Korpschef op herdenking vermoorde agent: 'Verplicht alle mogelijke lessen te trekken'

In het bijzijn van premier Alexander De Croo (Open VLD), minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden (CD&V) en minister van Justitie Paul van Tigchelt (Open VLD) heeft het politiekorps van de Brusselse politiezone Noord precies een jaar na de feiten de moord op politieagent Thomas Monjoie in de Brabantwijk herdacht. Dat ging onder andere gepaard met een minuut stilte.

Monjoie werd 's avonds op 10 november 2022 tijdens een politiepatrouille neergestoken in de patrouillewagen door de 32-jarige Yassine Mahi, die eerder op de dag het politiekantoor in de Brabantwijk nog was binnengelopen en getuigde dat hij "een agent wilde vermoorden". Enkele uren later werden Monjoie en Jason P. (23) aangevallen in de wagen. P. raakte levensgevaarlijk gewond, maar overleefde de feiten.

De plechtigheid werd ingehuldigd door de korpschef van de politiezone Brussel-Noord, Olivier Slosse. De Brabantwijk wordt sinds vele jaren geteisterd door heel wat problemen, zoals illegale prostitutie, drugsmisbruik en -handel en armoede. "Er is altijd een notie van gevaar bij het korps", stelde Slosse.

De aanval betekende een kentering in hoe de politie werken in de wijk zelf ervaart. "Iemand verliezen onderweg is het moeilijkste wat een korpschef kan meemaken. Het is een schip met een bemanning, we zijn een van onze bemanningsleden kwijtgeraakt. Daarom zijn we verplicht alle mogelijke lessen uit deze gebeurtenis te trekken", stelt Slosse.

"Het collectieve verdriet wordt door de verschillende agenten op een eigen manier verwerkt", duidde Slosse. "Iedereen kan zijn moment uitkiezen om de gebeurtenis te herdenken."

Wandeling langs patrouille Monjoie

Vrijdagochtend was er ook een intern moment binnen het politiekorps, waarbij een wandeling werd georganiseerd langs de patrouille die Monjoie nooit heeft kunnen afmaken. Ook 's avonds wordt een intern herdenkingsmoment gehouden.

Volgens Slosse werden er al heel wat maatregelen genomen om het veiligheidsgevoel in de Brabantwijk, voor zowel agenten als buurtbewoners en handelaars, opnieuw op te schroeven. Zo werden bijvoorbeeld tien agenten toegevoegd om het korps van Brussel Noord bij te staan in en rond het politiecommissariaat en werd er werk gemaakt van verschillende toevluchtsoorden of 'safe spaces' in meerdere handelszaken in de Brabantstraat.

Nabijheidswerk

De toegevoegde politieagenten moeten aan nabijheidswerk doen. "Op initiatief van de drie gemeenten Schaarbeek, Sint-Joost-ten-Node en Evere zijn er extra middelen voorzien voor het korps, voor meer personeel. Dat geeft iets van ademruimte", aldus Slosse.

Daarnaast werden ook twaalf werkpunten geïdentificeerd met betrekking tot de wijk, zoals hoe er moet omgegaan worden met psychosociale problematiek in de wijk. Slosse wijst ook op het gegeven dat er werk gemaakt wordt van een betere samenwerking tussen politie en gerecht.

Volgens Slosse is repressie alleen niet het antwoord om de wijk meer leefbaar te maken. In de zomermaanden heeft minister van Binnenlandse Zaken Annelies Verlinden nog opdracht gegeven tot een grootschalige politieactie in het Brusselse Zuidstation, waar in de toekomst ook een politiekantoor geïnstalleerd zal worden.

Noordstation en Zuidstation

De situatie aan het Noordstation is echter weinig verschillend van het Zuidstation. Het Noordstation is daarbovenop ook een van de meest drukbezochte treinstations van het land.

"De situatie is zeer vergelijkbaar. Maar ook hier vinden sinds jaren acties plaats zoals in het Zuidstation", zei de korpschef. "Op federaal niveau is gezondheid een enorm belangrijk aspect, maar ook de opvang van mensen die op straat verblijven. Het is een puzzel, waarbij verschillende spelers hun verantwoordelijkheid moeten opnemen", stelt Slosse.

"De bevoegdheden zijn duidelijk, maar het belangrijkste is dat alle spelers over voldoende middelen moeten beschikken om die verantwoordelijkheden daadwerkelijk op te nemen."

'Nieuw strafwetboek kan soelaas brengen'

Het toekomstige nieuwe strafwetboek kan volgens Slosse soelaas brengen. Daar wordt bijvoorbeeld werk gemaakt van zwaardere sancties voor geweld op politieagenten. "Een tekst is een goede basis, maar opnieuw - de tekst is maar zo sterk als de middelen die volgen om hem tot uitvoering te brengen", stelt Slosse.

Daarmee wil hij echter niet gezegd hebben kritisch te staan tegenover zwaardere sancties voor geweld op de politiediensten. "Elke professional moet beschermd worden. Bij deze aanval werd de politie als emanatie van de staat geviseerd. Bepaalde beroepen, zoals nu ook bij advocaten ter discussie staat, moeten specifieke bescherming krijgen in de omstandigheden waarin men werkt."