Bent Van Looy ruilde na vijftien jaar de drumsticks in voor het penseel en begon weer te schilderen. Deze week opent zijn eerste solotentoonstelling in de Brusselse galerie Super Dakota.
Lees ook: Vreet corona aan het vinylvirus?
“Schilderen doe ik later wel,” vertelde Bent Van Looy ons in 2008. Aanleiding was de expo It’s not only rock ‘n’ roll, baby! in Bozar, waarin muzikanten als Pete(r) Doherty, Yoko Ono en Antony zichzelf outten als beeldend kunstenaars. Er hing werk van Van Looy uit zijn tijd aan Sint-Lucas in Gent, waar hij schilderkunst studeerde. Maar van schilderen kwam daarna niet veel meer. Van Looy had het te druk met Das Pop, dat surfend op de roes van de Rock Rally-overwinning een van de mooiere verhalen in de belpop schreef.
Een dik decennium na ons gesprek heeft Van Looy zich behalve tot zingende drummer, pianist en songschrijver ook ontpopt tot tv-persoonlijkheid, radiohost, wijnboer, verfkleurenkenner, stijlicoon en acteur, maar vooral: hij is opnieuw beginnen te schilderen.
“Blijkbaar is dit nu later,” lacht hij terwijl Skype ons een blik gunt in zijn Antwerpse schildersatelier. “Destijds vond ik het leuker om in een tourbus te kruipen met mijn vrienden dan om te worstelen met penseel en doek. Het zijn ook zulke tegengestelde energieën, het extraverte van het muzikantenleven tegenover het stille, eenzame bestaan van de schilder. Ik heb vijftien jaar alleen maar onderweg geleefd, en dat was spannend, maar nu ben ik een jonge vader en is mijn leven veranderd. Schilderen past daar goed bij.”
De kleuren in mijn schilderijen zijn zo zoet dat ik er bijna tandpijn van krijg
Na tussenstops in Gent en Parijs heeft Van Looy sinds vier jaar zijn anker weer uitgegooid in Antwerpen, zijn geboortestad. Een verhuis die mee voor de impuls zorgde om achter zijn schildersezel te kruipen. “Na Parijs probeerde ik hier hetzelfde leven te leiden. Veel wandelen op straat, veel energie, veel schrijven. Maar Antwerpen is een andere stad, dat werkte niet. Schilderen heeft het voor mij mogelijk gemaakt om hier te blijven, omdat het mij toeliet om de schoonheid van het leven hier op een andere manier te zien.”
Van Looy begon drie jaar geleden aan zijn ‘quarantaine’ als schilder. “Ik denk dat ik nog een iets grotere introvert ben dan een extravert,” trekt hij de parallel met vandaag. “Tijdens de lockdown merkte ik dat de wereld buiten was stilgevallen. Alle ruis was weg, en dat voelde heel goed.” Toch is schilderen geen mindfulness voor Van Looy. “Een schilderij is voor mij een worsteling. Balanceren op de dunne lijn tussen niet te véél te doen en toch durven.”
“There are no mistakes, just happy accidents,” zou Bob Ross zaliger zeggen. “Ik ben de anti-Bob Ross,” lacht Van Looy. “Hij was de ultieme hobbyschilder, voor hem was schilderen therapie voor het echte leven, puur escapisme. Terwijl ik net probeer het verschrikkelijke en het onbegrijpelijke van het echte leven te vatten.”
Dat doet Van Looy in Brussel onder de noemer The vessel, the jerk, and the edge of reason. “Een rare hommage aan progrockplaten van de seventies,” zegt hij over die prikkelende titel. “Mijn werk is onbeschaamd literair, met taferelen die uit oude Grimm-sprookjes zouden kunnen komen.” Van Looy put uit zijn kindertijd, die heel fantasievol was. De spetterende en tegelijk weemoedige kleuren toonden de weg. “Ze zijn zo zoet dat ik er bijna tandpijn van krijg,” lacht hij. “Het is de disneyficatie van de werkelijkheid, waarin mensen een onkiese hang hebben naar een soort van vroeger dat nooit bestaan heeft.”
Schilderen is een uitlaatklep die voor Van Looy net op tijd komt. “Als ik het niet meer wist, besefte ik: er is altijd nog schilderen. Dit was het perfecte moment en tegelijkertijd een soort van reddingsboei.”
The vessel, the jerk, and the edge of reason, 4/6 tot 11/7, Super Dakota
Lees meer over: Expo , Bent Van Looy , super dakota
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.