Analyse

Zes knelpunten bij de Brusselse regeringsvorming

Steven Van Garsse
© BRUZZ
03/09/2024

Belgaimage/Montage: BRUZZ

| David Leisterh (MR) en Elke Van den Brandt (Groen)

De formatie van de Brusselse regering zit nog altijd muurvast. Bijna drie maanden na de verkiezingen zijn er onvoldoende partijen om een meerderheid te vormen. De kans dat er voor het eind van het jaar een regering is, slinkt met de dag. Waar liggen de knooppunten?

Op 16 en 17 september is er de openingszitting van het Brussels parlement. Voor het eerst sinds de oprichting van het Brussels Gewest in 1989 is dat er één zonder een zittende regering. Of het nu onder Charles Picqué (PS, in de periode 1989-2009), Jacques Simonet (MR, in 1999) of Rudi Vervoort (PS, sinds 2014) was, altijd was er in juli na de verkiezingen een regeerakkoord en kon er bij de opening van het Brussels parlement gedebatteerd worden over de beleidsverklaring.

Dat zal nu anders zijn. Er is nog geen begin van een akkoord. Er zijn onvoldoende partijen voor een meerderheid in het Brussels parlement. Meer nog: de Franstalige partijen in die toekomstige regering zetten afgelopen weekend de grootste Nederlandstalige regeringspartij buitenspel.

David Leisterh (MR) en Elke Van den Brandt (Groen)

Belgaimage/Montage: BRUZZ

| David Leisterh (MR) en Elke Van den Brandt (Groen)

1. De kaarten liggen moeilijk

De kiezer heeft de kaarten wel moeilijk gelegd. Aan Franstalige kant moest de PS in juni haar eerste plaats afstaan aan de MR, de winnaar van de verkiezingen, die meteen met Les Engagés een verbond sloot. Schoorvoetend verklaarde de PS zich in augustus akkoord om mee in de regering te stappen. Het is meteen ook de enige werkbare Franstalige meerderheid na de verkiezingen van juni. Défi en Ecolo kregen zo’n klap dat ze vooral bezig zijn met zichzelf. De PS zei ja op basis van een vage startnota van formateur David Leisterh (MR), maar het valt niet uit te sluiten dat er achter gesloten deuren al enkele deals zijn gesloten om de PS mee aan boord te krijgen.

Hoe dan ook zit de PS in een coalitie met de MR in een weinig comfortabele positie. Ze zal de Waalse, de Franse gemeenschapsregering en wellicht ook de federale regering bekampen vanuit de oppositie. In die regeringen vormt MR-Les Engagés een as.

In Brussel zal de PS dus wél samenwerken met MR en Les Engagés. Het maakt een coherent oppositieverhaal niet eenvoudig, zeker omdat de PS in die centrumrechtse regering in Brussel een permanente schietschijf dreigt te worden van de PTB, die blaakt van gezondheid. En van Ecolo, dat zich als oppositiepartij weer zal moeten heruitvinden.

Ahmed Laaouej (PS) op 10 juni 2024 de dag na de Gewestverkiezingen

PhotoNews

| Ahmed Laaouej (PS) op 10 juni 2024, de dag na de Gewestverkiezingen.

2. Onderhandelen op twee snelheden

De beslissing van PS-voorzitter Ahmed Laaouej om aan Franstalige kant in de meerderheid te stappen volgt wel degelijk een ijzersterke politieke logica. En dat is die van de macht. De PS zit sinds het ontstaan van het Brussels Gewest mee in het bestuur. Er staan grote hervormingen op til, die gedreven zullen zijn door de rampzalige Brusselse financiën en de snel oplopende schulden. Op zo’n moment wil de PS, medearchitect van het Brussels Gewest, er liever bij zijn.

En dus zit de PS mee aan tafel. Ahmed Laaouej onderhandelt zelf, samen met Khalil Aouasti. Bij MR zit ook Georges-Louis Bouchez geregeld aan tafel, naast David Leisterh. En bij Les Engagés ook voorzitter Maxime Prévot.

De PS onderhandelt op twee snelheden. Enerzijds laat ze blijken wel degelijk vooruitgang te willen maken in de formatie, en te hopen op een regering over enkele weken. Anderzijds staan de remmen op. De PS is er als de dood voor dat het met onpopulaire maatregelen naar de gemeenteraadsverkiezingen van 13 oktober zal moeten stappen.

Om de moeilijke formatie van de Brusselse regering te begrijpen, zijn die gemeenteraadsverkiezingen dan ook essentieel: in Brussel zijn de lokale belangen altijd verweven geweest met de gewestelijke. En voor een partij als de PS, die ook lokaal in heel wat Brusselse gemeenten de lakens uitdeelt, staat er heel wat op het spel.

12 juni 2024: Fouad Ahidar behaalde bij de verkiezingen van 9 juni 2024 3 zetels in het Brussels parlement met zijn Team Fouad Ahidar.

Belgaimage

| Fouad Ahidar behaalde bij de verkiezingen van 9 juni 2024 drie zetels in het Brussels parlement met zijn Team Fouad Ahidar.

3. Fouad Ahidar en de PTB

De resultaten van de gewestverkiezingen op gemeenteniveau zijn interessant om op in te zoomen. De MR haalde in heel wat PS-gemeenten vlot vijftien à twintig procent, en is opnieuw een te duchten concurrent. Maar de dreiging zit vooral op links, bij PTB en Team Fouad Ahidar. In Koekelberg bijvoorbeeld, de fief van Ahmed Laaouej, zijn PTB en Team Fouad Ahidar bij de gewestverkiezingen samen goed voor 26 procent van de stemmen. In buurgemeente Molenbeek, waar Catherine Moureaux (PS) de plak zwaait, halen PTB en Team Fouad Ahidar zelfs bijna veertig procent.

Ahmed Laaouej heeft de afgelopen verkiezingen bewezen dat de PS in de hoofdstad kan standhouden, iets waar Paul Magnette in Wallonië niet in is geslaagd. Laaouej zal bij de gemeenteraadsverkiezingen zeker niet willen onderdoen.

Maar Laaouej moet op verschillende schaakborden tegelijk spelen. De dreiging kan er ook komen vanuit het Brussels parlement, dat, zoals gezegd, half september van start gaat.

Net voor de verkiezingen van juni heeft de PS via een parlementaire truc de stemming kunnen tegenhouden van het wetboek Dierenwelzijn. Het kersverse parlement is echter vrij om dat wetboek opnieuw op de agenda te zetten, inclusief een amendement dat het onverdoofd slachten verbiedt. De kans is groot dat daar in het huidige parlement ook een meerderheid voor is.

De PS wil te allen prijze vermijden dat het dossier voor de gemeenteraadsverkiezingen opnieuw op tafel komt.

David Leisterh (MR), Ahmed Laaouej (PS) en Christophe De Beukelaer (Les Engagés)

PhotoNew/Belgaimage. Montage: BRUZZ

| David Leisterh (MR), Ahmed Laaouej (PS) en Christophe De Beukelaer (Les Engagés)

4. Profileringsdrang van Franstalige partijen

De Franstalige partijen gebruiken het politieke vacuüm – dat ontstaat doordat er nog geen regering is – om het parlement in te schakelen om zich te profileren. Zondag lieten MR, PS en Les Engagés aan Belga weten dat ze een akkoord hebben over het uitstel van de termijn in het kader van de lage-emissiezone (LEZ). Ze stellen voor om, via het parlement, vervuilende dieselauto’s die normaal vanaf 2025 niet meer in Brussel mogen rondrijden, twee jaar uitstel te geven.

Dat is een regelrechte oorlogsverklaring aan de Nederlandstalige coalitiepartner Groen. Er is hierover, volgens Groen, geen enkel overleg geweest, terwijl er vorige week nog samen onderhandeld is, onder meer over de begroting. Elke Van den Brandt spreekt van een vertrouwensbreuk.

Opmerkelijk: de drie Franstalige partijen hadden voor hun voorstel geen meerderheid in het Brussels parlement, tot maandag toen ze met veel bombarie de overstap van een Défi-parlementslid aankondigden. Dat soort spelletjes belooft weinig goeds voor de cohesie in de volgende Brusselse regering.

Bovendien geven de Franstaligen opnieuw de indruk dat ze weinig op hebben met die Nederlandstalige meerderheid in de Brusselse regering. Die kiem werd eerder al gelegd door MR-voorzitter Georges-Louis Bouchez die net na de verkiezingen vond dat Van den Brandt, “met haar vier zetels” best een toontje lager zou zingen.

Regeringsvorming met Elke Van den Brandt (Groen), Benjamin Dalle (CD&V), Ans Persoons (Vooruit) en Sven Gatz (Open VLD)

Belgaimage/Montage: BRUZZ

| Regeringsvorming met Elke Van den Brandt (Groen), Benjamin Dalle (CD&V), Ans Persoons (Vooruit) en Sven Gatz (Open VLD)

5. Te veel partijen, te weinig posities

De Nederlandstaligen hebben tot nu toe geen al te beste beurt gemaakt. Formateur Elke Van den Brandt slaagt er bijna drie maanden na de verkiezingen niet in om een meerderheid op de been te brengen binnen haar eigen taalgroep.

Haar voorkeur gaat uit naar een heruitgave van de vorige ploeg: Groen, Open VLD en Vooruit, aangevuld met CD&V. Dat is een nipte meerderheid van negen zetels op zeventien. En er zijn maar drie ministerposten te verdelen.

Vorige week werd echter duidelijk dat Benjamin Dalle, de enige gekozene voor CD&V, onder geen beding die meerderheid wil steunen. Hij vreest een heruitgave van de regering-Vervoort III, die hij graag de “slechtste regering noemt in de geschiedenis van het Brussels Gewest”.

Voor Dalle is dé uitdaging voor het Brussels Gewest, behalve de begroting, de werkzaamheidsgraad omhoog krijgen en de activering van werkzoekenden. Hij gelooft niet dat dat met de voorgestelde meerderheid zal lukken.

Dat is op zich een vreemde aanname, want de regering is, met MR en Les Engagés, een van de rechtsere in de geschiedenis van het Brussels Gewest. De CD&V kan daar zeker een partner in zijn.

Blijft het probleem dat Benjamin Dalle niet als volwaardig lid aan die regering zal kunnen deelnemen. Hoogstens zal dat als regeringscommissaris zijn. Maar de Franstalige partijen lijken bereid om hem, in een soort van gentlemen’s agreement, toch mee op te nemen als volwaardig lid van die regering, inclusief enkele bevoegdheden. Ook daar past Dalle echter voor.

Elke Van den Brandt kijkt daarom steeds meer naar een andere partij om de Vlaamse meerderheid te vervolledigen, de N-VA. Dat is bij Groen zeker niet met de volle goesting. Ideologisch staan Groen en N-VA diametraal tegen over elkaar. Maar N-VA lijkt, in tegenstelling tot CD&V, wél bereid om in die Brusselse regering te stappen.

De voordelen zijn legio: het geeft een stabielere meerderheid (tien zetels), en sluit ook meer aan bij de centrumrechtse as aan Franstalige kant van MR en Les Engagés. Zowel David Leisterh als Christophe De Beukelaer liet al verstaan dat N-VA welkom is in die Brusselse regering.

20240612 Mathias Vanden Borre en Cieltje Van Achter van N-VA op gesprek bij Elke Van den Brandt (Groen) na de verkiezingen van 9 juni 2024

Belgaimage

| Mathias Vanden Borre en Cieltje Van Achter van N-VA op gesprek bij Elke Van den Brandt (Groen) na de verkiezingen van 9 juni 2024.

Alleen lost dat het probleem niet op van de verdeling van de ministerposten. Er zijn dan nog altijd vier partijen voor drie ministerposten. In dat geval zouden Elke Van den Brandt en Cieltje Van Achter minister worden, Sven Gatz staatssecretaris en Ans Persoons regeringscommissaris.

Zover zijn we nog lang niet, want er moet een regeerakkoord worden gemaakt, en de N-VA zal zeker institutionele hervormingen op tafel leggen, en de toepassing van de taalwet. Dat zal lange en ingewikkelde onderhandelingen vergen.

Dan rest er nog Fouad Ahidar. Hoewel met zijn partij Team Fouad Ahidar numeriek een meerderheid kan worden gevormd, lijkt die piste lijkt vandaag verder dan ooit. Daar is een evidente reden voor.

Er is al verschillende keren geschreven dat de Brusselse regering op een ‘confederale manier’ tot stand komt. De Nederlandstaligen en Franstaligen maken hun eigen meerderheid en de Franstaligen hebben zich niet te moeien met de Nederlandstalige formatie in Brussel, en vice versa. Dat klopt, maar slechts tot op zekere hoogte. Als puntje bij paaltje komt, moeten beide taalgroepen wel door één deur.

Dat is ook wettelijk zo geregeld. De regering heeft een dubbele meerderheid nodig in het parlement, dus ook een meerderheid in elke taalgroep. Kort door de bocht: MR en Les Engagés kunnen een veto uitspreken tegen Ahidar. En dat doen ze ook. Leisterh zegt al langer dat Ahidar geen optie is. “Er komen serieuze uitdagingen op ons af, dus hebben we ook serieuze partijen nodig,” zo zei hij het onlangs zonder veel omhaal bij BRUZZ over Team Fouad Ahidar.

6. De rol van Elke Van den Brandt

De slepende formatie kan voor Elke Van den Brandt, en in mindere mate David Leisterh, op termijn schadelijk zijn. Van den Brandt wordt hier en daar al verweten te weinig leiderschap te tonen, het politieke spel niet voldoende in de vingers te hebben. Zo dreigt Groen, ondanks de klinkende verkiezingsoverwinning, de regie niet in langer in handen te kunnen houden.

Vorige week werd ze eerst in de hoek geduwd door Benjamin Dalle, en afgelopen weekend zetten de Franstalige coalitiepartners haar met het LEZ-voorstel een stevige pad in de korf. Ze is nu ook genoodzaakt om met N-VA te gaan onderhandelen, zeker niet haar voorkeursscenario.

Nochtans staat Van den Brandt bekend als een dealmaker. Ze is handig in compromissen vinden, zo heeft ze de afgelopen bestuursperiode bewezen. Maar als het echt muurvast zit, lukt het Van den Brandt niet om de zaak in beweging te zetten. Tegelijk beseft ook iedereen dat haar hefbomen beperkt zijn. Als er veto’s zijn tegen Fouad Ahidar of als Dalle feestelijk bedankt voor deelname aan de Brusselse regering, dan valt daar weinig aan te doen.

Zo dreigen de partijen met lege handen naar het jaareinde te gaan, traditioneel de weken dat de begroting in het parlement wordt goedgekeurd. De partijen van die mogelijke Brusselse regering lijken er nu al rekening mee te houden dat ze 2025 ingaan zonder begroting, en dus met de zogenaamde ‘voorlopige twaalfden’.

Voor een overheid die de financiën op orde heeft, hoeft dat geen ramp te zijn, als dat tijdelijk is. Maar in Brussel, dat met bloedrode cijfers kampt, zou dat betekenen dat de schuld verder blijft oplopen. Terwijl Brussel nu al in het vizier zit van de financiële markten door de ratingverlaging dit jaar.

Het zal het de toekomstige regering-Leisterh alleen maar moeilijker maken om met een wervende regeringsverklaring te komen.

1901 Brusselse regering recept

Kim

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Brussel , Brussel kiest: Brussels parlement , Politiek , Brusselse regeringsvorming , Elke Van den Brandt , David Leisterh , LEZ , Lage Emissie Zone

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni