De Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen (KCML) heeft, na een erfgoedpetitie, een aanvraag ingediend om grote delen van het treinstation Brussel-Noord te beschermen als monument. De Brusselse regering heeft nog geen standpunt ingenomen.
Monumenten en Landschappen vraagt bescherming Noordstation als monument
BRAL, de Brusselse vzw die ijvert voor een duurzame stad, had een aanvraag ingediend om het station in zijn totaliteit te beschermen. Daarop heeft de KCML in februari een gunstig advies uitgebracht over “de vrijwaring van het treinstation Brussel-Noord, omwille van zijn historische, esthetische en artistieke waarde”.
Terwijl BRAL vroeg om de bescherming van het volledige gebouw, nuanceert de KCML dat. Zij vraagt de bescherming van delen van het stationsgebouw, waaronder de volledige buitenschil van het eigenlijke stationsgebouw en zijn klokkentoren met haar "kenschetsend materiaalgebruik".
Opvallend: wat de KCML ook opneemt in haar advies tot bescherming zijn de houten banken, die ondanks protest enkele maanden geleden toch werden weggehaald en verkocht.
Ook het geheel van de perrons met overkapping en karakteristieke, oorspronkelijke elementen en aankleding: luifels, wachtruimtes, telefooncellen, klokken, affichekaders enzovoort moet worden beschermd als monument.
De KCML vraagt ook dat de stationshal, inclusief de fameuze trappen en de stationsster, beschermd wordt, net als de ruimtes, balustrade en trappen van het voormalige museum, het interieur van de klokkentoren, de originele trapzalen en de kantoren.
Noordstation
Het Noordstation werd gebouwd tussen 1938 en 1956 in de context van de aanleg van de Noord-Zuidspoorwegverbinding naar ontwerp van de architecten Paul en Jacques Saintenoy en Jean Hendrickx-Van den Bosch. De hoofdgevel gaf oorspronkelijk uit op een brede esplanade waarop vanaf 1974 het Communicatiecentrum Noord (CCN) is gebouwd, dat begin jaren 1990 nog werd verhoogd. Het CCN-gebouw heeft intussen vorig jaar een afbraakvergunning gekregen (zie onder).
Het station werd gebouwd in modernistische stijl met referenties aan het classicisme. “Het geheel vormt een merkwaardig voorbeeld van de architectuurstroming die in ons land aan de vooravond van WO II dominant was voor openbare en officiële gebouwen," motiveert de KCML haar advies.
Het complex werd onlangs gerenoveerd en bevindt zich in goede staat, klinkt het verder. "Ondanks de recente en in sommige gevallen betreurenswaardige wijzigingen (zoals de verbouwing van de ondergrondse gangen naar de perrons)", bevat het interieur volgens de KCML nog vele erfgoedelementen.
De Brusselse regering is niet verplicht het advies te volgen van de KCML, maar op een officiële reactie is het nog wachten. “We zijn het dossier aan het analyseren, we hebben nog geen inhoudelijk standpunt ingenomen,” reageert Brussels staatssecretaris van Stedenbouw en Erfgoed Pascal Smet (one.brussels/Vooruit). Hij had eerder wel al een lans gebroken voor het behoud van de houten banken.
Vraag is wel of de bescherming van het Noordstation het nieuwbouwproject van het CCN-gebouw (zie hieronder) niet in de problemen kan brengen. Volgens staatssecretaris Smet, die als staatssecretaris van Stedenbouw betrokken is bij de vergunnigen ervan, is dat niet het geval. “Dat staat er los van,” klinkt het.
'Voldongen feit'
Maar hoe staat het intussen met de werken rond het Noordstation en het CCN-gebouw? In mei 2022 werd de vergunning afgeleverd voor de afbraak van het gebouw uit de jaren 70. Het gebouw werd al grotendeels aan de binnenkant ontmanteld, en reizigers kunnen niet meer via het CCN-gebouw naar de ondergrondse metro- en premetrostations. Wanneer de eigenlijk sloop van het gebouw zal plaatsvinden, is nog steeds niet duidelijk, zegt Benjamin Delori van vzw BRAL die de hele afbraak en nieuwbouw van dichtbij opvolgt.
De sokkel van het gebouw, met de bushaltes en de toegang naar het premetrostation, blijft in elk geval behouden. Op die sokkel zouden vier torens komen. Het is een bijzonder complex project, niet alleen vanwege de omvang en de mobiliteitshub die moet blijven draaien, maar ook omdat bijvoorbeeld een deel van het project op het grondgebied van de gemeente Schaarbeek ligt, terwijl een ander deel in de gemeente Sint-Joost-ten-Node ligt.
"Verschillende processen omtrent het project lopen parallel," legt Delori uit. Terwijl intussen de bouwaanvragen voor de torens en de omliggende pleinen al werden ingediend, moeten de twee gemeenten eerst nog de bijzondere bestemmingsplannen wijzigen. Dat moet het mogelijk maken om, in Schaarbeek, torens tot 110 meter te bouwen.
Delori vindt dat hier wel wat op aan te merken valt. "De plannen voor de torens waren al helemaal uitgeschreven in de vergunningsaanvraag terwijl de promotor eigenlijk nog moesten wachten op de wijzigingen van het bijzondere bestemmingsplan," zegt Delori. "Maar de vergunning was al ingediend nog voor de planwijzigingen waren goedgekeurd. Dit proces is onlogisch."
"Dit is voor mij een duidelijk voorbeeld van hoe planning in Brussel te werk gaat. Eerst worden achter gesloten deuren de plannen afgesproken tussen overheid en promotor, en later past de overheid de geldende plannen aan in functie van het project. Terwijl dit over heel belangrijke plekken in onze stad gaat. Er komen nu waarschijnlijk vier torens op de CCN-site, maar ik ben niet zeker of dit de wijk zal verbeteren of aangenamer maken. Het is een goed voorbeeld van een politiek van voldongen feiten."
Lees meer over: Brussel , Stedenbouw , Noordstation , banken noordstation