Sporten in clubverband verenigt. Competitiesport, zowel op professioneel als op recreatief niveau, maakt nooit een onderscheid. Als Lukaku scoort is hij Belg, geen Nederlandstalige Congolees die thuis Frans spreekt. Rijk, arm, groot, klein, dik, dun, zwart, blank, Nederlandstalig, Franstalig of anderstalig, iedereen is welkom op een sportveld.
Sportcolumn David Steegen: V***e francofoon
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
De tijden veranderen, helaas. Vorige week werd een goede en gemotiveerde jeugdtrainer van een voetbalclubje zonder grote middelen de laan uitgestuurd omdat hij te veel Frans sprak tegen zijn (overwegend Franstalige) spelertjes. Het incident speelde zich af in een club uit de Brusselse Rand waar veel anderstaligen wonen. Uit beleefdheid en schroom voor zoveel kleinzieligheid, vernoemen we club noch gemeente.
Een vergelijkbaar incident deed zich voor in een hockeywedstrijd. Hockey was de laatste sport die op nationaal vlak georganiseerd werd. Tot begin dit seizoen. De hockeyjeugd speelde tot voor kort op nationaal niveau. Dat was heerlijk. Brusselse clubs bekampten Waalse en Vlaamse clubs. Niet alleen goed voor het spel, maar ook sociaal erg boeiend. Jonge mensen leren dankzij hun sport het land kennen. Leerzaam. Dat is buiten de sportinstanties gerekend.
Sport is een gemeenschapsbevoegdheid. Een talentrijke zwemmer uit Oostende wordt anders benaderd dan een even getalenteerde collega uit Hoei. Alle sportbonden zijn nu gesplitst. Nu spelen de meeste jeugdploegen regionaal. Om financiële redenen. Wie niet voor de ene of de andere bond kiest, loopt geld mis. Sport, gegijzeld door de verbondenheid aan de ene of de andere gemeenschap. Daarbovenop is de opdeling nadelig voor het sportieve luik. Nu spelen jonge meisjes en jongens soms vijf keer tegen dezelfde tegenstander, want er zijn vanzelfsprekend minder hockeyploegen dan voetbalploegen. De drang naar splitsing verengt de geesten.
De scholieren van een Brusselse scholierenploeg spelen op verplaatsing bij een bekende Vlaamse hockeyclub. Ook hier laten we, alweer uit beleefdheid en heel veel schroom, de namen van betrokken clubs achterwege. Beide coaches fluiten, naar gewoonte, samen de wedstrijd. Alles verloopt vlot, tot de laatste tien minuten. Het staat dan al 1-3 voor de meisjes uit Brussel. De coach en scheidsrechter uit de hoofdstad fluit een vrije trap in het voordeel van de Brusselse scholieren. Iedereen aanvaardt de beslissing zonder enig protest. Uit de vrije trap komt een doelpunt voort. 1-4. De coach van de Vlaamse meisjes, een ervaren speelster van het eerste elftal, wordt plots boos en scheldt de Brusselse coach uit. "Vuile francofoon," gilt ze plots.
Los van het bedenkelijk niveau, is haar reactie opmerkelijk. Zij is een goede speelster van een damesploeg uit de ereklasse. Onze coach had haar, zonder erbij na te denken, vriendelijk in het Frans toegesproken om de beslissing toe te lichten. Een halsmisdaad in sommige streken. De Brusselse coach geniet een heel goede reputatie in hockeymiddens, hij is tweetalig en respectvol.
De schandalige scheldpartij is het gevolg van de huidige drang naar scheiding en verdeling. We maken ons zorgen. Alleen verschil en concurrentie maken ons allemaal beter. Straks sporten we alleen nog maar tegen onszelf. We maken ons grote zorgen.
David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.