Karl Meesters is concertorganisator bij Rien à voir en presentator van het VRT-programma Niks Te Zien, waar hij als slechtziende met bekende gasten op reis gaat. Hij schrijft tweewekelijks over zijn Brussel.
'Als slechtziende is Brussel de enige stad waar ik nog alleen op reis kan'
“Zet je ergens neer, bestel een koffie, en laat het gewoon wat gebeuren.” Dat was de raad van een van mijn beste vrienden, Lander Gyselinck. Het was eindelijk gelukt om met hem af te spreken door zijn drukke touragenda en hij vertelde vol enthousiasme over zijn reis naar Rome. Met de fiets. Elke dag zo'n honderdtwintig kilometer. Van dorp naar dorp. 's Nachts ergens overnachten, en ‘s morgens dus een koffietje – en zien wat dat bracht.
Zijn woorden bleven in mijn hoofd hangen, terwijl ik in mijn eigen Italië zat: het klooster van de Rijke Klaren aan het Sint-Goriksplein in Brussel. Ik was klaar om mijn eigen vakantie vorm te geven. Mijn vriendin, zelf buitenlandse, had besloten om haar familie te gaan bezoeken, samen met ons vierjarige zoontje. Ik had deze keer gekozen om niet mee te gaan, en zo had ik opeens twee weken voor mezelf.
"Brussel is dé plek op aarde die ik het beste ken. Ik loop hier al mijn hele leven rond: als ziende en als slechtziende"
BRUZZ-columnist
Met enige jaloezie dacht ik na over de reis van Lander. Door mijn progressieve kegelstaafdystrofie – een aandoening aan het netvlies, met als resultaat een zwaar verminderd zicht – lukt fietsen niet meer. Mijn centraal zicht is volledig weg, een enorme troebele vlek in het midden waardoor ik niet meer kan zien en het zou dus veel te gevaarlijk zijn om nog te fietsen. Als kind deed ik het nochtans vaak: erop uittrekken. Zonder doel, tenzij nieuwe wegen en plekken ontdekken. Ik vertrouwde enkel op mijn instinct om de weg terug te vinden – wat telkens lukte. Ik kan dat gevoel, die vrijheid nog altijd enorm hard missen.
Wijn, bier, vis
Intussen ben ik wettelijk blind en dat maakt alleen reizen onmogelijk. Op een plek die ik niet ken, heb ik geen houvast meer. Mijn volledige referentiekader valt weg, waardoor ik in plaats van te ontspannen ontzettend alert en gespannen word. Het geeft geen energie, het kost ontzettend veel energie. Terwijl verlof toch net moet draaien om ontspannen en relaxen. Willen of niet, ik heb dat moeten aanvaarden.
De enige plek waar ik dat wel kan doen, is hier – in het hart van de stad. Brussel is dé plek op aarde die ik het beste ken. Ik loop hier al mijn hele leven rond: als ziende en als slechtziende (rond mijn twintigste pas begon het voor mijn ogen te schemeren). Ik neem de metro al sinds ik me kan herinneren. Mijn moeder werkte vroeger in de Philips-toren, tegenwoordig bekend als de Multi Tower aan het De Brouckèreplein, ik bezocht haar vaak tijdens haar uren.
Nu woon ik al zo'n 25 jaar in het centrum. Ik ken het hier: de straatjes, paaltjes, trappen en kruispunten. Het openbaar vervoer ken ik op mijn duimpje. Brussel voelt dus aan als mijn eigen huis, waar ik in het donker blindelings mijn weg weet te vinden. In een straal van vierhonderd meter rond mijn appartement heb ik bovendien alles wat ik moet hebben: mijn fitness, winkels voor kaas, wijn, bier, vis, vlees, groentjes … en natuurlijk ook cafés en restaurants genoeg.
Sommige mensen zien Brussel als een complexe stad, voor mij is het mijn nieuwe vorm van vrijheid. Het centrum voelt niet alleen aan als mijn vertrouwde dorp, maar het is ook de omgeving waar ik alleen op reis kan gaan. Noem het geen staycation. Het is mijn manier om met mijn beperking om te gaan. Je zicht verliezen dwingt je om oplossingen te vinden. Elke dag opnieuw. En zoals Lander wil ik ook gewoon ontspannen en tijd hebben voor mezelf.
Tijd, en een koffietje.
Column Karl Meesters
Lees meer over: Brussel-Stad , Column , Column Karl Meesters , Karl Meesters , blind , slechtzienden , Lander Gyselinck , rien à voir , Niks te zien
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.