Han Dirk Hekking: Wees een plantrekker in het verkeer
Auto's van rechts hebben voorrang. Dat is algemeen bekend, ook in Nederland. Nu zijn Hollanders praktische mensen. Onze grote steden tellen dan ook veel voorrangswegen. Wie uit een zijstraatje komt, moet wachten.
Niet in Brussel. Mensen hebben er zo vaak van rechts voorrang dat ik de tic heb ontwikkeld bij elke 25 meter op de weg een schichtige hoofdbeweging naar rechts te maken. En dat was al voor ik 'Les Barons' zag.
Een mens moet zich in den vreemde aanpassen. Zeker aan het verkeer aldaar. Makkelijk is dat niet.
Ik ga hier niet beginnen over de prehistorische automobilisten die ooit zonder enige vaardigheid een rijbewijs hebben toegestopt gekregen.
De omvang van hun auto is meestal omgekeerd evenredig aan hun talent, en getuige hun snelheid zijn ze allemaal op weg naar een moeilijk gesprek bij de Federale Overheidsdienst Financiën.
Dat je daarbij in Brussel veel verwarrende rijculturen tegenkomt, hoort bij een grote Europese stad.
Er zijn jochies die met een zware rechtervoet door het verkeer zigzaggen alsof ze een schietspelletje op de pc spelen. Er zijn flegmatieke eurocraten. Er zijn de leaserijders. Die hebben haast.
Je kunt het allemaal beredeneren. Maar toch valt het rijden in de stad niet mee.
Ik meen dat ik bij het uitspreken van dat oordeel recht van spreken heb. Ik ben namelijk veteraan van de autohel van Teheran en Cairo. Een oudstrijder die het gevecht op leven en dood met blauwe rook uitstotend en geblutst blik in een stadsjungle vol verbrokkeld beton en beduimeld asfalt heeft overleefd.
Toegegeven: ik zat daar niet zelf achter het stuur. Maar ik vraag me nog steeds af of de wagens waarin ik zat, eigenlijk wel een bestuurder hadden.
In dit soort omgevingen moet een mens zich als de verlichte Boeddha opstellen en zich schikken in zijn lot. Zo overleef ik dus elke dag het Brussels verkeer.
Richtingsaanwijzers als pressiemiddel
Nieuwkomers in Brussel geef ik altijd wat handige tips. Die gaan over verkeer van rechts, maar ook over richtingaanwijzers.
In Nederland gebruik je die om een koerswijziging aan te kondigen. Maar hier is het een pressiemiddel - om die koerswijziging af te dwingen.
Een knipperaar in Brussel stelt een ultimatum. Hij of zij is van plan om over twee milliseconden in het gat van 55 centimeter tussen mij en mijn voorganger te duiken. Remmen of botsen dus.
Belgen die regelmatig naar het noorden reizen, zullen tegenwerpen dat het als je de files in Nederland eenmaal achter de rug hebt, het verkeer in Amsterdam ook niet meevalt. Dat is zeker waar.
Toch staan wij redelijker op de weg dan Belgen. Als er bij ons een wegversmalling op de borden staat, anticiperen de meeste automobilisten daarop. Ze voegen in.
Maar u trekt uw plan, en rijdt in kolonne tot de versmalling, en wurmt zich dan in de ene baan die resteert. U vertrouwt niemand, en gelooft zeker niet in het redelijke in de medemens. U neemt het zekere voor het onzekere en prakt die wagen op het allerlaatste moment in de juiste baan.
Dat anderen voor een voldongen feit stellen, kom ik ook tegen bij de afrit van sommige parkings. Mensen die daarvandaan komen, moeten wachten.
Dat doen ze dan ook. Maar wel met de neus van de auto zover op de rijbaan dat de rest van het verkeer niet anders kan dan te stoppen, en de plantrekker in te laten voegen.
Maar u zult trots op mij zijn.
Als ik in Nederland voor een bord sta dat mij vertelt dat de weg verderop is opgebroken, draai ik om.
In Brussel doe ik dat nooit. Dat bord kan er wel al maanden staan. En zelfs als er werkzaamheden zijn, dan is de weg nog niet zo diep uitgefreesd dat ik er echt niet doorkan.
Ik ben dus goed ingeburgerd. Ik trek mijn plan.
Han Dirk Hekking is correspondent van de Nederlandse zakenkrant Het Financieele Dagblad
Han Dirk Hekking
Lees meer over: Column , Han Dirk Hekking
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.