De verarming van Brussel die met de stadsvlucht van de jaren 1970 begonnen is, is in 2014 gestabiliseerd en in 2016 is er zelfs sprake van een lichte kentering. Het westen van Brussel blijft echter verarmen, met Ganshoren als uitschieter. Maar waarover gaat het?
Gemeenten in het Noordwesten van Brussel, Ganshoren, Sint-Agatha-Berchem, Koekelberg en Jette verarmen snel.
Lees ook: Het westen van Brussel blijft verarmen
Voor de berekening van de zogenoemde welvaartsindex voor België herleidt de FOD Economie het nationale gemiddelde inkomen tot 100. Als een gemeente een welvaartsindex van minder dan 100 heeft, dan is zij arm. Heeft ze een hoger cijfer, dan is ze rijk. De index voor Brussel ligt al decennialang onder de 100.
In vergelijking met België is Brussel dus minder welvarend. In 2005 stond de welvaartsindex nog op 84, in 2016 was dat maar 78. De achteruitgang van Brussel ging razendsnel tussen de jaren 1970 en 2005, tussen 2005 en 2014 ging de verarming trager en in 2016, het laatste jaar waarvoor cijfers beschikbaar zijn, is Brussel er lichtjes (0,3 procent) op vooruitgegaan.
Dat is opvallend, omdat de jongste jaren heel veel mensen met een laag inkomen - de vluchtelingen zijn hier één opvallende groep - hun weg naar Brussel gevonden hebben. Dat betekent dat tegelijk ook heel wat mensen met hogere inkomens in Brussel zijn komen wonen. Dat is de analyse die ook VUB-demograaf Patrick Deboosere deelt. Achter de welvaartsindex gaan heel uiteenlopende realiteiten schuil.
"De generatie ouderen in Ganshoren is vervangen door huishoudens met kinderen, en omdat kinderen geen inkomen hebben trekken ze het gemiddelde naar beneden"
Opvallend is dat het noordwesten van Brussel, traditioneel lagere middenklassengemeenten, fel verarmt. De welvaartsindex zakte het voorbije decennium met meer dan tien punten. Ook de arme gemeenten, met name Anderlecht en Sint-Jans-Molenbeek, worden steeds minder welvarend.
De twee sterkste dalers in het Brussels Gewest zijn Ganshoren en Sint-Agatha-Berchem. Ganshoren ging sinds 2005 met zeventien punten achteruit, Berchem met zestien. Ook buurgemeenten Jette en Koekelberg kregen klappen, zij gingen er met zestien punten op achteruit. En ook van een stabilisering is hier niets te merken, de achteruitgang gaat voort.
Kinderen
Dat de bevolkingssamenstelling van die gemeenten fel veranderd is, is allicht een open deur intrappen, alhoewel. Ganshoren is een mooi voorbeeld. Aan het einde van de jaren 1980 was Ganshoren de oudste gemeente van het land, maar een flink deel van de mensen die eind van de jaren 1980 al oud waren, is ondertussen gestorven. Ze zijn vervangen door huishoudens met kinderen en omdat kinderen zoals geweten geen inkomen hebben - dixit Deboosere - trekken ze het gemiddelde naar beneden.
In een aantal andere gemeenten zorgt de veranderende bevolking ervoor dat de index naar omhoog gaat, al is dat in de ene gemeente meer dan in de andere. Elsene en Sint-Gillis zijn hippe gemeenten en dat vertaalt zich ook in een betere welvaartsindex, al blijft Sint-Gillis met 71 nog flink onder de Brusselse welvaartsindex van 78. Ukkel was rijk en is nog rijker geworden, en staat met een index van 113 fors boven de 100.
Tot slot: dat de Brusselse welvaartsindex erop achteruitgaat betekent niet dat de Brusselaars minder zijn gaan verdienen. Sinds 2005 is het gemiddeld jaarinkomen gestegen van 11.482 naar 13.980. Alleen is de stijging in Brussel kleiner dan in de rest van het land en dus werd ook de welvaartskloof groter.
Lees meer over: Ganshoren , Jette , Koekelberg , Sint-Agatha-Berchem , Analyse , welvaartsindex , armoede , verarming
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.