Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: Bibliotheca Wittockiana.
Laptopia: Bibliotheca Wittockiana
Lees ook: Laptopia: Het kanaal
WOENSDAG 8 FEBRUARI, 10.15 UUR
De wereld draait door. Maar grote pijlen wijzen de uitweg uit de eindeloze nieuwsstroom, en leiden naar een kleine bibliotheek, waar de wereld van gisteren gekneveld ligt in lange, maar overzichtelijke rijen boekbanden. Die weg, van wat we nog allemaal zullen moeten weten naar wat we niet per se meer hoeven te weten, vervolg ik nauwgezet. Op zoek naar de geruststelling dat je ook overeind blijft als je niet alles gelezen hebt wat gedrukt staat.
De Bibliotheca Wittockiana is relatief recent. Een laatste ark voor wat voor en tijdens de digitale overgang nog op papier werd gezet. Het gebouw uit de jaren tachtig herbergt onder meer 33 in kalfsleer gebonden delen van de Encyclopédie van Diderot en d’Alembert uit de jaren 1750. En het is ook een museum over boeken. Met boeken over boeken, en boeken over het maken van boeken. Maar ik wil in de beslotenheid van de leeszaal gaan zitten, rug aan rug met woorden die met de jaren minder zijn gaan betekenen. Gesloten boeken onder elkaar.
De bibliotheek heeft geen krakende vloeren, en geen verkruimelde bibliothecaris die weleens in slaap valt tussen de steekkaarten. Met een eigentijds systeem kunnen sommige boekenkasten zelfs om hun as draaien. Niet om een geheime gang prijs te geven, maar om ‘s avonds als een muur de ruimte af te sluiten, en overdag het licht binnen te sluizen. Al maakt daglicht de karakteristieke leeslampjes op de leestafels natuurlijk niet overbodig. Een beetje abat-jour verslaat de dag.
Maar dan nog zullen duizenden bladzijden nooit nog het licht zien. Dat hebben ook bibliofielen al lang erkend. Omdat zij niet alleen voor het innerlijk, maar ook voor het uiterlijk vallen, hebben de meest onzekere boeken zich in ruil voor hun laatste greintje intellectueel kapitaal de artistieke allure van een sculptuur aangemeten. Ze zijn van gebruiksvoorwerp omgeboekt tot kunstobject. Verbrande boeken, beschilderde boeken, boeken van steen… ook die bevolken de Bibliotheca.
De rest blijft vooralsnog in het gelid staan. Sommige stijf van de pretentie. Andere zijn slap en rafelig, maar duidelijk meer geliefd. De meeste boeken dateren uit de tijd dat nog een uniform vereist was: er staan lange classicistische rijen rood, blauw, beige en groen. Met kleine vergulde lettertjes die stijlvol slijten. Sommige banden verbergen geen samenhangend geheel, maar samengebonden deeltjes: boekenfaçadisme. Hier en daar wordt het spel van horizontale en verticale lijnen verstoord door scheefgezakte exemplaren met te weinig basis om op zichzelf te staan. Uit één boek is het leeslint ontsnapt, een ander draagt het rugnummer van een in onbruik geraakt classificatiesysteem. De twee worden gescheiden door een gecodeerd kartonnetje. Classificatie is belangrijk, want suggereert een Ordenend Principe. De plaats die een boek krijgt toebedeeld, is van belang. Wellicht zit er ook evolutie in. Kan een verstokt muurboekje op een dag populair worden? Hoe is de stemming bij de achterblijvers, als hetzelfde populaire deeltje alweer door een charmante lezer op de lange tafel wordt opengevouwen? Hoeveel boeken staan door de druk van de concurrentie onder constante spanning? Zijn er echt boeken die nog nooit werden opengedaan? Is zo’n stilgeboren bestaan dan verteerbaar voor de betrokkene, of op zijn minst in boekenmiddens bespreekbaar? Hoeveel loze woorden kan een bibliotheek verantwoorden, en hoeveel geheimen liggen er nog in besloten?
Laptopia
Lees meer over: Sint-Pieters-Woluwe , Column , Laptopia
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.