Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week: Villa Empain.
Laptopia: Villa Empain
Lees ook: Laptopia: Het kanaal
ZONDAG 6 NOVEMBER, 15 UUR
Het is in wezen een rijhuis, want op de Franklin Rooseveltlaan staan alle villa’s netjes op een rij. Maar het is wel het mooiste huis in de rij. En dan ook nog eens het enige waar je zomaar zonder afspraak binnen mag. Op de laan is er hier en daar nog wel een parkeerplaats voor Jan Publiek tussen die voor het corps diplomatique van de ambassades, dat tijdens het weekend immers bij mama thuis in Qatar en de Verenigde Arabische Emiraten zit om de was van de week te laten doen.
Slechts een klein poortje van het smeedijzeren hek staat open. Dat moet volstaan voor het bescheiden aantal nieuwsgierigen dat de weg naar de villa vindt. Eens dat poortje voorbij, is het toch even naar adem happen. Dit monument verschuilt zich niet achteraan een riante oprijlaan, maar verrijst voor je neus als een bergwand. De villa is een volle maat groter dan de gebruikelijke modellen. Het is de Magnum van de woongelegenheden, de SUV onder de residentiële verblijven. Wie een beetje van art deco houdt, blijft niet ongevoelig voor de elegante lijnen, en de manier waarop zij, met de nodige afstandelijkheid, maar ook met superieure precisie, de perfecte verhouding aangaan. De volumes eindigen in perfect afgeronde hoeken, de strakke vlakken kregen een gouden randje. Het licht door de ramen doet het lijken alsof het koele, gepolijste graniet van de gevelstenen van binnenuit wordt verhit.
Binnen wordt ook duidelijk wat de bedoeling is van het maatje meer: ruimte krijgt hier alle ruimte. En als ze uiteindelijk toch moet worden begrensd, dan met edelmaterialen: smeedwerk, mozaïek, bladgoud, alle marmersoorten uit de catalogus, en van exotisch hout planken. Het beste wat de natuur ons te bieden heeft. Ik zou durven te zeggen dat deze bomen niet voor niets zijn gekapt, en dat ook de steen hier beter tot zijn recht komt dan in de groeve. Ook al werden ze omgesmolten en verzaagd om in nieuwe formaties en patronen te worden gelegd, brons en eikenhout hebben de waardigheid en ongenaakbaarheid die ze daarbuiten uitstraalden niet verloren.
Je ziet duidelijk aan de bezoekers van Villa Empain dat ze genieten van deze sessie huizen kijken. Oneigentijdse luxe en kwaliteit worden even bereikbaar, en dus gaan ze eens goed zitten in die fauteuil die aan de Zavel 20.000 euro zou kosten. Of herschikken ze een bloemetje in het boeket dat de centrale hal nog wat verder opfleurt. Maar echt wennen doet het niet. Zo’n villa voelt niet vertrouwd aan. Ze ziet er - weliswaar na restauratie - nog steeds uit zoals Michel Polak ze in 1930 op plan tekende. Nergens een gyprocwandje of een achteraf ingebouwde kast te bespeuren. Niks geen bricolage, wel een ontstellend gebrek aan valse plafonds en surrogaatlaminaat. Zelfs de bakelieten schakelaars zijn stijlvol, en de radiatoren zitten netjes achter een cache. Alles is zonder compromissen gerestaureerd en van slijtage is geen sprake. De verdeling van de kamers over twee verdiepingen rond de vide is zo transparant als Alpijns bronwater. De alomtegenwoordige geometrische figuren laten geen plaats voor kromme gedachten. Dat vindt een beetje proleet onleefbaar. Dat Jacky Ickx hier ooit in zwembroek naar het riante zwembad liep, kon misschien nog kloppen, dat een doodgewone bezoeker in dikke jas door de slaapkamer van mevrouw Empain banjert niet helemaal.
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.