Estafette: over voetbal en liederen

Filip Van Der Elst
© BRUZZ
26/05/2016

Vroeger zei men het met bloemen, tegenwoordig zegt men het met online lijstjes. Op de website van Staantribune, een geweldige website over voetbalcultuur, verscheen er afgelopen week een heel leuke lijst: de Top 50 van voetbalgerelateerde liedjes.

Het gaat dan om liedjes die speciaal voor een voetbalclub of voetbalnatie gemaakt zijn, maar ook om popsongs die geadopteerd zijn door de voetbalwereld. We vermoeden dat Jack White van The White Stripes bij het schrijven van Seven Nations Army niet gedacht zou hebben dat ze dat lied in het Jan Breydelstadion van Club Brugge nu nog altijd meebrullen. Hetzelfde geldt voor Forever Blowing Bubbles, ooit een musicallied over bellen blazen en geluk zoeken, maar tegenwoordig steevast een kippenvelmoment voor supporters van West Ham.

De winnaar van de Top 50? Three Lions (Football’s Coming Home), een lied ter ere van de Engelse nationale voetbalploeg, maar grappig genoeg niet een lied dat de (weinige) successen van de ploeg bezingt, maar net de jaarlijks terugkerende teleurstellingen. “So many jokes, so many jeers, but all those oh-so-neers wear you down through the years” - de frustraties van een hopeloze believer perfect samengevat in één flard songtekst.

De combinatie tussen voetbal en muziek is in de loop van de geschiedenis niet altijd even succesvol gebleken. Zeker de jongste jaren zijn pogingen om successen op het veld te koppelen aan heroïsche prestaties in de Ultratop doorgaans van een beschamend niveau. Wanneer Dimitri Vegas & Like Mike een matig dansnummer dat ze nog ergens in een schuif hadden liggen aan de Belgische voetbalbond schenken als “EK-nummer”, kunnen we moeilijk stellen dat die song baadt in de voetbalsfeer. Voor het WK 1994 namen onze Duivels tenminste nog zelf de twijfelachtige honneurs waar. Lorenzo Staelens die in Go West met de toonvastheid van een poedel in een betonmixer zingt dat hij “in the mood is” en vraagt of zijn haar al goed ligt: we zullen het nooit vergeten.

Is er nog iemand die zich In Purple we trust, het nieuwe clublied van RSC Anderlecht uit 2012, herinnert, laat staan het uit volle borst meezingt? Youtube het zeker eens als je het niet kent: je maakt kennis met inspirerende zinnen als “We want you to win” en “We are the best”. Aan duidelijkheid gelukkig geen gebrek. Noem me een nostalgicus, maar dat soort onzin klinkt zo belegen dat het alleen goed kan klinken als je er écht het stof van moet afvegen, en het dus al minstens enkele decennia oud is. Want toen kwam je daar nog wél mee weg.

De kans dat Lange Jojo ooit een Grammy wint voor Anderlecht champion is eerder klein, maar het klinkt tenminste niet alsof het uit de koker komt van een kind dat voor het eerst Engelse woordjes in de juiste volgorde moet plaatsen. Neen, Lange Jojo zingt over hoe hij als peuter al Anderlecht kon aanmoedigen nog voor ie “mama” of “papa” kon zeggen, en hoe er bij een andere club ooit zo weinig volk zat dat Jojo zelf mocht beslissen wanneer de match zou beginnen.

Een clublied kan nochtans echt prachtig zijn. Net voor de tenoren het veld opkomen even alle sjaals de lucht in, en duizenden kelen die klinken als één stem. “You’ll Never Walk Alone” is bekend als mantra van Liverpool FC en Celtic, maar doe jezelf een plezier en haal er ook even de clubhymnes van FC Köln (‘Mer stonn zo Dir, FC Kölle’) en AS Roma (‘Roma Roma Roma’) bij, liefst gezongen in het stadion, vlak voor de match.

Daarom een warme oproep aan clubeigenaars: als je vereniging nog geen eigen lied heeft, begin er dan vooral niet aan. En als je er wel al één hebt, laat dan gewoon door de luidsprekers schallen, ook al klinkt het alsof er sinds de opname al enkele Wereldoorlogen verstreken zijn. ‘C’est l’Union qui sourit’ is met recht en rede een vaste waarde in het Dudenpark.

Om dezelfde reden denk ik bij het aanhoren van de eerste noten van Eviva Espana niet aan de hit van Samantha, maar wel aan het clublied van RWDM, dat dezelfde melodie heeft. Ik heb nog een geweldige vinylplaat van RWDM uit de jaren 1970 liggen, die bol staat van de hopeloos verouderde, maar heerlijk charmante voetbalnummers.

Mijn persoonlijke favoriet? De knaller Ma Femme Peut Crier, die het bestaan van nogal wat mannelijke voetbalsupporters samenvat in één strofe:

“Ma femme peut crier

Elle sait bien qu’au match je vais aller

Avec mes copains, qui aiment bien un bon verre dans la main

On parle de tactique

Et le soir je rentre avec une chique

Quand je dis bonsoir, elle me dit ‘t’as encore été boire?’”

Game, set and match.

Journalist Filip Van der Elst kijkt bij het betreden van een voetbalstadion eerder naar de tribunes dan naar de grasmat

Estafette

In Estafette schrijven BRUZZ-journalisten Filip Van Der Elst, Bram Van de Velde en Ken Lambeets om beurten over sporten in Brussel.    

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Column , Estafette

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni