Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week bezoekt hij de kinderboerderij in het Maximiliaanpark.
Laptopia: Boerderij Maximiliaanpark
Lees ook: Laptopia: Het kanaal
DINSDAG 2 FEBRUARI, 10.30 UUR
Het regent aanhoudend in de Noordwijk wanneer ik het park doorkruis. Het beruchte tentenkamp is al een tijdje opgedoekt, maar de kinderboerderij is er nog altijd. Zoals elke dag staan de poorten van dit dappere dierenreservaat, deze ark van het Maximiliaanpark, wagenwijd open voor elke stadsmens die desondanks ook dierenliefhebber is.
Een korte hobbelige kasseistrook en een zweem authentieke mestgeur wekken zelfs even de indruk dat je op het erf van een echte boerderij bent beland. Tot de sirenes en het verkeer dat rondom rondjes draait die illusie weer doorprikken.
In de zomer schermt de beplanting het reservaat nog helemaal af van de bewoonde wereld, maar in de winter volgt de harde confrontatie tussen mens en dier, tussen metropolis en verwoest arcadia. Toch is het nog even zoeken naar de gezellige beestenboel die hier op permanent asiel kan rekenen. Het slechte weer heeft hem uit elkaar gedreven, en elke soort heeft zich teruggetrokken in eigen hokken.
De grootste kudde betreft dan ook een klasje kleuters van een Nederlandstalige Brusselse basisschool, dat ter afsluiting van een uurtje druilerig dierenonderricht bij de ezels is aanbeland. Het slijk dat hen op de vacht kleeft, laat de lastdieren toe om extra zielig voor de dag te komen. Maar ook de kleuters doen hun best. Hoe natter ze worden, hoe verder de fluo-hesjes van hun schoudertjes afglijden. Het enthousiasme voor het educatieve schoolreisje is al lang bekoeld. Ze poken maar wat met hun laarsjes in de plassen en de modder, terwijl de ezels zich van onder hun froufrou afvragen waar ze zulke hesjes al eens eerder hebben gezien. Ongetwijfeld op de schouders van nog weer een eerdere kleuterklas, die toen evenwel veel fanatieker stond te balken, en wel nog voldoende energie had om te proberen het merkwaardige verschil tussen ezel en muilezel te doorgronden.
Tijdens mijn eigen rondtocht blijkt het gevogelte als enige te porren om in dit weer naar buiten komen. Gewillig voeren enkele exemplaren hun kunstje op. De gans blaast, de haan heeft het ook op dit vrij late uur nog over kukeleku, en een van de kippen produceert een welgemeende pôôôk you met op alle drie de o’s een galmend accent circonflexe. De kip met de moonboots laat duidelijk merken dat ze uitgerust is voor dit weer. De andere sierkippen lopen dan weer wat verloren met hun blingbling, maar laten niettemin hun minachting blijken voor de spurtkip die zonder kop de ren rondrent.
De ongevederden maken van de gelegenheid gebruik om hun stal eens van binnenuit te kunnen ruiken. Alleen zou iemand nog aan de voorkant van het paard moeten gaan vertellen dat zijn achterkant nog niet helemaal onder de pannen is, en nog een eindje uit de deuropening steekt. Door een andere staldeur zie ik geiten hun eeuwenoude kunst van het kauwen beoefenen. Het gesmekker van de horizontaal over elkaar bewegende kaken ziet er arrogant uit, maar van zo’n geit kan je het wel hebben. De schapen zijn ook niet echt onder de indruk van mijn komst. Aan het hooi dat in hun trui hangt is duidelijk te zien dat ze net nog hebben liggen rollebollen, maar ze doen alsof ik dat niet kan weten, en dagen me met hun dommige blik uit voor een stare competition die ze met gemak winnen. Dan zijn de konijnen - angsthazen in het diepst van hun gedachten - er minder gerust op. Ze huppelen zich buiten handbereik om me dan vanuit één oog aan te kijken met hun hysterische sla-mij-niet-dood-blik.
Ik verleen de konijnen gratie en sla een nog onbewandeld pad in. Alles sopt en druipt. De meidoorn glimt en huilt tegelijk. Het kolossale appartementsblok dat hoog boven de kleine boerderij uittorent, vraagt er bijna om deze animal farm als een metafoor voor het diverse Brussel te zien. Maar ik mis de dictatoriale varkens en de blaffende hond die volgens Orwell niet konden ontbreken. Helemaal aan de rand van het domein ben ik wel nog getuige van een opmerkelijke gebeurtenis. Tussen het hek dat het domein afsluit en de achterkant van het huisje waar de binnenshuisactiviteiten plaatsvinden, is op een hoge stapel paletten naast een vuilbak een pauw terechtgekomen. Het dier uit het Oosten, dat via het Tweestromenland tot bij ons is gekomen, is ofwel een vrouwtje ofwel een gepluimd mannetje. Het twijfelt erg lang, maar vliegt dan met een elegante duikvlucht het dierendorp binnen, op zoek naar een plaats.
Laptopia
Lees meer over: Schaarbeek , Column , Laptopia
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.