Een van de voordelen van al drie jaar columns schrijven over Brusselse sportgeschiedenis, is dat heel wat mensen op de hoogte zijn van mijn voorliefde voor oude en obscure boekjes over het onderwerp. Zo kreeg ik op Nieuwjaar van mijn oom nog een oude biografie van Freddy “Ik dronk altijd champagne in de finale van de wedstrijd” Maertens. Een mooi cadeau, maar het ging net iets te weinig over Brussel om er een stuk aan te wijden voor deze krant.
Estafette: Eddy Merckx, het pamflet
Laatst had ik meer geluk. Een vriendin die pas een appartement had gekocht, stootte tijdens de renovatiewerken achter een valse muur op een doos met boeken van een van de vorige eigenaars. Daarin bevond zich Qui êtes-vous Eddy Merckx?, een biografie over de Kannibaal uit 1969, het jaar waarin de vierentwintigjarige Merckx zijn eerste Tour de France won.
Wie in België over wielergeschiedenis schrijft, moet het palmares van de Kannibaal uit het blote hoofd kunnen opsommen. Daarom heb ik in mijn leven al enkele biografieën van de grootste wielrenner aller tijden verslonden. Ter ere van zijn zeventigste verjaardag twee jaar geleden verscheen er nog een hele bibliotheek over ’s mans leven en dat zal voor zijn vijfenzeventigste en tachtigste verjaardag niet anders zijn. De biografieën over Merckx hebben één ding gemeen: de superlatieven worden niet geschuwd. Eigenlijk spreek je beter over hagiografieën: beschrijvingen van het leven van de heilige Eddy, geschreven door bevriende journalisten of bewonderaars.
In diezelfde stroming bevindt zich het boek van Marc Jeuniau, een van de eerste reporters van de Belgische televisie. Zijn extase is even begrijpelijk – België had dertig jaar gewacht op een nieuwe winnaar van de Tour de France - als overdreven. In de inleiding klinkt het al dat de astronauten van Apollo XI, die tijdens de Tour van 1969 als eerste een stap op de maan zouden zetten, zoveel mogelijk op de hoogte wilden blijven van de exploten van de Kannibaal. Wat verderop: “Voor hem roept men de madonna op (…) Hij is de nieuwe God. (…) De atleet Merckx is zo uitzonderlijk en de mens zo aantrekkelijk.” En zo kan ik nog wel even doorgaan.
Toch is deze Merckxbiografie de moeite waard, en wel om twee redenen. Ten eerste omdat de auteur in een kritische noot een verklaring geeft voor het feit dat de Kannibaal bij een zeldzame tegenslag in huilen uitbarst. Denk maar aan het verloren WK van 1966 op de Nürburgring of – bekender nog – Merckx’ positieve dopingplas en de daaropvolgende uitsluiting van de Giro van 1969. “Eddy kende een rustige en gelukkige jeugd, in niets te vergelijken met Fausto Coppi die op zijn dertiende al werkte bij een charcutier in Castellania, Van Looy die een krantenronde deed of met Anquetil die na zijn lagere school als leerjongen in een werkplaats werkte. Bij tegenslag barsten zij niet in huilen, maar in woede uit.”
Ten tweede omdat dit boek Merckx’ omstreden dopingplas op een bijzondere manier benadert. Als een ware advocaat neemt Jeuniau de verdediging van Merckx op, maar zijn argumenten klinken vandaag weinig overtuigend. “Doping heeft altijd al deel uitgemaakt van de wielersport. Een atleet die doping neemt, wil niet enkel optimaal gebruikmaken van zijn mogelijkheden, hij wil zich bovenal meten met zijn rivalen, die hij ervan verdenkt gedopeerd te zijn. (…) Heel wat producten op de antidopinglijst gaan vlot van de toonbank in Frankrijk. Artiesten, dokters en studenten doperen zich, enkel voor sporters is het verboden. Pure hypocrisie! (…) Als uitzonderlijke atleten zoals Anquetil en Van Looy doping zouden nemen, dan is dat mooie reclame voor de producten in kwestie: op hun zevenendertigste zien er allebei nog kerngezond uit.Merckx was tijdens de Giro al acht keer gecontroleerd, de uitslag was telkens negatief. Waarom zou hij zich tijdens een niet eens zo moeilijke overgangsetappe plots tot doping wenden?”
Het moge duidelijk zijn: met een dergelijke verdediging moet je anno 2017 niet komen aandraven. Toch kan je Jeuniau weinig kwalijk nemen: zijn argumentatie toont vooral mooi aan hoe men over doping dacht in een tijdperk waarin de bestrijding ervan nog in de kinderschoenen stond.
Het vervolg is genoegzaam bekend. Nadat er een heuse diplomatieke rel is uitgebroken tussen België en Italië, beslist de voorloper van de internationale wielerunie om Merckx het voordeel van de twijfel te gunnen en zijn schorsing van één maand op te heffen, zodat hij alsnog aan de start van de Tour de France kon verschijnen. De rest is geschiedenis.
Freelancejournalist Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.