Drie gemeenten leggen 'coliving' aan banden: 'Het is een commercieel product geworden'

De Stad Brussel, Elsene en Sint-Gillis hebben nieuwe aanbevelingen klaar om het fenomeen van coliving te beheersen. Die formule waarbij hele huizen ingericht worden voor jonge samenwonende professionals zet immers druk op de woonmarkt en de wijken.

De voorbije jaren worden steeds meer huizen ingericht voor ‘coliving’. De formule biedt jonge professionals een kamer in een groot appartement met tal van gemeenschappelijke ruimtes. De prijzen beginnen vaak pas rond de 700 euro en het aantal bewoners kan oplopen tot ruim 20. Aan het Sint-Gillisvoorplein delen 21 bewoners zo een colivingwoning met filmzaal, zenruimte een grote gemeenschappelijke eet- en woonruimte met biljart.

In totaal telt het Gewest nu al ruim 160 dergelijke huizen, goed voor ruim 1.500 kamers. Nog eens 18 van die huizen zullen dit jaar openen.

Overlast

De panden in kwestie concentreren zich vooral in Elsene, Sint-Gillis en Brussel-Stad. Geen wonder dus dat net die gemeenten nu met aanbevelingen uitpakken die het fenomeen beter moeten omkaderen. De drie gemeenten doen dat omdat coliving ook heel wat nadelige gevolgen kan hebben. Zo verdwijnen klassieke eengezinswoningen van de markt zonder bouwvergunning, worden sommige wijken door coliving veel dichter bevolkt en zorgt de woonformule met veel jonge feestlustige bewoners ook al eens voor overlast in de buurt.

De aanbevelingen houden onder meer in dat wie een eengezinswoning omvormt tot een colivingappartement van minstens 5 kamers, daarvoor een stedenbouwkundige vergunning nodig heeft. De aanpassing wordt immers beschouwd als een bestemmingsverandering. Colivingprojecten zullen voortaan ook maximaal 12 kamers omvatten, heet het nog in de aanbevelingen.

Industriële en kantoorgebouwen

De drie gemeenten vragen de bedrijven die colivingprojecten ontwikkelen (zoals Cohabs en Ikoab) om in eerste instantie industriële gebouwen en kantoorgebouwen om te vormen tot colivingprojecten.

Omgekeerd zal coliving voortaan een negatief advies krijgen als in een gebouw een klassieke woonfunctie kan gerealiseerd worden.

De aanbevelingen van de drie gemeenten omvatten ook minimumoppervlaktes. Zo moet een kamer minstens 14 vierkante meter groot zijn en moet er per inwoner minstens 10 vierkante meter gemeenschappelijke ruimte voor maaltijden, woonkamer en ontspanning zijn.

Interessant financieel product

"We willen vermijden dat tal van huizen onderverdeeld worden in luxe-colivings," zegt Brussels schepen voor Stedenbouw Ans Persoons (One.brussels-Vooruit). "Dat is heel rendabel, maar zet de huismarkt onder druk en maakt het moeilijker voor Brusselaars om een betaalbare woning te vinden. Voor alle duidelijkheid: dit heeft niets te maken met vrienden die gewoon gaan samenwonen. De luxe-colivings zijn een interessant financieel product geworden en duiken steeds vaker op. Daarom willen we ze beter omkaderen."

De nieuwe aanbevelingen zijn van kracht sinds 17 juni.