De eerste toont binnenkort haar werk in New York, amper anderhalf jaar na haar eerste tentoonstelling, de tweede viert de eerste verjaardag van Hyster-x, haar feministische collectief voor vrouwelijke en non-binaire makers dat in geen tijd de kunstenscene opschudde. Samen delen tweelingzussen Ilke en Uschi Cop hun DNA, hun Brusselse thuis en hun luide en stille verhalen van vrouwelijkheid in de stad en de kunsten.
ILKE EN USCHI COP?
Geboren in 1988 in Merksem
Uschi is doctor in de taalpsychologie (sinds 2015) en beleidsmedewerker bij het overheidsdepartement Cultuur, Jeugd en Media. Begin 2021 richtte ze Hyster-x op, een feministisch Belgisch makerscollectief voor vrouwen en non-binaire personen, waarvoor ze literaire podia en teksten cureert. Daarnaast schrijft ze zelf verhalen, poëzie, columns en binnenkort een eerste roman
Ilke is kunsthistorica, lanceerde in 2015 haar eigen modelabel ILKECOP en begon in 2019 haar blitzcarrière in de kunsten. In korte tijd leverde dit projecten op als inclusie op het kunstenfestival Watou, Pass en Belgicart en een solotentoonstelling bij Tatjana Pieters in Gent. In mei, amper anderhalf jaar na haar eerste expo, toont ze voor het eerst werk in New York
Merksem, 1988. Over een afstand van zeven minuten wordt een onvoorwaardelijke band gesmeed. Eerst komt Ilke, “de vrije geest”, ter aarde, dan daalt Uschi, “het verstand”, in. Langs een jeugd in Brasschaat – “in een warm nest, voor twee buitenbeentjes” – en studies in Gent – “waar we van de vrijheid en de stad proefden” – kwamen de zussen enkele jaren geleden thuis in Brussel, waar ze via mode, schilderkunst, literatuur en debat duchtig aan de fundamenten van de kunstenscene en de bredere samenleving morrelen. En in hun volle agenda’s tijd voorzien om hun toekomstige gezamenlijke stek in Anderlecht te renoveren. “En ook daar stoot je op zoveel administratieve en financiële moeilijkheden,” vertelt Ilke Cop. “Uschi en ik hebben samen in de baarmoeder gezeten, wij zijn genetisch klonen van elkaar, en toch genieten wij niet dezelfde bescherming als een koppel dat over twee jaar misschien niet meer bestaat. Ik bedoel: dit is mijn wederhelft! Wij gaan nooit uit elkaar.”
“Van seconde één begreep ik hoe uitzonderlijk onze band was,” vervolgt Ilke Cop. “En eerlijk, ik heb het daar soms moeilijk mee gehad. Ik heb altijd los van anderen willen komen. Maar ik had ook dat wezentje naast me dat dezelfde dingen deed als ik, er hetzelfde uitzag en waar ik door liefde aan verbonden was. Dat maakte van ons een twee-eenheid, en ik wilde net uniek zijn. Die dualiteit heeft sterk mijn karakter gevormd, het is niet altijd rozengeur en maneschijn geweest. Maar wat wij nu de laatste jaren heel erg ontdekken en cultiveren, is hoe we op professioneel vlak onze krachten kunnen bundelen, om veranderingen in de maatschappij teweeg te brengen.”
Uschi en ik hebben samen in de baarmoeder gezeten, wij zijn genetisch klonen van elkaar, en toch genieten wij niet dezelfde bescherming als een koppel dat over twee jaar misschien niet meer bestaat. Ik bedoel: dit is mijn wederhelft! Wij gaan nooit uit elkaar
“Het is heel moeilijk om uit te leggen wat dat is, tweeling zijn,” pikt Uschi Cop in. “Je bent met iemand opgegroeid in totale gelijkheid. Er zijn geen grenzen tussen ons, wij delen alles. Dat is een aparte manier om in het leven te staan. Niet veel mensen kennen dat, omdat je je partner of kinderen altijd wel ergens voor wilt behoeden, geheimen koestert of compromissen sluit. Wat Ilke en ik hebben, is iets anders. (Richt zich tot haar zus) Door jou weet ik wat onvoorwaardelijke liefde is. Tegelijk schuurt dat soms, omdat andere relaties nooit dit kunnen zijn. Je moet opnieuw leren wat het is om liefde te vinden met minder intimiteit.”
0,1%
“Zij en ik delen 99,9% van ons DNA. Maar stiekem denk ik dat het net die 0,1% verschil is, wat ons aan elkaar bindt,” klinkt het in hun column op de site van Hyster-x, het feministische, niet-mannelijke makerscollectief dat Uschi Cop een goed jaar geleden uit de grond stampte. “Ik denk dat wij altijd hebben gesnakt naar mensen rondom ons, naar community, naar mensen met een diversiteit aan perspectieven, met wie je in de diepte kan duiken,” vertelt ze. “Brussel heeft mij getriggerd om iets te doen met al die creatieve energie die ik blijkbaar toch in mij had. Ik heb die lang weggestoken. Ilke tekende al, was bezig met haar mode, en thuis was ook best een creatief nest, maar ik was de nerd, die doctoreerde in experimentele psychologie en een fascinatie had voor data-analyse en wiskunde. Ik denk dat ik die wetenschappelijke kant op een bepaald moment te hard heb uitvergroot, ter onderscheiding. Na mijn doctoraat ben ik beleidsmedewerker geworden bij de Vlaamse Overheid, voor Cultuur, Jeugd en Media. Ik was 29 toen ik begon te schrijven, onder invloed van deze stad.”
Net zo liep het voor Ilke Cop, die nadat ze in 2015 haar fair fashion-label ILKECOP lanceerde, op haar 30e een andere weg insloeg. “Mijn eigen modelabel is een aantal jaren een avontuur geweest, maar ik zat op de duur zo op die trein van twee collecties per jaar, tonen in Parijs… Die hele logistieke rompslomp stond het creatieve in de weg. De vraag drong zich op of ik het eigenlijk nog wel graag deed. Het schilderen heeft zich ook snel tot een carrière ontpopt, maar daardoor heb ik de mode wel kunnen loslaten en ingezien dat dit veel meer is wie ik ben: een kunstenaar.”
Was de keuze voor het kunstenaarschap een evidente?
Ilke Cop: Het heeft zich gewoon steeds meer als onontkoombaar opgeworpen: dit is wie ik ben en eigenlijk altijd ben geweest. Mijn goesting doen is altijd mijn belangrijkste drijfveer, mijn eerste prioriteit geweest, de reden waarom ik dingen doe. Doen wat je voelt, hoe en wat je wilt zijn. Kunst helpt mij om los te komen van die maatschappelijke structuren en hokjes die mij zo bevreemden, die ‘normaliteit’ die zo indruist tegen alles wat mooi is in de wereld. Kunst maakt helder hoe ik in het leven wil staan. Als ik schilder, als ik hier buitenstap, wanneer ik me kleed. Zo verweven zijn kunst en leven voor mij.
Tegelijk was het ook één groot hindernissenparcours. Weet je hoe vaak ik word aangesproken op het feit dat ik een vrouw ben die haar vrouw-zijn aanvaardt, het opneemt en in haar kunst verwerkt: ‘Waarom doe je dat? Ze gaan je niet serieus nemen.’ Goh ja, waarom? Misschien omdat ik het beu ben om mij als vrouw te moeten conformeren aan mannelijke kunst om au sérieux genomen te worden.
Uschi Cop: Voor mij is het individuele kunstenaarschap veel minder vanzelfsprekend. Die vrijheidsdrang die jij hebt, heb ik veel minder. Het is ook geen toeval dat ik Hyster-x heb opgericht, en niet Ilke. Ik zoek, in antwoord op die systemen die ons zo kunnen bezwaren, naar gemeenschap. Naar afhankelijkheden, verschillen binnen gelijkenis, om die ook toe te laten. Dat was de nood die ik voelde toen ik Hyster-x oprichtte: de nood aan een safe space, een community. Ik geniet er enorm van om anderen naar voor te schuiven, samenwerkingskansen te creëren om samen iets te maken dat er nog niet was. Dat maakt het tegelijk moeilijker om te zien wat ík ben. Ik worstel soms om binnen al die verantwoordelijkheden die ik voel als beleidsmedewerker, curator en organisator een plek te vinden als schrijver, een plek om zelf te bestaan.
Hyster-x is een geuzennaam, met een tikje Asterix en de ‘x’ voor non-binair. Als hysterisch betekent dat we vrouw zijn, onze stem laten horen, en nee durven zeggen, in weerwil van wat van ons wordt verwacht, oké, dan zijn we maar hysterisch
Onderling lijken jullie zo wel in balans te komen.
Uschi: Ik denk dat wij elkaar al ons hele leven versterken, soms ten slechte, soms ten goede. We durven veel, nemen misschien meer risico’s dan de gemiddelde persoon, omdat we weten dat er altijd iemand is die ons steunt, die weet waar we vandaan komen als we op ons gezicht gaan.
Ilke: We vullen elkaar aan, helpen elkaar om doelen te stellen en ze te bereiken. Door de steun die we elkaar geven, kunnen we met veel zelfvertrouwen in het leven staan. Dat maakt ook dat we in groep niet altijd de makkelijkste personen, denk ik. Die frontvorming is een werkpuntje. (Lacht)
Jullie beider kunstenaarschap komt er op een moment dat de kunst zich heel erg betrekt op de wereld.
Uschi: Klopt. Ik denk dat de tijdgeest nu heel erg past bij ons als makers. Weg van de louter esthetische ervaring of l’art pour l’art, naar een reflectie die zich vasthaakt in de maatschappij.
Ilke: In de schilderkunst is er een enorme revival van figuratieve schilderkunst. En dat heeft ook te maken met de woke beweging en de opkomst van niet-mannelijke kunstenaars en kunstenaars van kleur. Al die groepen die zo lang het zwijgen zijn opgelegd, die geen aanspraak maakten op het autonome kunstenaarschap, zitten op verhalen die verteld moeten worden en dan is een narratief medium heel geschikt. Dan wil je geen wit doek met een zwarte punt op tonen. De nood en de context die wij vandaag ervaren, is totaal anders.
VAN WOEDE NAAR VERHAAL
“Er staat vandaag een groep jonge schrijvers op die terug wil naar verhalen, communiceerbare literatuur, literatuur die onderbouwd en doordacht is, maar ook binnenkomt,” vertelt Uschi Cop. “Literatuur die loskomt van een specifiek soort complexiteit en stilistisch bewustzijn – ‘als we het niet begrijpen zal het wel intelligent zijn’. Die het experiment elders zoekt, in tijd en aandacht voor de vertaalslag naar een publiek. Diepgang bestaat ook buiten ondoordringbare complexiteit, grote literatuur hoeft niet onontcijferbaar te zijn.”
Die nood aan open, aanwezige verhalen die het onvertelde stem geven, die zichtbaarheid verlenen aan wat te lang in de afwezigheid is gedrongen, noopte Uschi Cop begin vorig jaar, in volle pandemie, om Hyster-x op te richten. Op een jaar tijd is dat collectief uitgegroeid tot een niet te negeren weerhaak in de huid van de culturele scene. “De enige manier om structuren te destabiliseren, is zorgen dat je alternatieven hebt,” vertelt Ilke Cop. “Hyster-x is daar een heel goed voorbeeld van. Uschi heeft daar een leegte mee gevuld, en al na een jaar zie je de grote instituten bij Hyster-x aankloppen. Op die manier komt er een kern van andersdenkenden in die structuren terecht waardoor ze van binnenuit kunnen veranderen.”
Wie en wat – onbewust én bewust – buiten het gezichtsveld van de maatschappij valt naar binnen trekken, om daar verandering in gang te zetten, het is de ambitieuze doelstelling van Hyster-x. “Ik ben altijd al bezig geweest met feminisme,” benadrukt Uschi Cop. “Hoe ouder wij werden, hoe meer dat hier aan de keukentafel een onderwerp werd, en hoe meer je beseft dat seksisme echt en structureel is. Het ideaal van gelijkheid waarin we zijn opgevoed wordt in de buitenwereld niet op dezelfde manier geleefd. Als vrouw word je anders bekeken: je wordt aangesproken als ‘meisje’, je moet twee keer zo hard praten om gehoord te worden, je krijgt niet dezelfde kansen… Ik wilde daar meer mee doen. En dan ben ik gaan praten met vrouwen, non-binaire personen en mensen uit de lgbtq+-community die zo origineel bezig waren met hun lichaam, hun praktijk en gedachten, maar die door bepaalde drempels nauwelijks met hun kunst naar buiten traden.”
Kunst helpt mij om los te komen van die maatschappelijke structuren en hokjes die mij zo bevreemden, die ‘normaliteit’ die zo indruist tegen alles wat mooi is in de wereld
“Die gesprekken liepen zo goed dat we samen doelen hebben opgesteld en manieren gezocht om collectief te werken. Zo is Hyster-x een platform voor tekst en woord, en nu ook beeld geworden. We willen een katalysator zijn voor verandering, maar we vieren ook. Hyster-x is een activistische groep, maar altijd vanuit een positieve energie.”
Dat lijkt ook in de naam te zitten.
Uschi: Hyster-x is een geuzennaam, met een tikje Asterix en de ‘x’ voor non-binair. Als hysterisch betekent dat we vrouw zijn, onze stem laten horen, en nee durven zeggen, in weerwil van wat van ons wordt verwacht, oké, dan zijn we maar hysterisch. (Lacht)
Ilke: Eigenlijk gaat het over buiten de hokjes vallen, er niet in willen vallen.
Uschi: Vrouwen die eindelijk de tijd hebben om zich te wijden aan hun eigen intellectuele en creatieve ontwikkeling, dat zijn de mensen die het patriarchaat omver gaan werpen. Dat patriarchaat zit in de kleinste dingen. Mijn vriend vroeg me gisteren hoe een tampon werkt. Hij is 37. En ik snap dat, er wordt niet over gepraat, hoe moeten mannen dan weten…
Ilke: … wat voor een last dat is. Je weet gewoon dat als mannen hun regels zouden krijgen, dat ze allang een extra dag verlof zouden hebben, which is fine. Gewoon een dag waarop je kan zeggen: sorry, het gaat gewoon niet, punt.
Uschi: Er hangt nog zoveel taboe rond het vrouwelijke lichaam. Dat is toch vreemd. Al die producten die zijn ontwikkeld door mannen om de menstruatie weg te steken, die je zogezegd toestaan om alles te doen…
Ilke: In een witte jurk door een veld huppelen! Niemand neemt dat risico, hé.
Uschi: Terwijl de samenleving ook had kunnen zeggen: bloed hoort erbij. Ik wil er niet het grote menstruatie-interview van maken (lacht), maar het toont gewoon hoe diep wij geacht worden om onze vrouwelijkheid te verbergen. Al die subtiele dingen beïnvloeden wie we zijn. Zo is het ook nog altijd een strijd om niet-begane paden te bewandelen, je leven niet in het teken te stellen van een partner of kinderen maar je te omringen door boeken, schilderijen of katten. Ja, vijftig jaar geleden was het erger, maar er zit nog heel veel afstand tot waar we willen raken. Daarom noemen we ons ook nog expliciet feministisch – niet van vrouwen voor vrouwen, maar van alles niet-patriarchaal voor iedereen. Als we het niet benoemen, bestaat het gevaar dat we denken dat we er al zijn, dat de drive wegvalt, ‘want dat ligt toch allemaal achter ons?’
Dat het niet achter ons ligt, ervaren jullie ook?
Uschi: Elke dag. Elke vrouw of niet-man heeft anekdotisch bewijs van de manieren waarop zij zich gediscrimineerd aangetast in hun grenzen voelen, maar het is moeilijk om daarover te praten. Ik heb erge dingen meegemaakt maar ik kom er niet toe om daar iets mee te doen. Dat komt door de scheve machtsstructuren. Kijk naar wat de vrouwen die over Bart De Pauw naar buiten kwamen allemaal over zich heen hebben gekregen. Dat ging slechts over sms’jes! Dus wat doe je? Je laat het passeren. Ik die zó mondig ben, ik die een fucking feministisch collectief heb! Dát is een vrouwenleven. De anekdotische weg, daar gaan we nooit mee winnen. En dus turven we, vatten we geweld op vrouwen, de loonkloof, de problemen rond zwangerschap en carrière, het gebrek aan aandacht voor vrouwen, hun stilte die daaruit voortvloeit… in cijfers en statistieken.
Ik begrijp de vraag, hoor, en ik zie ook de noodzaak om die verhalen te vertellen – in de safe space van Hyster-x gebeurt dat ook. Maar voor de buitenwereld blijft het anekdotiek die meteen kan worden onderuitgehaald.
Weet je, ik liep begin maart mee op Internationale Vrouwendag en daar kreeg ik tranen in mijn ogen door een bord dat iemand omhooghield: “Ik geloof jou” stond erop. Da’s zo stom, maar dát is het. Dat is wat we van mannen nodig hebben, daarin ligt ons allyship. Erken dat er iets aan de hand is, dat de vooroordelen die ingebakken zitten in onze cultuur ons gedrag beïnvloeden en onrechtvaardig en zwaar om dragen zijn voor een grote groep mensen.
Ilke: En luister als iemand iets zegt. Besef dat iedereen, en jij dus ook, vanuit zijn eigen beperkte blik kijkt. Dan kan je beginnen bouwen. Maar ga niet meteen op je achterste poten staan: “Mogen we niks meer zeggen?” Als Bart De Pauw of Jan Fabre hadden gezegd: “Amai, jullie hebben mij de ogen geopend. Dit kan totaal niet door de beugel, ik begrijp dat dit levens heeft verwoest, ik schaam mij diep en ik wil het beter doen.” Goed, dan kunnen we vooruit. Maar op zo’n moment zwaaien met een trial by media… “Mensen zijn nu zelfs bang om alleen met hun secretaresse op kantoor te zijn.” Echt? (Zucht) De mensen die daar bang voor zijn, hebben wellicht alle redenen. Wie denkt nu zo?!
We noemen ons bij Hyster-x nog expliciet feministisch – niet van vrouwen voor vrouwen, maar van alles niet-patriarchaal voor iedereen. Als we het niet benoemen, bestaat het gevaar dat we denken dat we er al zijn, dat de drive wegvalt, ‘want dat ligt toch allemaal achter ons?’
Met Hyster-x proberen jullie dat te keren naar het positieve. Maar in hoeverre is woede een energie?
Ilke: Natuurlijk is er woede, maar wat ons drijft bij Hyster-x is meer een geloof in onszelf en in het feit dat het anders kan. (Denkt even na) Weet je wat het is? Vóór Hyster-x zaten wij met kwaadheid. Nu is er vooral positieve energie.
Uschi: Da’s waar. Zonder woede, gerechtvaardigde boosheid over een onrechtvaardige samenleving, had Hyster-x niet bestaan, maar het is niet onze motor nu. Ik ben helemaal geen wollig persoon, maar het gevoel dat ik krijg als ik bij de 35 getalenteerde leden van Hyster-x vertoef, is echt bevrijdend en bijna spiritueel te noemen. Je legt een soort last af: je hoeft jezelf niet te verdedigen, er is geen strijd. Woede en frustratie worden neergelegd en je overstijgt jezelf. Door af te stappen van individuele schuld en schaamte en te zien dat er een systeem is dat bepaalde onrechtvaardigheden mogelijk maakt, is er weer ruimte
Ilke: Dat is het, ja. ‘Ondanks deze chaos heb ik toch dit gecreëerd.’ Een verhaal is verteld en een verhaal wordt gelezen.
NAMING OURSELVES - THE HYSTER-X BOOK CLUB
20/4, 19.30, RoSa vzw, www.hyster-x.com
ILKE COP: RUBY & (MORE) FRIENDS
> 30/4, Ruby Gallery, rubygallery.be