Als het over de strengere lage-emissiezone (LEZ) gaat, wordt vaak met cijfers gegoocheld. Data die we opvroegen tonen dat in juni nog 138.000 voertuigen in Brussel rondreden die er tegen 2025 uit moeten, goed voor een tiende van het totaal. “Maar bij de vorige aanpassing waren de cijfers vergelijkbaar en toen lukte het zonder uitstel.”
Zonder LEZ-uitstel moeten ruim 100.000 voertuigen uit het verkeer
Het was u allicht niet ontgaan: de voorbije weken woedde een discussie over het uitstellen van de strengere lage-emissiezone in het Brussels gewest. Een meerderheid van de partijen in het Brussels parlement stelt voor om de volgende geplande aanpassing, die op 1 januari 2025 ingaat, met twee jaar uit te stellen. De commissie Leefmilieu stemt deze week over een voorstel van MR, Les Engagés, PS en Open VLD. De kans lijkt groot dat het uitstel (voor diesels euro 5 of benzine euro 2) er ook komt.
Een cruciale vraag daarbij is hoeveel voertuigen nu precies zullen gebannen worden door die strengere normen, die al besloten en bekend zijn sinds 2017. Daarbij circuleren verschillende cijfers. Automobielfederatie Febiac heeft het bijvoorbeeld over 600.000 auto’s in heel België, terwijl elders cijfers van enkele tienduizenden circuleren. Het cijfer van 600.000 houdt echter geen rekening met het feit dat het merendeel van die auto’s nooit in Brussel rijdt en dus ook geen hinder zal ondervinden door de strengere eisen.
Honderden ANPR-camera's
Navraag bij de Brusselse milieuadministratie levert een accurater beeld op van het aantal voertuigen dat uit het verkeer zal moeten, mocht er geen uitstel komen van de verstrenging. Leefmilieu Brussel weet immers hoeveel auto’s in juni effectief door de Brusselse straten reden. De cijfers zijn afkomstig van de honderden ANPR-camera’s die de LEZ controleren.
Het totale aantal voertuigen (zowel personenwagens als bestelwagens, vrachtwagens, bussen en motorfietsen) dat in juni nog rondreed en dat in januari niet meer zal mogen, bedraagt welgeteld 138.642. Dat is goed voor 9,7 procent van alle voertuigen die op dat moment in Brussel rondreden, bijna één op de tien van het wagenpark dus.
Voor alle duidelijkheid: het gaat over voertuigen die minstens een keer werden opgemerkt. De cijfers zeggen ook niets over de situatie aan het eind van dit jaar. De curve van het aantal auto's dat nog rondrijdt, maar er straks uit moet, daalt ook erg snel (zie grafiek verder in het artikel).
Vooral uit Vlaanderen
Opmerkelijk: het grootste aandeel is daarbij niet voor voertuigen die ingeschreven zijn in Brussel, maar wel in Vlaanderen, goed voor meer dan 57.000 voertuigen die straks uit het verkeer moeten. Het hoofdstedelijk gewest volgt met 42.000 voertuigen, Wallonië sluit af met 39.000 voertuigen. De kans dat een voertuig in januari niet meer in Brussel zal mogen rijden, is overigens wat groter binnen het Waalse voertuigenpark en het kleinst binnen de auto’s die in Vlaanderen zijn ingeschreven. Die laatsten voldoen met andere woorden vaker aan de normen, maar doordat het er zoveel zijn, maken ze toch nog de hoofdbrok uit van de wagens die eruit moeten bij de geplande aanpassingen.
Het leeuwendeel van de voertuigen die straks uit het (Brussels) verkeer zou moeten, zijn personenwagens, goed voor een totaal van 106.136. Ook hier is het grootste aandeel opnieuw voor Vlaanderen (ruim 42.000 wagens), voor Wallonië (ruim 32.000) en Brussel (ruim 31.000).
“In 2022 was er een gedoogbeleid van zes maanden. Mensen werden ondertussen aangemaand een andere oplossing te zoeken en dat deden ze ook. Het kan dus zonder uitstel"
stadsbeweging Bral
De data van de milieuadministratie bevatten ook een tijdlijn (zie grafiek hieronder). Die toont dat het aantal auto’s dat straks gebannen zou worden vergelijkbaar is met de situatie bij de vorige aanpassing in 2022, toen de euro 4-diesels eruit gingen. Ook toen reden er een half jaar voor de strengere normen bijvoorbeeld nog circa 40.000 in Brussel ingeschreven voertuigen rond die nog niet aangepast waren aan die normen. Voor het totale aantal voertuigen (inclusief exemplaren ingeschreven in de andere gewesten) ligt het cijfer deze keer wel wat hoger dan in 2022.
“In 2022 is er een gedoogbeleid van zes maanden geweest,” legt Tim Cassiers van stadsbeweging Bral uit. “Mensen werden ondertussen aangemaand een andere oplossing te zoeken en dat deden ze ook. Het toont dat het uitstel helemaal niet nodig is. Dat voorstel veroorzaakt heel veel verwarring, terwijl de Brusselaars duidelijkheid nodig hebben.” Cassiers wijst op de steile duik van de curve van de voorbije maanden. “Heel veel Brusselaars hebben hun vervuilende wagen al van de hand gedaan het afgelopen jaar, die mensen worden nu gewoon uitgelachen.”
Belangenvereniging Touring vindt de 138.000 voertuigen dan weer een erg groot aantal. "In 2022 waren het ook vuilere auto's die eruit gingen. De verhouding tussen de economische kosten en het ecologische voordeel is vandaag anders."
Klimaatdoelstellingen en luchtkwaliteit
Vorige week bleek ook al wat de impact van twee jaar uitstel zou zijn op de klimaatdoelstellingen en de luchtkwaliteit. Administratie Leefmilieu Brussel becijferde dat het Gewest in dat geval zijn doelen inzake CO2-uitstoot niet meer zou halen, met mogelijke miljoenenboetes tot gevolg. Ook de luchtkwaliteit zou lijden onder uitstel.
De administratie ging er daarbij van uit dat de hele LEZ-timing uiteindelijk met twee jaar opschuift bij uitstel. Het voorstel waarover deze week gestemd wordt, stelt enkel de volgende aanpassing met twee jaar uit. Daardoor zouden er zowel in 2027 als in 2028 telkens nieuwe strengere normen volgen. Of die snelle opeenvolging niet opnieuw tot uitstel zal leiden blijft vandaag een open vraag.
Lees meer over: Mobiliteit , Milieu , LEZ , lage-emissiezone , Leefmilieu Brussel