Drugsgebruik. Drugshandel. Drugsgeweld. Allemaal fenomenen die het afgelopen jaar zichtbaarder werden in het Brusselse straatbeeld. Met kersvers nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch hebben drugscriminelen sinds kort een tegenstander die het hele plaatje bekijkt. “Je sociaal weefsel ontwikkelen, ook dat is strijden tegen drugs.”
| Nationaal drugscommissaris Ine Van Wymersch.
Wie is Ine Van Wymersch?
- Geboren in 1980, woont in de Rand rond Brussel
- Studeerde rechten aan de KU Leuven, start in 2003 aan de balie vanBrussel
- Wordt in 2011 jeugdmagistraat en woordvoerder bij het parket van Brussel
- Wordt in 2016 verkozen tot woordvoerder van het jaar, na de aanslagen van 22 maart
- Procureur des Konings bij het parket Halle-Vilvoorde (2019-2023)
- Nationaal drugscommissaris sinds 2023
Wat wil je drinken? Voor jou zeker een coca, Ine?” Aan flauwe woordgrapjes geen gebrek sinds Ine Van Wymersch nationaal drugscommissaris werd. Het is in die hoedanigheid dat ze sinds maart de nationale strijd tegen drugs coördineert met een klein team van experten.
Tijdens het gesprek in haar woning in de Rand rond Brussel klinkt de hele tijd het album Brothers in Arms van Dire Straits. De albumtitel zou ook van toepassing kunnen zijn op haar werk, waarin ze wapenbroeders uit de hele maatschappij samenbrengt om aan één zeel te trekken. Dat is nodig, want drugshandel is nog steeds een groeimarkt, in België en zeker in Brussel. “Wanneer mijn opdracht geslaagd zal zijn? Als drugscriminelen een diepe zucht slaken als ze het woord België horen vallen.”
“Bendes beperken zich niet meer tot één soort drugs, maar variëren hun aanbod, met verschillende klantensegmenten in verschillende wijken”
Wat viel u het afgelopen jaar op buiten het drugsdossier?
Ine Van Wymersch: Ik merk meer verharding, mensen zoeken vaker alleen naar de individuele fouten als er iets misloopt, waardoor we vergeten te kijken naar wat er structureel fout loopt. Neem nu een geval van dodelijk intrafamiliaal geweld. Dan is de vraag al heel snel wie de rekening gepresenteerd krijgt bij de politiek, politie of magistratuur. Dat leidt heel hard af van de vraag of we het systeem niet moeten herbekijken. Nog een voorbeeld van die verharding: de aanleiding om het drugscommissariaat op te richten was de dood van het elfjarige meisje Firdaous bij drugsgeweld in Antwerpen. De media frameden haar toen als 'een kind uit een drugsfamilie', waardoor er meteen afstand werd gecreëerd met dat drama. Haar leven leek daardoor plots minder waard dan dat van een ander elfjarig kind, het is een soort de-humaniseren.
Media beseffen niet goed welke rol ze spelen?
Van Wymersch: Als media kan je een golf van solidariteit op gang trekken of net onverschilligheid veroorzaken. Als het over mensen zonder papieren gaat, zie je dat ontmenselijken ook. Bij veel groepen in de samenleving kan je kiezen of je vooral de verbinding zoekt of ze probeert buiten te houden. Iedereen die in het publiek het woord neemt, heeft daar een verantwoordelijkheid in. Dat geldt ook voor de manier waarop we over justitie spreken of schrijven. Als je meteen concludeert 'dat alles rot is' omdat er iets misloopt, kies je voor erg ontwrichtende communicatie die gevolgen heeft. Dan moeten we niet verwonderd zijn als mensen geen respect meer hebben voor handhavers en politici. Ik vraag me vaak af wat nu precies het doel is van die systematische ontwrichtende communicatie.
Voor media kan het een manier zijn om meer impact te hebben.
Van Wymersch: Als een verdienmodel voor de heel korte termijn, dat kan. Ik vind in elk geval dat we op dat vlak langzaam aan de grens van het aanvaardbare zitten.
De drugshandel en het gebruik werden de afgelopen jaren zichtbaarder in het Brusselse straatbeeld. Hoe zag u de drugswereld hier de voorbije jaren veranderen?
Van Wymersch: Je ziet dat er veel verschillende clans met verschillende achtergronden aanwezig zijn, die bovendien ook samenwerken. Groepen met een Marokkaanse achtergrond doen bijvoorbeeld klusjes voor de Albanese clan, terwijl ze vroeger alles zelf in de hand wilden houden.
Waarom?
Van Wymersch: Er is intussen zoveel geld te verdienen met drugs dat het niet meer uitmaakt dat je iets uitbesteedt. Net zoals een erg winstgevend bedrijf ook makkelijk dingen kan outsourcen waar het zelf niet zo goed in is. In een groeimarkt kan dat.
Een andere evolutie is de sterkere aanwezigheid van zware wapens. Na de aanslagen wilden criminelen zo'n oorlogswapen niet in huis omdat ze niet van terrorisme wilden beschuldigd worden, maar dat verandert. Bendes beperken zich ook niet meer tot één soort drugs, maar variëren hun aanbod, met verschillende klantensegmenten in verschillende wijken. In een erge arme wijk verkopen ze geen dure cocaïne, maar crack. Die opkomst van die crack in de openbare ruimte heeft trouwens ook tot een groot onveiligheidsgevoel geleid.
Ook het geweld in een drugscontext lijkt te groeien. Of is dat een indruk omdat er soms zware wapens worden gebruikt?
Van Wymersch: Die zware wapens maken dat geweld inderdaad veel zichtbaarder. Maar daarnaast is er ook echt een toename. Met name het aantal steekincidenten in een drugscontext ligt hoog. Het oplaaiende geweld heeft er onder meer mee te maken dat we ondertussen raken aan structuren, personen en hoeveelheden drugs die niet meer binnen het berekende risico liggen van die organisaties.
Onder meer door het kraken van de versleutelde Sky ECC-telefoons van criminelen?
Van Wymersch: Ja, en intussen gebruiken die groepen wellicht alweer een andere technologie. In Europa moeten we ons eens bezinnen over de rol van telecomoperatoren. Soms leveren ze instrumenten waarvan je weet dat enkel criminelen er baat bij hebben. Onderzoeksrechters mogen onder bepaalde omstandigheden telefoontaps toelaten, maar wat is dat nog waard als je door nieuwe technologie geen zicht meer kan krijgen op de inhoud van bijvoorbeeld chatberichten?
Ziet u belangrijke veranderingen aan de zijde van de drugsgebruikers?
Van Wymersch: Uit mijn contacten met het werkveld onthou ik vooral dat het aantal drugsgebruikers veel minder hoog is dan men soms laat uitschijnen. Uitspraken als 'Iedereen gebruikt in het weekend toch eens een lijntje cocaïne' zijn gevaarlijk. Dat klopt absoluut niet, maar je kan twijfelende mensen er wel mee over de streep trekken om het ook te doen. Ook daar heb je weer de verantwoordelijkheid van publieke sprekers.
Of als een anonieme douanier in een Pano-reportage mag zeggen: 'Ik heb het gevoel dat de helft van mijn collega's corrupt is.' Dat is nefast, uit de Sky ECC-onderzoeken vloeiden maar 17 dossiers voort op 5.000 douaniers.
In het geval van cannabis ligt het aantal mensen die het ooit gebruikten wel erg hoog.
Van Wymersch: Als de vraag is 'Hebt u ooit een joint gerookt?', ja. Maar bij regelmatig gebruik liggen de cijfers al veel lager.
Die kunnen we niet laten liggen: hebt u ooit een joint gerookt?
Van Wymersch: (Lachje) Nee, en niemand gelooft mij. Ik ben een controlefreak en ik was daar bang voor. En toen ik daar uiteindelijk niet meer bang voor was, was het ook niet meer cool en had ik er de leeftijd niet meer voor.
Hoe zou u zelf reageren als een van uw kinderen een joint op zak heeft?
Van Wymersch: Ik zou aangeven dat ik bezorgd ben omdat cannabis echt wel gezondheidsrisico's inhoudt, zeker op jonge leeftijd. Ik zou de communicatielijnen openhouden, blijven praten is belangrijk. Mijn schrikbeeld is dat een van hen dermate veel cannabis zou gebruiken dat ze in niets meer geïnteresseerd zijn, dat ze afhaken op school, afhaken bij de voetbal … Dat heb ik op de jeugdrechtbank genoeg gezien.
U had het over drugs als groeimarkt in Brussel. Betekent dat ook dat het aantal verkoopplekken toeneemt?
Van Wymersch: Je ziet dat die drugsverkoop de legale evolutie volgt naar thuisbezorging. We zitten daar met een probleem bij de pakjes- en koerierdiensten. Daar geldt een briefgeheim en een witte kerst zal niet voor elke ontvanger dezelfde betekenis hebben.
Dreigt er niet ook een omgekeerde sociale controle? Als gezinnen van drugsinkomsten van de kinderen leven, dan beschermen ze eerder de dealers. Dat gebeurt volgens de politie bijvoorbeeld in de zone Zuid.
Van Wymersch: Het is belangrijk dat je sociaal weefsel sterk genoeg is. Op een congres hoorde ik over dorpen in Spanje waar de overheid helemaal afwezig was, waardoor de drugsmaffia nu ook een zorgende rol heeft. Een dure medische behandeling? Die werd door de drugsfamilie betaald. Dan ben je natuurlijk ver van huis als samenleving. Dan komt de hele integriteit van je instellingen op de helling en heb je uiteindelijk geen democratie meer. Doordat zo'n proces onzichtbaar is, reageren mensen daar niet meteen op.
We moeten echt optreden als illegaal geld de legale economie binnenkomt. En het geld dat we daarbij buitmaken, gaat best naar de lokale overheden die het meteen sociaal kunnen herbestemmen. Op dat moment wordt wél zichtbaar dat de samenleving beter wordt van degelijk drugsbeleid. Wij zullen vanuit het drugscommissariaat voorstellen formuleren om dat wettelijk mogelijk te maken.
Je kan het drugsprobleem helemaal anders bekijken en je afvragen wat het essentiële verschil is tussen landen met een giga drugsprobleem zoals de VS en andere die het nog min of meer onder controle hebben, zoals wij? De VS heeft niet per se veel minder agenten die rond drugs werken.
Van Wymersch: Integendeel. En ja, zo kom je toch weer bij dat sociale weefsel uit. Je kan het een beetje met jongeren die radicaliseren vergelijken. Die willen uiteindelijk ergens bij horen, samen aan iets werken, een daginvulling hebben. Daar moeten we voor zorgen. In die zin zijn de RWDM Girls voetbalploeg of de studieplekken van Capital in Brussel goud waard. We moeten daar nog meer in investeren. Daarnaast moet je natuurlijk ijveren voor een correcte huisvesting en een opleiding, zodat die gezinnen geen drugsgeld nodig hebben.
Lees meer over: Brussel , Veiligheid , Ine Van Wymersch , dealen met drugs , drugbeleid