Sportcolumn David Steegen: Zoër of Faysal
Lees ook: Sportcolumn David Steegen: Lilicup
Die kranten heb ik op kantoor, maar de nieuwsgierigheid is te groot. De roes mag nog even duren.
De rouwkaart is dan weer bestemd voor de man met wie ik dagelijks werk. Coach Ariël Jacobs. Hij verloor zijn schoonvader plots, onaangekondigd, enkele dagen voor de Europese wedstrijd. De coach weet niet dat ik het weet. Professionele man.
Toch wil ik hem duidelijk maken dat ik meeleef. Rare stiel, dat voetbal: voortdurend balanceren tussen de vrees voor verlies en de allesomvattende, vastberaden wil om steeds weer te winnen. Naar een wedstrijd kijken en hopen op Plan A (winst), maar Plan B (verlies) loert steeds om de hoek. Slopend.
Profvoetbal biedt weinig ruimte om even bij het menselijke stil te staan. Maar de sportieve baas van Royal Sporting Anderlecht, mijn allereerste trainer in het vak, steunt me. Daar ben ik hem erkentelijk voor.
Het dichtstbijzijnde krantenwinkeltje, in de schaduw van de basiliek, is nooit echt uitnodigend geweest. Een donkere ruimte met vergeelde wens- en verjaardagskaarten. De uitbater is een vriendelijke, rokende, oude man en de klant moet eerst aanbellen, na de verschillende overvallen.
De krantenman is sympathiek, praat Nederlands - hij spreekt zeujven uit om zeven te zeggen. Ik kom er niet zo vaak. De ' zeujven- man' is er niet. Een glimlachende jonge allochtoon - ik haat die omschrijving - begroet me als ik binnenkom. Een oude Italiaan komt zijn lottoformulier invullen en afgeven. De Dottore stelt honderd vragen. Net als mijn grootvader.
Intussen is het kleine winkeltje volgelopen. Ik heb een sober kaartje voor de coach uitgekozen en speur naar de krant. Onvindbaar, al uitverkocht.
De krantenwinkel is herschikt: meer ruimte, minder spullen. De zeujven -man is er niet meer. Heeft hij de winkel overgelaten? Waarschijnlijk. Leeft hij nog? Ik zal het niet durven te vragen. Wanneer het mijn beurt is, roept de nieuwe, jonge uitbater een zijkamertje in dat "er iemand is aangekomen die je kent." Een magere veertiger duikt op. Ça va, David?" vraagt hij met de glimlach. Ik herken hem niet. "On a joué ensemble au minifoot, à Koekelberg."
Plots herken ik hem. Het is Zoër (of is het Faysal?). De twee neven speelden bij United Koekelberg, waar ik ook jarenlang heb gespeeld. Allemaal Nederlandstaligen en onze twee Marokkaantjes. Fijne jongens. Ik heb ze zeker al twintig jaar niet meer gezien. Tijd om lang te praten hebben we niet.
De winkel staat nu helemaal volgestouwd met klanten. Ik moet naar Anderlecht. Toch weet Zoër (of is het Faysal?) mij te vertellen dat zijn neefje nu de winkel uitbaat en dat Het Laatste Nieuws jammer genoeg al uitverkocht is. Ik krijg ook nog een compliment mee voor de glansrijke prestaties van paars-wit en voor mijn langvervlogen optredens in Studio 1 op de RTBf.
Ik ben vooral blij dat ik Faysal (of is het Zoër?) terugzie. Ik heb zin om te blijven praten over de legendarische partijtjes in onze zaal aan de Sippelberg en in de sporthal van de Katholieke Universiteit Brussel, en de wandelingen naar huis, waarop we de match nog honderd keer overdeden. Ik wil weten hoe het gesteld is met de ouders en de rest van de familie, of ze nog aan de Jetselaan wonen en of hij nu Zoër of Faysal heet... Ik wil meer tijd voor de kleine dingen des levens.
Als ik de coach zie, zal ik hem discreet vertellen dat ik meeleef. Dat is een belofte.
:: David Steegen is persverantwoordelijke van voetbalclub RSC Anderlecht
David Steegen
Lees meer over: Sport , David Steegen
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.