De collecties van het Legermuseum maken geen integraal deel uit van het gebouw en kunnen dus ook niet beschermd worden door het Gewest. Dat oordeelt de Raad van State, die de federale overheid daarmee gelijk geeft. Verschillende verenigingen vrezen dat stukken uit de inboedel richting Vlaanderen zullen worden versluisd.
Raad van State annuleert bescherming inboedel Legermuseum, stukken mogen Brussel verlaten
De onenigheid rond de inboedel van het Legermuseum stamt al uit 2017. In dat jaar ging het museum op in het War Heritage Institute (WHI), dat verschillende sites in België beheert. Bij verschillende verenigingen zorgde dat voor angstzweet met een communautair geurtje: ze vreesden dat toenmalig minister van Defensie Steven Vandeput (N-VA) en het WHI het museum zouden willen plunderen ten voordele van de andere gewesten en vooral stukken naar Vlaanderen zouden willen versluizen.
Dat de kanonnen aan de ingang in Vlaanderen gerestaureerd werden en een C-130 uit de collectie naar Melsbroek vertrok, versterkte die indruk alleen maar. Het buurtcomité Montgomery-Tervuren lanceerde daarop een petitie die eiste dat de collecties van het Legermuseum op de Jubelparksite in Brussel zouden blijven.
Het WHI ontkende, maar de petitie raakte duidelijk een gevoelige snaar. Op korte tijd tekenden 28.000 mensen de tekst, de teller staat vandaag zelfs op 36.000. En ook de Brusselse regering was niet ongevoelig voor de petitie. Ze besliste uiteindelijk om de twee zalen in de vorm van een gebogen galerij te beschermen, de zogenaamde ‘historische’ en de ‘technische’ zaal.
Legermuseum is geen Stocletpaleis
De demarche van de Brusselse regering viel in slechte aarde bij de federale overheid, die naar de Raad van State trok. In een eerste advies gaf de auditeur gelijk aan de Brusselse regering. Maar het uiteindelijke arrest van afgelopen december annuleert de bescherming, bericht de RTBF nu en blijkt ook uit het arrest dat we inkeken.
"Het gaat om een politiek gemotiveerd arrest"
comité Montgomery-Tervuren
De redenering van de Raad van State: een beschermingsprocedure valt niet te verzoenen met het beheer van een museumcollectie, die moet kunnen evolueren. De Raad argumenteert daarbij dat de collecties nu eenmaal geen integraal deel uitmaken van het gebouw, dat pas in 1932 tot Legermuseum werd omgevormd. Anders gesteld: de kanonnen en uniformen zijn ontworpen om gebruikt te worden, niet om in het museum te staan. Dat is een fundamenteel verschil met een dossier als het Stocletpaleis, waar de inboedel wél deel uitmaakt van het gesamtkunstwerk en dus ook beschermd kan worden.
Het buurtcomité Montgomery-Tervuren reageert teleurgesteld op het arrest. “Het gaat om een politiek gemotiveerd arrest,” vindt Charles Six. Het comité vreest onder andere dat de annulering van de bescherming de deur openzet voor een publiek-private samenwerking in de grote Bordiauhal van het museum. Op de achtergrond speelt ook het project om het Jubelpark tegen 2030 om te vormen tot het belangrijkste podium voor de viering van tweehonderd jaar België, denkt Six. “Nu hebben ze de handen vrij en kan de federale overheid doen wat ze willen met het museum.”
Het comité overweegt alvast om opnieuw te mobiliseren en zo een nieuwe klasseringsprocedure af te dwingen. “Het gaat om meer dan zomaar een vrees, er bestaat een lange lijst van stukken die ondertussen niet meer in Brussel zijn,” aldus Six.
Samenzitten met defensieminister
Het kabinet van Brussels staatssecretaris van Erfgoed Ans Persoons (Vooruit.brussels) blijft in een reactie op de vlakte. “We zullen het arrest van de Raad van State analyseren. Het belangrijkste voor ons blijft sowieso dat het Legermuseum een integraal onderdeel blijft van de Jubelparksite. We zullen daarover ook nog samenzitten met minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS).”
De directeur van het Legermuseum zelf is dan weer ronduit opgetogen over het arrest. “De tegenstanders spreken over een politiek gemotiveerd arrest, maar ik heb eerder de indruk dat de klassering een politieke zet was,” zegt directeur Michel Jaupart.
"De burgervliegtuigen zorgen ervoor dat we een deel van de legercollectie niet kunnen tonen, dus moeten ze een andere bestemming krijgen"
directeur War Heritage Institute
“De beslissing van de Raad van State maakt het nu mogelijk om de historische zalen te herdenken. Dat is nodig, want in de loop der jaren is de historische zaal helemaal dichtgeslibd. De collectie is gestart met circa negenhonderd stukken, maar groeide geleidelijk aan tot zesduizend omdat er geen echt depot was en het museum zelf als stockageruimte diende. Als we de expo verlichten, maken we de geschiedenis meteen ook begrijpelijker.”
Dat er een project voor een publiek-private samenwerking in de Bordiauhal is, ontkent Jaupart. “We zijn bezig met een algemene denkoefening over de toekomst van het museum. Daarbij komen verschillende scenario’s op tafel, maar een beslissing is er nog niet.”
Wat wel al duidelijk is: het aantal vliegtuigen in de grote vliegtuighal - ruim honderd - zal verminderen. Heel wat van die toestellen hebben immers niet meteen iets te maken met het leger. “In de jaren 1970 waren het vooral vrijwilligers die van een luchtvaartmuseum droomden die toestellen verzameld hebben,” weet Jaupart. “Maar op die manier moeten we een deel van onze echte legercollectie, onze corebusiness, in het depot houden. Het is dus logisch dat de burgertoestellen een andere bestemming krijgen.”
Breder publiek aantrekken
Minister van Defensie Ludivine Dedonder (PS) laat weten dat ze “zal blijven investeren in alle sites van het WHI. Voor wat betreft het museum in het Jubelpark, werkt het WHI samen met de andere musea om een breder publiek aan te kunnen trekken.”
Lees meer over: Brussel-Stad , Wetenschap , Politiek , legermuseum , War Heritage Institute , Ans Persoons , comité Montgomery-Tervuren , Michel Jaupart