Anderlechts burgemeester Cumps: 'Mijn politie kan drugsoorlog niet meer alleen aan'

Na de dood van een man in Peterbos eerder deze week geeft burgemeester Fabrice Cumps (PS) van Anderlecht grif toe dat "zijn politiezone de drugsoorlog niet meer alleen aankan." Toch beweert hij dat zijn mensen "dagelijks op het terrein zijn en drugsdealers oppakken." Gemeenteraadslid Gilles Verstraeten (N-VA) vindt dat het drugsprobleem in Anderlecht, en bij uitbreiding Brussel, niet moet onderdoen voor Antwerpse toestanden.

Cumps zegt dat om de netwerken te ontmantelen er onderzoek nodig is dat veel middelen vergt. "Wij hebben dringend hulp nodig van het federale niveau. Ondertussen doen onze agenten er alles om de handel te ontregelen door dagelijks dealers op te pakken."

Zo is er volgens Cumps drie weken geleden nog een grote actie geweest in de buurt rond metrostation Clemenceau. "Dat is een andere problematische wijk in onze gemeente. Ik wil de schuld niet bij anderen leggen, maar meerdere Brusselse gemeenten maken dit mee."

Verstraeten vreest dat dit niet de laatste drugsdode in Peterbos is. Er woedt momenteel een verbeten strijd tussen clans om het terrein te bezetten, weet hij. Intussen is de drugshandel uitgedijd naar vele andere wijken in Anderlecht en de rest van Brussel. Volgens Verstraeten is het hek van de dam.

Donderdag verspreidde het Brusselse parket nog een opsporingsbericht waarin getuigen gezocht worden van het gewelddadig overlijden. Het stoffelijk overschot van de 29-jarige man werd woensdagochtend vroeg aangetroffen ter hoogte van de Prozastraat. Het slachtoffer zou aangepakt zijn omdat hij het als kleine dealer aandurfde actief te zijn in de Peterboswijk, die in handen zou zijn van een criminele organisatie uit Marseille, de Zuid-Franse havenstad.