De Ooievaarsgang ressorteert niet onder het Ministry of Silly Walks, maar is gewoon een oud lemma in het Brusselse stratenregister.
Laptopia: Ooievaarsgang
Lees ook: Laptopia: Het kanaal
DINSDAG 3 OKTOBER, 19 UUR
Zeventiende eeuw wordt er gefluisterd - de tijd waarin we een klein volk van kleine mensjes waren, dat nog de grootste moeite had om zijn paden platgetreden te krijgen.
Wanneer mensen de kwalificatie ‘zo oud als de straat’ bezigen, dan doelen ze dus naar alle waarschijnlijkheid op deze straat. Al was de onbeduidende binnenweg nooit echt als straat bedoeld. Het onoverdekte gangetje is de resultante van de aanpalende bebouwing, en niet omgekeerd. Het is de uitkomst van een optelsom, of beter: het overschot aan publiek domein na aftrek van alle private eigendom.
Achterkant dus. Restruimte die avant la lettre werd uitgeroepen tot voetgangerszone, altijd ongemoeid werd gelaten, en vandaag bij consensus wordt beschermd. Niet dat iemand echt omkijkt naar het stelsel van straatjes dat binnen de tweede omwalling achterhuizen en voorhuizen met elkaar verbond. Maar iedereen is het er toch over eens dat ze mee bepalend zijn voor het zelfbeeld van een stad, dat met dit soort kadastrale kronkelwegen zijn middeleeuwigheid kan bewijzen.
Tientallen keren was ik al langs de Sint-Rochuspoort gewandeld die aan de ene kant toegang verschaft tot de gang, maar erdoor nog nooit. De nood om snel van dit stuk Papenvest naar dat stuk Vlaamsesteenweg door te steken is dan ook zelden hoog. Ik had het ene uiteinde van de gang zelfs nooit met het andere in verband gebracht, en ging ervan uit dat het om een impasse ging, de antieke variant op de doodlopende straat.
Maar nu ik de stap heb gezet, kan ik iedereen de stemmige shortcut aanbevelen. Je treft er wat artistieke graffiti en zelfklevers met ondoorgrondelijke boodschappen aan, maar voorts is de idylle vrij intact. De straatnaamborden werden in blauw email gebakken en verzonken in de matwitgekalkte pleister. Smeedwerk houdt alles wat scheef staat samen. Verstofte spinnenwebben wapperen in de wind. Gevlochten boomstammetjes, kapotte bloembakken en grote krullen onkruidige klimplant vormen een stadsbrousse op terrariumformaat, veredeld met uitgebloeide geraniums.
De schattige huisnummertjes blijven overzichtelijk laag, en de huisdeuren waar ze naast hangen, komen nauwelijks hoger. De bewoners - die elkaar niet per se beter kennen dan de buren in andere straten - gaan dus onder hun thuiskomst gebukt. Maar volgens mij met volle goesting, want op een leegstaand krot na, lijken de panden toe te behoren aan het creatieve, honkvaste type stadsmens.
Ik ben vooral fan van de zware regenpijpen die als een omgekeerde periscoop tot vlak boven de kasseien hangen. Als het giet, moet het gutsen op die blinkende straatstenen, die daarna nog dagenlang vochtig blijven. Aan de donkere kleur van de aarde in de voegen kan je zien dat de zon maar af en toe eens langskomt in dit schaduwrijk. Mede doordat de aanwezige lantaarns er al van in de late middag op aandringen om het straatje er nog wat feeërieker te laten uitzien, is het hier vast ook een uur vroeger donker dan elders in onze tijdzone. Laat het me dus naar het voorbeeld van deze straat maar eens een keertje kort houden.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.