Sportcolumn David Steegen: John-John
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
Vraag maar aan Vincent Kompany. Hij begeleidde de huidige Premier League-speler toen hij zijn eerste stappen in de complexe profwereld zette. Verhoeven is ook voorzitter geweest, van Hockey & Tennis Club White Star Evere. De club van recordinternational en huidig bondsvoorzitter Marc 'Coco' Coudron.
Verhoeven brengt me altijd op de hoogte. 9 februari 2010 is een zwarte dag voor de Brusselse sport. Hij sterft 's nachts, van zaterdag op zondag; de beste hockeykeeper ter wereld blaast zijn laatste adem uit: Jean-Marie Buisseret is 71 jaar geworden. De Ket werd tweemaal tot beste doelwachter ter wereld verkozen. Hij rondde zijn interlandloopbaan af met honderd caps . Het is weinigen gegeven, honderd keer je land vertegenwoordigen. Buisseret veroverde de wereld dankzij de hockeysport, de nobelste der balsporten. Het monument nam deel aan drie Olympische Spelen: Tokyo 1964, Mexico 1968 en München 1972. In die laatste speelde hij samen met Philippe Collin, de sterke man van RSC Anderlecht en van de Koninklijke Belgische Voetbalbond.
Buisseret was onvervaard. Een kamikaze. Alles voor zijn sport en het vaderland. Alles gooide hij in de strijd, stick en hoofd eerst. Racing Brussel was zijn club, de club met de oudste tribune van België. Hij speelde ook voor Baudouin (Dilbeek) en Daring (Molenbeek). Een gentleman . Uitstekende golfspeler ook, handicap 9.
Buisseret sprak steeds duidelijke taal. Ook als coach. Hij was trainer van White Star, Orée, Beerschot, Racing en de vrouwenploeg van Léopold Ukkel. Ook zijn echtgenote is een monument van de Belgische hockeysport. Jean-Didier en Olivier, zijn zonen, speelden op het hoogste niveau. De eerste is vele malen Belgisch international geweest. Ongelooflijk maar waar: Buisseret en zijn echtgenote zijn nooit Belgisch kampioen geworden. Maar Jean-Marie Buisseret was een echte omnisporter. Zo nam hij deel aan de Winterspelen van 1968 in Innsbruck. Hij maakte deel uit van de Belgische bobsleeploeg, samen met zijn boezemvriend Jean-Claude Bouvy. Cool runnings op de Grote Markt. Jean-Claude Bouvy is overigens de stichter van de gelijknamige kledingboetiek aan de Louizalaan.
In tegenstelling tot Buisseret is John-John Dohmen al verschillende keren nationaal hockeykampioen geweest. De Olympische Spelen maakte hij ook mee, in Peking. Dohmen is amper 22 en heeft al 145 nationale selecties verzameld (wat nu makkelijker is dan vroeger). De student osteopathie aan de Université Libre de Bruxelles was op skivakantie toen hij de Gouden Stick, de hoogste individuele hockeyonderscheiding, in ontvangst moest nemen. Het is zijn eerste individuele onderscheiding.
De hockeypassie kreeg hij van zijn moeder mee; háár vader was een gereputeerde hockeyspeler. Samen met zijn neven en nichten speelde hij lang voor
Léopold Ukkel, om daarna naar Watducks (Waterloo) te verkassen. Ivan Dohmen, zijn vader, heeft nooit hockey gespeeld, maar was wel voorzitter van de hockey- en tennisclub L'Amicale in Anderlecht.
De cirkel is rond. De beste hockeykeeper aller tijden is een Brusselaar. Een stadsgenoot is dit jaar verkozen tot de beste hockeyspeler van België. Met dank aan de overlevering, Brusselaar Yvon Verhoeven.
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.