Na homofoob geweld in Anderlecht ontmoet slachtoffer premier De Croo

AD
31/08/2023
Updated: 07/09/2023 11.54u

Na de homofobe aanval op het Alphonse Lemmensplein in Anderlecht vorige week vond woensdag een ontmoeting plaats tussen slachtoffer Antoine en premier De Croo (Open VLD) in het warandepark. "Ik voel me gezien en gehoord", aldus slachtoffer Antoine.

“Mentaal ben ik oké, maar fysiek heb ik gigantisch veel pijn”, vertelde Antoine vorige week nog in de radiostudio van BRUZZ. “Mijn neus en lip zijn gezwollen, mijn sleutelbeen en tanden doen pijn en mijn ribben zijn gekneusd, waardoor het moeilijk is om te bewegen of zelfs adem te halen.”

Rake klappen

Antoine woont al twintig jaar in Brussel. “Het is niet de eerste keer dat ik slachtoffer werd van homofoob geweld, maar tot nu toe werd ik alleen uitgescholden of achtervolgd”, zegt hij. Daar kwam dinsdagmiddag verandering in, toen hij rond twee uur even zijn kantoor verliet om een telefoontje te plegen op het Alphonse Lemmensplein in Anderlecht, vijftig meter verderop. "Plots riep iemand: 'Allez, il faut circuler!’. Meteen daarna kreeg ik vier klappen in mijn gezicht. Alles ging enorm snel, ik denk dat het hele voorval niet meer dan vijftien seconden geduurd heeft. Maar er zat zoveel haat in de ogen van die man. Dat beeld krijg ik sindsdien niet meer uit mijn hoofd."

Na de aanval schoot een viertal mannen Antoine te hulp. “Ze vroegen of ik in orde was, brachten mij water en handdoeken. Ik voelde mij gelukkig heel snel weer veilig."

"Daarna ben ik teruggekeerd naar kantoor en heb ik die foto van mijn gezicht op Instagram geplaatst. Vooral omdat ik het gevoel heb dat er een gebrek is aan politieke wil om dit probleem aan te pakken. Een paar maanden geleden is een vriend van mij precies hetzelfde overkomen in die buurt en ik heb massa’s berichten gekregen. Zowel van mensen die mij wilden steunen, als van andere slachtoffers die precies hetzelfde hebben meegemaakt. Ik besef ook dat deze aanval niet tegen mij gericht was. Dit is een aanval op onze gemeenschap.”

Antoine

| Antoine werd afgelopen dinsdag slachtoffer van homofoob geweld in Anderlecht.

'Het moest ooit gebeuren'

Hoe onverwacht de man ook uithaalde naar Antoine, voor de jonge Brusselaar kwam de aanval niet helemaal als een verrassing. “Toen ik die eerste klap kreeg, dacht ik meteen: het moest ooit gebeuren. Binnen onze community krijg je dit soort verhalen constant te horen. Op sociale media, via vrienden.”

En toch blijven de door politie en justitie geregistreerde aantallen voor dergelijke feiten zeer laag, zegt Antoine, en dat tonen ook de cijfers. Uit de politiële criminaliteitsstatistieken blijkt dat er in 2020 voor het hele Brusselse Gewest amper 34 pv's voor discriminatie op grond van seksuele geaardheid geregistreerd werden. Opvallend is dat de feiten zich voornamelijk afspelen in de publieke ruimte, zoals ook bij Antoine het geval was. Bijna de helft (47 procent) van de feiten die de politie registreerde, vond plaats in de openbare ruimte.

“Die cijfers zijn bovendien inclusief de voorvallen waarbij er geen sprake is van fysiek geweld”, gaat Antoine voort. “Er is met andere woorden een groot hiaat tussen het aantal gerapporteerde feiten van homofoob geweld, en het aantal incidenten dat effectief heeft plaatsgevonden.”

'Doe aangifte'

Volgens het Brussels Observatorium voor Preventie en Veiligheid gaf in 2020 vier op de tien LGBTQIA+’ers aan lastiggevallen of gediscrimineerd te zijn geweest. Dat cijfer staat inderdaad in contrast met de 34 LGBTQIA+-fobe incidenten die de politie registreerde. Wat de gerechtelijke opvolging betreft, liggen de cijfers nog lager. In 2020 registreerde het Brusselse correctioneel parket 13 inkomende zaken als ‘homofoob’, een cijfer dat iets lager ligt dan in 2019 (15 zaken) en ook aanzienlijke jaarlijkse schommelingen vertoont.

Antoine wil iedereen die zelf slachtoffer werd van homofoob geweld dan ook aansporen om aangifte te doen bij de politie. “Het is belangrijk dat die incidenten worden opgenomen in de statistieken. Alleen zo kunnen we begrijpen hoe groot het probleem echt is.”

Aangifte

Na de feiten ging Antoine naar het politiekantoor om aangifte te doen van de feiten. “Na een dik halfuur wachten kwam er een vrouwelijke agent mij halen voor het verhoor”, vertelt hij daarover. “Ik voelde dat ze met mij meeleefde, maar tegelijkertijd bleef ze zeer professioneel en feitelijk. Toen ik haar na ons gesprek vroeg wat er nu zou gebeuren, zei ze dat er ongeveer 50 procent kans was dat ik opnieuw gecontacteerd zou worden door de politie. Ergens had ik gehoopt dat ze mij informatie over mentale bijstand zouden geven of tenminste zouden zeggen waar ik naartoe kon om hulp te zoeken, maar die info kwam er niet.”

De politiezone Brussel Zuid heeft intussen een onderzoek geopend naar de feiten. "Mogelijk gaat het om een homofobe aanval, maar dat zal het onderzoek moeten uitwijzen", zegt woordvoerster Sarah Frederickx aan persagentschap Belga.

Ontmoeting in het park

Nadat premier De Croo lucht kreeg van het voorval contacteerde zijn kabinet Antoine en dat resulteerde in een ontmoeting in het Warandepakt woensdagmiddag. "Het betekent veel voor mij dat de premier aandacht heeft voor homofoob geweld."

"We hebben gepraat over wat me overkomen is en wat het betekent om 'vrij te zijn' in België. Ook ging het over politieaangifte doen en beloofde de premier mij dat hij queergeweld nog hoger op de gerechtelijke agenda wil zetten", aldus Antoine.

Concrete maatregelen kwamen er niet uit de bus, maar voor Antoine betekende het al heel wat dat premier De Croo tijd vrijmaakte voor een gesprek; "Ik voel me gehoord en gezien."

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni