Nog 88 ronden te gaan in de puntenkoers, het slotevenement van het omnium in het baanwielrennen. Ik heb er al 72 achter de kiezen. De Brit Mark Cavendish gaat op zoek naar olympisch goud. Hij gaat even ostentatief voor het peloton uitrijden en probeert een ronde te pakken. Jammer genoeg voor hem, vindt hij geen steun van zijn Duitse metgezel. En alleen de afstand overbruggen is zelfs voor de viervoudige ritwinnaar van de jongste Tour te veel gevraagd. Dan maar focussen op de tussensprints om de tien ronden. Die leveren ook punten op.
Estafette: Olympische ontdekkingen
Ik hou van wielrennen. Maar baanwielrennen, daar heb ik nooit iets aan gevonden. Wat mensen bezielt om in november zes dagen in het Gentse Kuipke te slijten om er horendol gedraaid te worden? Ik weet het niet.
Of golf, een sport die eigenlijk maar een ‘sport’ is. Wees het gerust met me oneens, maar echte sportievelingen zouden op zijn minst hun materiaal zelf dragen. Toch?
Of nog: boogschieten. Ik deed het ooit op vakantie in Tunesië. Leuk, maar de status van sport heeft het in mijn ogen nog niet verdiend. Kleiduifschieten op de staande wip in het Josaphatpark, daar durf ik de sport nog van inzien. Vooral dan de derde helft aan een tafeltje in de Buvette Sint-Sebastiaan.
Maar dan komen de Olympische Spelen. De televisie serveert een maand lang niks anders dan sport. Ik vergeet bewust even de elvendertigste herhaling van alle Bond-films en de liefdesreality Vind je lief.
Zelfs de meest futiel ogende sport wordt deze dagen uitvergroot, uitgesmeerd én uitgelegd. Kajak krijgt evenveel aandacht als wielrennen en zelfs koning voetbal moet eens om de vier jaar aandacht inleveren ten voordele van pakweg zwemmen of zelfs schermen en synchroonduiken.
Dat vergrootglas op Rio, dat verandert alles. En al helemaal als er een Belg meedoet.
Ik merk dat de sportkwab in mijn bovenkamer de jongste weken toleranter is geworden. Ik laat van nature weinig sporten toe. Enkel wielrennen, triatlon, zwemmen en atletiek krijgen echt mijn aandacht. Voetbal? Net genoeg om niet door de mand te vallen op café. Maar hockey bijvoorbeeld, een sport met een erg stevige verankering in Brussel en met een nationaal team dat helemaal op dreef is, neen dank u. Tot nu. De Spelen dwingen mij ertoe mijn nauwe blik even open te trekken.
Dus dank u Thomas Pieters voor het opvijzelen van mijn interesse in de golfsport. De enige birdies die mij tot dusver interesseerden waren de blinde vinken van mijn grootmoeder. Voortreffelijk, met een Ename of een Westmalle Tripel erbij. De green of een hole in one, dat ging nog net. Die termen zijn die an sich zelfverklarend genoeg om door de mazen van het net in mijn hoofd te glippen. Maar sinds Pieters’ eervolle vierde plaats enkele dagen geleden, prijken er ook birdies, bogey’s en eagles tussen mijn sportjargon.
Dank u ook Robin Ramaekers. Je lag te vroeg uit het boogschutterstoernooi. Maar mede dankzij jou weet ik nu dat boogschieten een afvalrace is, met sets per confrontatie tussen twee schutters. Een beetje zoals in tennis. Je hebt op Thomas Pieters voor dat je je pijl en boog zelf draagt. Maar als je over vier jaar in Tokio personeel nodig hebt om je pijlen te waxen en de punten te slijpen, ik ben kandidaat.
Op mijn televisiescherm heeft Mark Cavendish inmiddels zijn gouden olympische droom laten varen. Hij rijdt defensief. Om zilver te consolideren. Hij loert slinks naar de Deense uittredende kampioen Lasse Hansen. Elke ontsnapping van de Deen wordt door Cavendish gepareerd. Viviani juicht!
Ik verbaas mezelf. Ik heb net de volledige 160 rondjes van de puntenkoers uitgekeken. Eerste keer ooit. Ik kijk nu al uit naar het schermen in de moderne vijfkamp bij de vrouwen, aanstaande donderdag.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.