben ik wel wat gewoon. De auto's worden regelmatig bekrast, de inbraakpogingen zijn legio in onze wijk, het Elisabethpark tegenover ons huis is regelmatig het toneel van aanrandingen, en de metro is niet bepaald de veiligste plek van de hoofdstad. Ik weiger toe te geven, maar de tolerantiegrens is stilaan bereikt. Begrijpelijk. De buurvrouw van een kennis, over de zeventig jaar jong, is lafhartig en op klaarlichte dag aangevallen in het park en heeft de overval zelfs niet aangegeven. Onveiligheid heerst. Daar kan geen positief geformuleerde statistiek tegenop. Slachtoffer zijn van één aanval per jaar is genoeg om een volledig gezin de stad uit te jagen.
Mijn vrouw beslist, na lang aandringen, toch naar het etentje te komen. Onderweg worden de kredietkaarten geblokkeerd en paperassenwerk geregeld. De sloten dienen ook vervangen worden. De reservesleutels van het huis zaten - uitzonderlijk - in de handtas.
De dag na de overwinning komt een jongen, 's middags, een van de identiteitskaarten van de kinderen terugbrengen. 'Gelukkig' is mijn oudste dochter ziek thuis. Een test om met de reservesleutels binnen te kunnen? Waarschijnlijk. De overwinning op Standard verdwijnt even naar de achtergrond. Mevrouw de voorzitter vertelt dat het haar al drie keer overkomen is. Andere vrouwen aan de dis getuigen ook. Allemaal Brusselessen . De meerderheid van onze vriendinnen blijkt het slachtoffer van hetzelfde misdrijf te zijn geweest. Het mag geen troost zijn.
Als ik het voorval de dag erop vertel aan een van onze Argentijnse spelers, reageert hij laconiek: "Bij ons is het veel erger. Dit is voor Argentijnen minder dan kleine criminaliteit. Sinds ik in Europa speel, worden vele familieleden bedreigd. Ik heb een groot hek rond het huis van mijn moeder gebouwd, maar het mag niet baten." Sinds het begin van het voetbalseizoen zijn enkele kernspelers van paars-wit het slachtoffer van inbraak geworden. Ze wonen niet allemaal in dikke villa's in de groene rand. We behoren tot de middenklasse en kunnen tegen een stootje, maar hoe ver reikt verdraagzaamheid? Vanmorgen werd een oude Mercedes, die voor onze deur geparkeerd staat, overal bekrast. Echt overal. Zomaar. We bedenken ons dat, sinds we ons tien jaar geleden in de wijk vestigden, de ruiten van onze wagens meer dan vijftien keer ingeslagen zijn, dat de krassen een keer per jaar collectief weggewerkt worden en dat bijna elk huis al ongevraagd bezoek kreeg. Straks zijn we het met z'n allen vergeten. Tot het volgende incident. Brusselaars verdienen beter.
Tijdens het etentje springt iedereen in de bres. De financieel directeur biedt aan om de auto in zijn garage te houden tot de volgende dag. De algemeen directeur zal er persoonlijk op toezien dat de club de reparatie coördineert. We zijn één grote familie. Ook dit is Brussel.
:: David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.