Sportcolumn David Steegen: Uit en thuis
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
Luik is de enige ware hoofdstad van Wallonië. Een wereldse plek waar de meest verscheiden persoonlijkheden gedijen. Karel de Grote, Simenon en Sterchele. Een rumoerige plek waar volk, clerus en adel harmonieus samenleven. Je maakt ze niets wijs. In 1795 sloopten de burgers hun eigen kathedraal, de imposante Sint-Lambertus. De Luikenaars waren woest op hun autoritaire bisschop. De lege plek werd de bruisende place Saint-Lambert.
Het prinsdom Luik is acht eeuwen lang onafhankelijk geweest. Het is elke dag feest in de passionele stad. De meest zuiderse stad, die toch zo dicht aanleunt bij het Noorden: Maastricht ligt op amper dertig kilometer. De meest Franse stad van België, ook. President Georges Pompidou verklaarde ooit: "Nergens heb ik de hartslag van Frankrijk zo sterk gevoeld als hier." De historicus Jules Michelet noemde Luik 'het kleine Frankrijk aan de Maas'. Luik is een land. Standard Club de Liège is genoemd naar een Franse club: Standard de Paris.
Zondagmorgen, elf uur. De bus met de Anderlecht-delegatie vertrekt graag vroeg. De Ring zou weleens dicht kunnen zitten door het Autosalon. Dat blijkt mee te vallen. Al weken proberen beide clubs geen onvertogen woord over elkaar te spreken. Publieke opinie en voetbalwereld willen terug naar de essentie: sportieve rivaliteit zonder haat. Dat lukt, en beide grootheden zijn zelfs weer wat dichter naar elkaar gegroeid. El Clásico mag ditmaal niet ontsporen.
De sfeer is ingetogen. Een beheerder gokt op 1-4. Ik durf er zelfs niet van te dromen. Een gelijkspel of een kleine overwinning in de Hel van Sclessin zou al geweldig zijn. Supporters groeten ons luid toeterend op de E40. Zenuwen gieren door de keel als de Maas in zicht is. Ik krijg al heimwee.
Ik draag mijn clubkostuum. We hebben er twee, een voor thuis en een voor uit. Ik sta mezelf een uitzondering toe. Bijgeloof. Het witte clubhemd heb ik ingeruild voor eentje van dezelfde kleur als ik in Zagreb heb gekocht. De dag van de eerste uitwedstrijd in de Europa League. Het werd die avond 0-2. De allereerste uitoverwinning van een Belgische club in eeuwen. Een paar maanden later krijg ik van mijn collega van Ajax Amsterdam zilveren manchetknoppen. Die dag verslaat paars-wit Ajax met 1-3. Dat levert groepswinst op. Goudklompje Romelu Lukaku is in een klap wereldberoemd in het buitenland en leert het voetbalminnende continent de jongste ploeg van Europa kennen. Als mijn theorie klopt: 0-2 plus 1-3 is 1-5. Vier doelpunten verschil.
We komen aan; het bestuur van de Luikse Furie wacht ons op. De wedstrijd begint goed. Ik lach om het grote spandoek dat in het Anderlecht-vak ontrold wordt: het zwarte tekenfilmeendje Calimero met een rood-wit gestreepte eierschelp op het hoofd. Luikenaar Legear scoort voor Brussel na acht minuten. Het Kroatische hemd en de Nederlandse manchetknoppen doen hun werk. Het verschil tussen Luik en de hoofdstad is vier goals. De rode kaart van Witsel en alle commotie zijn van geen tel. In de bestuursbus genieten we op ingetogen wijze. Het besef van de volgende negentien wedstrijden - we zijn er nog lang niet.
De voorzitter nodigt ons allemaal uit om samen te eten. De vrouwen mogen ook mee. De hoofdstad is in zicht. We zijn weer thuis. Eindelijk.
:: David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.