Ik had me stellig voorgenomen u in dit katern te vertellen over die ene keer dat ik mijn vader vroeg om mijn perineum in te smeren met broekvet. Zomaar. Sans gêne. Omdat het alles te maken heeft met sport, uiteraard. Ook omdat u zich nu fronsend afvraagt wat zijn antwoord was. En omdat taken op moeilijk bereikbare gebieden soms beter uitbesteed kunnen worden aan vakmensen met beter zicht op de zaak. Ik denk in dat verband spontaan aan glazenwassers van flatgebouwen en onderwaterlassers.
Estafette: Tien procent
Anderzijds moet ik ervoor opletten dat ik in een serieuze stadskrant niet te uitbundig de vettige en vleselijke toer op ga. Slecht voor het imago van de krant. En het mijne. Kan ik missen als ik vanaf 5 september een ochtendprogramma op de radio ga presenteren. Maar nog bepalender voor het ontberen van dat verhaal is de foto die de eindredacteur telkens vraagt ter illustratie van deze tekst. Ziet u mij al bezig? Broek op de enkels en selfiestick in de aanslag. Neen, dat is zelfs voor mijn dirty mind een brug te ver. Bovendien moet ik nog een paar prikkelende verhalen overhouden voor mijn memoires. Dat begrijpt u.
Daarom moet u het deze keer stellen met een onderbelicht en troebel beeld van mijn bovenkant. De selfie dateert van afgelopen zondagavond, kwart voor tien. Ik beloon een looptraining tegenwoordig met een slok water en een fotootje. Van mezelf en/of de omgeving. Dat belandt dan op de sportapplicatie Strava. Oplettende zielen kunnen op de achtergrond een stukje van de Groene Wandeling herkennen. Meer bepaald een stuk, dicht bij de Japanse school, dat leidt naar de Woluwevallei. Ik parkeer daar mijn fiets, om dan voor een paar kilometer de benenwagen te nemen.
Het wordt weer vroeger donker, bedacht ik me. Ik had het lichtje van mijn sporthorloge nodig om de loopfunctie aan te zetten. Anno 2016 moeten loopjes gemeten en geshared worden. Niet gedeeld, is niet gelopen. En toegegeven, de aanmoedigingen die mijn volgers me via de applicatie Strava geven zijn een extra motivatie om rond negen uur ‘s avonds toch nog mijn loopschoenen aan te doen.
Elke aanmoediging helpt. In mijn hoofd leeft het idee dat herbeginnen met sporten moeilijker is dan gewoon beginnen. Voor wie nooit gesport heeft, is alles winst. Wie al eerder een deftige conditie tentoon kon spreiden en die om welke reden ook verloren heeft, hinkt altijd achterop. Alsof je je eigen schaduw wil inhalen. Ik kende ooit dagen dat ik kilometers kon blijven malen. Dat het ogenschijnlijk geen moeite kostte om te blijven draven. Vandaag, en morgen weer opnieuw. Dat ligt nu anders.
De afgelopen maanden heb ik met mondjesmaat mijn kilometertal opgeschroefd. In de loopsport gelden enkele gouden regels, zoals de tien-procent-regel. Voeg niet meer dan tien procent per week toe aan de totale hoeveelheid trainingskilometers. Heb je vorige week 20 kilometer gelopen? En heb je nu zin in meer? Mooi. Maar deze week niet meer dan 22 kilometer. De tien-procentregel hanteer ik netjes. Om haalbare doelen te stellen op korte termijn en mezelf niet te verliezen in enthousiasme en vervolgens in de lappenmand te belanden. Mijn Strava-profiel is daar het bewijs van. Loopjes van zes kilometer in januari zijn nu trainingen met dubbele cijfers geworden.
Soms zoek ik bewust nog eens die kleine afstanden op. Omdat die nu een pak lekkerder gaan. Het is mijn eigen processie van Echternach. Een stapje naar achter om er twee vooruit te zetten. Probeer het vooral zelf eens.
Bram Van de Velde is radiopresentator op BRUZZ en actief vrijetijdssporter
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.