Jurgen Ral, directeur Brik

Brik/Montage: BRUZZ

| Jurgen Ral, directeur Brik. Het studentenloket hoopt dat de volgende Brusselse regering specifiek beleid rond betaalbare woningen hoog op het lijstje zet.

Brik aan volgende Brusselse regering: 'Zorg voor een actieplan studenten-huisvesting'

JP
© BRUZZ
03/06/2024

Nergens in België is een studentenkamer duurder dan in Brussel. Naast de hoge prijzen is er ook een gebrek aan koten. “Naar schatting zijn er tussen de 10.000 en 12.000 studentenkamers te weinig,” zegt Jurgen Ral. De Brik-directeur vraagt in een memorandum aan de toekomstige Brusselse regering om de noden in kaart te brengen en vastgoedspelers te stimuleren om volop in te zetten op meer betaalbare studentenwoningen.

In het memorandum vraagt Brik de toekomstige Brusselse regering om in kaart te brengen hoe groot het probleem is.
Ral: “Inderdaad, we hopen daarom dat de eerder aangekondigde Monitor voor Studentenhuisvesting niet te lang op zich laat wachten. Zonder monitor kunnen we vraag en aanbod niet voldoende op elkaar afstemmen en varen we per definitie blind. Hoeveel kotstudenten zijn er nu in Brussel geregistreerd? Dat weten we vandaag niet; we baseren ons op onder meer een onderzoek van perspective.brussels, maar dat zijn ruwe schattingen. Ook aan de aanbodzijde weten we niet precies hoeveel studentenkoten er zijn.”

Via Facebookgroepen is het voor studenten heel makkelijk om een ‘colocation' te vinden. Is er wel een probleem?
Ral: “Er is wel degelijk een groot probleem aan de aanbodzijde. Studenten die op zoek zijn naar een verblijf grasduinen ook in die Facebookgroepen en vinden daar soms ook een oplossing. Maar het probleem met deze vorm van wonen is dat studenten op de residentiële markt terechtkomen: daar waar ook gezinnen naar een woning zoeken, en waar ook sprake is van een enorme krapte. Een verbod is niet aan de orde, aangezien dat het aanbodprobleem enkel groter zou maken. In plaats daarvan moeten we volop inzetten op het bouwen van geschikte en betaalbare studentenwoningen.”

En daarmee bedoelt u zeker niet de luxekoten met een gym en cinema inbegrepen.
Ral: “Voor die specifieke grotere residenties, die maandelijks zo’n 800 euro kosten, is er wel een markt. Maar er is vooral ook een vraag naar betaalbare koten. We hebben in de stad maar beperkte ruimte. Die ruimte moeten we goed inzetten.

Met Brik pleiten we er voor om in nieuwe residenties vijftig procent van de studentenkamers voor te behouden als collectieve studentenhuisvesting, dat betekent betaalbare kamers met gedeelde faciliteiten. Dit zodat niet alles naar het duurdere segment gaat – de studio’s. Dat staat trouwens ook zo in Good Living’. De nieuwe stedenbouwkundige verordening speelt hier dus een hele belangrijke rol in.”

Is de helft niet heel veel?
Ral: “Ja, maar het is ook nodig. Hoe houden we wonen in Brussel betaalbaar? Die vraag geldt zowel voor residentieel wonen als voor studentenwoningen en wordt niet alleen in Brussel gesteld. Op dit moment zien we in Vlaanderen dat Vlaams minister van Wonen, Matthias Diependaele (N-VA), budget vrij maakt voor betaalbare studentenwoningen ofwel ‘basiskoten’. Ook wij krijgen een klein deel van dat budget voor nieuwe koten in Brussel. Ook in het buitenland zie je die tendens om meer ‘basiskoten’ te bouwen: in Parijs bijvoorbeeld, en ook in verschillende steden in Duitsland.”

In 2022 kwamen jullie al met een manifest om de problemen aan de kaak te stellen. Wat is er sindsdien veranderd?
Ral: “Er is één ding echt veranderd, maar dat plan is nog niet in werking getreden. Het stedenbouwkundige plan ‘Good Living’ is namelijk uitgesteld. Daarin was onder meer een passage opgenomen over hoe studentenkamers eruit moeten zien (elke individuele studentenwoning zal een minimumoppervlakte van 24 vierkante meter hebben, elke collectieve studentenkamer zal een minimumoppervlakte van 12 vierkante meter hebben, JP).”

Waar hoopt Brik op, de volgende legislatuur?
Ral: “We roepen de volgende Brusselse regering op om een daadkrachtig en ambitieus beleid te maken rond studentenhuisvesting, met focus om betaalbaarheid, dat doorwerkt op alle niveaus. We hopen dat het Nederlandstalige en Franstalige onderwijs mee aan tafel mogen zitten om dit uit te werken. Zo kunnen we beleid maken dat in het belang is van alle studenten en van Brussel de beste studentenstad maken.”

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni