Sportcolumn David Steegen: Geschiedenis
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
Het is de eerste keer dat een voetbalclub de eer heeft om door de lens van de wereldberoemde Vanfleteren belicht te worden. Milan Jovanovic laat zijn ware aard zien. De foto toont wie hij echt is: een Servische krijger met een groot hart. Mati Suarez ziet er wat melancholisch uit, met gevoelige ogen die ambitie en vastberadenheid uitstralen.
Het boek wordt een unicum. Grasduinend door de geschiedenis van Royal Sporting Club Anderlecht, blijkt dat paars-wit opgericht is om "binnen de gemeente Anderlecht de atletische sporten in het algemeen en het voetbal in het bijzonder te ontwikkelen." Sport, en meer bepaald voetbal, verenigt. De eerste weldoener van Sporting Anderlecht was Emile Versé, een lederfabrikant, een gedreven middenstander die kon organiseren, begeesteren en motiveren. Onder zijn impuls verhuisde de club van het achterafveldje in Scheut, waar zelfs een boom in het midden van het plein stond, naar het Meirpark, later omgedoopt tot het Astridpark. Onder zijn impuls groeide de wijk rond het stadion uit tot het kloppende hart van de gemeente Anderlecht.
Vandaag houden de activiteiten in het Constant Vanden Stockstadion tientallen bedrijfjes in leven. Versé beleefde, tijdens de eerste wereldoorlog, de bouw van het eerste echte stadion. In 1917 werd het Emile Verséstadion ingehuldigd. Drie van zijn vijf zonen, Gaston, André en Maurice, maakten in de eerste jaren deel uit van de aanval van Sporting Club Anderlecht. Emile Versé werd vier jaar na de oprichting, in 1912, erevoorzitter van de club. Gaston Versé, gevreesd doelschutter, was ook Belgisch juniorenkampioen op de honderd meter. Maurice Versé vormde met zijn boezemvriend Théo Verbeeck, ook een van de mannen van het eerste uur, al een gevaarlijk spitsenduo op het veld. Verbeeck en Versé junior waren de mentors van het team en bepaalden mee de ziel en de eigenheid van de club. Théo Verbeeck maakte, net voor zijn dood, de eerste kampioenstitel mee. Het officiële adres van de club is tot op heden Théo Verbeecklaan 2, 1070 Anderlecht. Hij heeft het eerbetoon nooit mogen meemaken. De straat werd twee weken na zijn dood naar hem genoemd.
Théo Verbeeck was een duizendpoot. Hij oefende de meest uiteenlopende functies uit, zowel binnen als buiten het voetbal. Zo was hij vicevoorzitter van de officiële feesten van Anderlecht en lid van de commissie voor lichamelijke opvoeding en sport. Verbeeck was ook scheidsrechter in eerste klasse. In 1911 was Emile Versé speler en voorzitter van Sporting. Hij was tweeëntwintig jaar jong. Sport en gemeenschap zijn nauw met elkaar verbonden. Verbeeck was een ambitieuze visionair en handelde in de geest van de samenhorigheid, met eerbied voor waarden die op Engelse leest geschoeid zijn. Steeds het algemeen belang dienend. Elke opvolger heeft iets van Théo Verbeeck in zijn bewind toegepast. Onder Verbeeck steeg RSC Anderlecht definitief naar de hoogste klasse en werd het voor de eerste maal landskampioen in 1947. De dag dat Verbeeck zijn aansluitingskaart tekende bij Anderlecht, zou tot feestdag moeten worden uitgeroepen.
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Anderlecht , Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.