Plots staan we op la Redoute, een van de meest bekende colletjes van Luik-Bastenaken-Luik. La Redoute ligt in Remouchamps: een idyllisch dorpje bij de Amblève, als het niet zou ingesloten zijn door drukke autowegen. Waar je in de wijde omgeving ook gaat of staat, overal hoor je het geraas van auto’s op de achtergrond.
Estafette: Triomf en verval op de flanken van la Redoute
Lees ook: Estafette: Constante factor
Het is een zaterdag in de herfst, de zon schijnt zwakjes en een koude wind maakt de dracht van een sjaal noodzakelijk. Gisteravond was het laat en tijdens het ontbijt kregen we zin in een roadtrip. Remouchamps, niet zo ver voorbij Luik, leek tegelijkertijd veraf en dichtbij, met voldoende reliëf en groen in de omgeving – of toch genoeg om het Ardennengevoel op te roepen. Tel daarbij het wielerhistorisch argument en u begrijpt waarom we met plezier vijfenzeventig minuten in de auto zaten.
Voor wie het zich afvraagt: Eddy Merckx is de enige Brusselaar die Luik-Bastenaken-Luik won, zij het vijf keer tussen 1969 en 1975. Toch is er voor wielerliefhebbers van mijn generatie maar één editie van de Ardennenklassieker van tel: die van 1999, toen wonderkind Frank Vandenbroucke al op voorhand had aangekondigd dat hij zou aanvallen.
Nadat de auto geparkeerd is en we een koffie hebben gedronken in een hotel-restaurant waar Fernandel, Koning Albert I en andere notabelen nog hebben gelogeerd, klimmen we naar boven via een in rots uitgehouwen wandelpad. We volgen een pijltje met opschrift ‘Monument des Autrichiens’. Wat zou dat kunnen zijn?
April 1999. De Italiaan Bartoli, winnaar van de vorige twee edities van Luik-Bastenaken-Luik, neemt het grootste gedeelte van la Redoute voor zijn rekening, maar vlak voor de top komt Vandenbroucke naast hem rijden. De Italiaan en de Belg spurten even naast elkaar, tot Vandenbroucke verdappert en Bartoli parkeert. Het is nog heel ver tot Luik, VDB wil gewoon even laten zien wie er de sterkste is. Dat doet hij wellicht niet op water en brood, maar laten we er toch maar van uitgaan dat iedereen min of meer met gelijke middelen strijdt.
Op de top van la Redoute staat een herdenkingsbordje. In 1794 werd op deze plek een grote veldslag geleverd in de Eerste Coalitieoorlog tussen Oostenrijk en Frankrijk. De slag maakt deel uit van de zwanenzang van de Oostenrijkse Nederlanden; niet veel later worden ze helemaal verdreven van de linkeroever van de Rijn. Op de plek waar we nu staan hebben ooit honderden Oostenrijkers het leven gelaten. Misschien keken ze, voor ze hun laatste adem uitbliezen, nog één keer naar de Amblève in het dal, toen het uitzicht nog niet verstoord werd door de autosnelweg tussen Luik en Luxemburg.
In de straten van Luik laat Vandenbroucke ook de Nederlander Michael Boogerd, die een voorname rol speelt in de biografie vol doping- en andere bekentenissen van Thomas Dekker die vorige week verscheen, achter zich. Op zijn vierentwintigste fietst VDB solo naar zijn eerste grote wielerklassieker. Daarna volgen twee etappes in de Vuelta en verval, veel verval. VDB overlijdt in 2009 op een hotelkamer in Senegal aan een longembolie, in het gezelschap van een prostituee.
We dalen via het wegdek terug af naar Remouchamps. Op het asfalt van la Redoute staan heel wat namen geschilderd. Sommige zijn duidelijker leesbaar dan andere. Niet alle verf is even goed bestand tegen de weergoden.
Schleck, ontwaar ik ergens, nog net waarneembaar op het wegdek. In 2009 rijdt de op dat moment drieëntwintigjarige Andy Schleck een versnelling groter dan de rest van het peloton. De jonge, drietalige, aimabele Schleck is erg geliefd bij het grote publiek. Zijn supportersclub moet niet ver reizen, vanuit Luxemburg loopt een snelweg naar de voet van de klim. Enkele jaren later kan Schleck niet meer volgen: zijn achtervolgers hebben hem ingehaald. Schleck vervalt van blessure in blessure. Verschijnt daardoor weleens kribbig voor de camera. In 2014 stopt hij met wielrennen. Vandaag vult hij zijn dagen met vissen en jagen in de Luxemburgse bossen. Zou hij gelukkig worden als hij terugdenkt aan zijn overwinning in la Doyenne?
Nog enkele grote regenvlagen en ook de naam ‘Damiano’ zal helemaal van het asfalt verdwenen zijn. Zou het Damiano Cunego betreffen? In 2004 won de Italiaan de Giro, wat hem de bijnaam ‘de jonge prins’ opleverde, maar dat aura is hij al lang, heel lang kwijt. Op zijn vijfendertigste zit Cunego gelukkig wel nog op de fiets, maar een koning zal hij nooit worden.
Neen, bepaald vrolijk word je niet van een bezoek aan la Redoute. Verwacht je eerder aan een lofzang op verval, maar ook dat kan aanleiding geven tot mooie overpeinzingen op een herfstige zaterdag.
Freelancejournalist Ken Lambeets houdt van literatuur en van echte sporten
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.