Ook in 2023 vonden opnieuw zo’n honderd vervuilende riooloverstorten plaats: veiligheidsmechanismes waarbij rioolwater ongefilterd de Zenne, de Woluwe en het kanaal inloopt en zo de lokale ecosystemen aantast. De maatregelen van het gewest om de waterlopen schoon te houden, missen hun doel. "Echte oplossingen zullen geld kosten, maar dat is er wel. Jammer genoeg liggen de prioriteiten elders", zegt milieuorganisatie Canal it Up.
Honderd riooloverstorten op één jaar vervuilen Brusselse waterlopen
In 2023 waren er aan Sainctelette 66 dagen met riooloverstorten naar de Zenne en 32 overstortdagen naar het kanaal. Dat gebeurt omdat het regenwater is aangesloten op de riolering waardoor bij stevige regenbuien die het rioolstelstel niet aankan, rioolwater ongezuiverd in de waterlopen terechtkomt.
Jaarlijks komt zo ongeveer 10 miljoen m³ vervuild water (of 4.000 zwembaden) in de Brusselse waterlopen terecht. 75 procent hiervan loopt via de belangrijke overlopen Sainctelette, Molenbeek en Maalbeek.
In 2021 beloofde minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) het probleem aan te pakken, maar dat lijkt moeizaam te verlopen. “In 2020 werd de drempel van de Maalbeek-overstort verhoogd en in 2022 gebeurde hetzelfde met de Sainctelette-overstort naar de Zenne”, vertelt Pieter Elsen, de oprichter van Canal it up.
"Dit vermindert het aantal rechtstreekse lozingen, maar vergroot echter wel de hoeveelheid rioolwater die in de riolen blijft en zo bij de waterzuiveringsinstallaties terechtkomt", klinkt het. "Die hebben bij zware plensbuien ook onvoldoende capaciteit met overstorten tot gevolg.”
Blauw-groene infrastructuur
Een doekje voor het bloeden dus, maar wat zou er dan moeten gebeuren? “Een overloop zou slechts enkele keren per jaar gebruikt mogen worden bij de allerhevigste regenbuien”, aldus Elsen.
“Brussel zou meer moeten inzetten op blauw-groene infrastructuur en een strategie om regenwater op te vangen en te infiltreren of recupereren. De Gewestelijke Stedenbouwkundige Verordening zet hier wel op in, maar enkel bij nieuwe projecten en dat schiet tekort. Bovendien wordt er daarnaast nog steeds regenwater op de riolering aangesloten, zoals bij het recentelijk heraangelegde Rogier- en Jourdanplein.”
Daarnaast is er nog het Waterbeheerplan dat tegemoet moet komen aan de Europese eis om de ecologische toestand van alle waterlopen tegen 2027 op te krikken. "Dat zal Brussel niet halen", aldus Elsen. "Het plan telt zeer veel maatregelen zonder echt specifieke projecten en is ook opgesteld door de gewestelijke actoren waarbij de gemeentes lijken te ontbreken.”
'Nog steeds wordt bij bouwprojecten het regenwater op de riolering aangesloten zoals bij het recentelijk heraangelegde Rogier- en Jourdanplein.'
Oprichter Canal it Up
Dat brengt ons naadloos bij een volgend pijnpunt in de zoektocht naar oplossingen: de Brusselse versnippering. "Naast de 19 gemeenten die elk afzonderlijk mee moeten willen met hun eigen projecten heb je hier ook zowel Hydria als Vivaqua die beide beschikken over afvalwatercollectoren, stormbekkens en riolering."
Volgens Elsen zit het probleem echter vooral bij een gebrek aan middelen. In zijn betoog wijst hij op internationale voorbeelden als Parijs dat tijdens de Olympische Spelen dit jaar zwemdisciplines in de Seine wil laten doorgaan en met een plan van 1,2 miljard het aantal rioollozingen tot nul wil herleiden.
In London wordt zelfs bijna 5 miljard euro vrijgemaakt voor een plan tegen watervervuiling. “Metro 3 toont dat er ook hier wel degelijk geld is, maar de prioriteiten liggen duidelijk elders."
Bodemafdichting
In een reactie erkent Brussels minister van Leefmilieu Alain Maron (Ecolo) dat de lozing van rioolwater in oppervlaktewateren een probleem blijft. “Op dat punt ben ik het eens met Canal It Up”, klinkt het. “De druk op de riolering neemt toe. Deels door de klimaatverandering, die hevigere regenbuien met zich meebrengt, en deels door de bodemafdekking (verharding, red.)."
Volgens de minister bestaat de echte oplossing uit de verwijdering van bodemafdichting, en plaatselijke re-infiltratie van het regenwater in plaats van het door het riool te spoelen. De nieuwe stedenbouwkundige verordeningen die momenteel worden voorbereid, moeten daarbij het geïntegreerde beheer van regenwater bevorderen in stedelijke projecten.
“Er zijn ook subsidies toegekend aan lokale overheden zodat ze op hun niveau actie kunnen ondernemen”, zegt Maron. “Drie studies rond de afkoppeling van regenwater in de stroomgebieden van de Molenbeek, de Voor-Zenne en Woluwe (zijrivier van de Zenne, red.) worden binnenkort afgerond.” Een andere studie onderzoekt hoe geïntegreerd stormwaterbeheer kan worden gefinancierd.
Maron wijst voorts op andere projecten die de kwaliteit van het oppervlaktewater moeten verbeteren. Zo haalt hij de openlegging van de Zenne aan, de begroeide eilandjes in het kanaal en de renaturatie van de vijvers in Neerpede. “Deze ingrepen bevorderen het zuurstof- en lichtgehalte in de Brusselse waterlopen, alsook de biodiversiteit. Dat zal helpen om te voldoen aan de Europese normen voor de kwaliteit van oppervlaktewater.”
Lees meer over: Brussel , Milieu , canal it up , overstorten , Zenne