Terwijl een cohorte Deense oudjes in brasserie Le Cirio schrikt van de smaakrijkdom van lambiekbier, vertelt de Amerikaanse Jessica Woodworth met aanstekelijk enthousiasme over haar nieuwe arthousefilm. In Luka wachten jonge soldaten in een streng fort op een vijand die nooit opdaagt. “Angst is besmettelijk maar moed is dat ook.”
| Jessica Woodworth
Na twee satires met Peter Van den Begin als koning die na het uiteenvallen van België door Europa doolt, keert Jessica Woodworth terug naar de ernstigere, esoterische, intuïtieve cinema waarmee ze al tien jaar de internationale filmfestivals verleidt. Voor het eerst liet de Amerikaanse regisseuse van films als Khadak of La cinquième saison zich voor de regie niet langer bijstaan door Peter Brosens, de man met wie ze in Gent leeft.
In het visueel imposante Luka vervoegt een jonge soldaat een ontzagwekkend fort. Maar veel militaire glorie valt er niet te rapen want de vijand daagt nooit op. In afwachting moet er worden gewacht, geklust en nog meer gewacht. Zonder erbarmen bestraft hun generaal – een rol voor Geraldine Chaplin, dochter van filmlegende Charlie Chaplin – elk tekort aan discipline.
“Verzetten we ons niet? Die bierproeverij is een beetje verstrooiend.” Jessica Woodworth aarzelt niet wanneer we in brasserie Le Cirio plots omsingeld worden door niet meer zo jonge Denen die gekke bekken trekken wanneer ze van Boons Geuze Mariage Parfait proeven, terwijl ze met een half oor naar hun gids luisteren. Na filmavonturen in Mongolië, Peru, Kroatië en Wallonië is Woodworth een crack in probleemoplossend denken. Een tafel of vijf verder kunnen we wel ongestoord praten.
Reizen zit in je bloed en locaties zijn heel belangrijk voor je films. Waarom trok je voor Luka naar Sicilië?
Jessica Woodworth: Aanvankelijk wilde ik in Armenië draaien. Ik wilde dat de schaduw van de geschiedenis via post-Sovjet-architectuur over mijn film hing. Ik zocht er twee jaar lang naar markante locaties. Alles was geregeld toen er oorlog losbrak. Het zou niet gemakkelijk zijn geweest om figuranten te vinden om soldaten te spelen, want velen moesten echt naar het front. Ook de uitbraak van covid stak stokken in de wielen. Ik wilde in een ondergrondse zoutmijn nabij hoofdstad Jerevan draaien. Maar hoe krijg je een volledige filmploeg honderd meter onder de grond via een lift als je afstand moet bewaren?
Hoe kan Sicilië nu een alternatief zijn voor Armenië?
Woodworth: De grond zakte onder mijn voeten weg toen Armenië afviel. Er was geen plan B. Maar achteraf gezien was het een goeie zaak voor ons. Die Armeense locaties waren fascinerend maar wellicht te opvallend, te fetisjistisch. Sicilië, een totaal andere planeet dan Italië, was een cadeau. Filmen is er duur en de vulkaan Etna een permanent gevaar. Maar we vonden er wat de film nodig had.
Wat was dat?
Woodworth: In Sicilië vind je heel veel openbare werken en gebouwen die nooit afgewerkt zijn, incompiuto. We spreken over meer dan 350 bruggen, scholen, ziekenhuizen, sportcentra en discotheken. Op een boogscheut van Palermo vond ik de nooit afgewerkte dam. De lokale autoriteiten waren hilarisch. Ze beweerden bij hoog en bij laag dat de Diga di Blufi niet bestond, maar ik had er 2.000 foto’s van. Pas toen ze begrepen dat ik geen onderzoeksjournalist was op zoek naar verhalen over corruptie of de maffia, maar een regisseur op zoek naar een sprekend decor voor een fictiefilm, werkten ze mee. Toelating om te filmen kregen we pas na overleg tussen ‘hooggeplaatsten’. Sicilië is ingewikkeld. Voor de scènes in de ondergrondse wereld trokken we naar de andere kant: naar de Cave di Melilli nabij Syracuse.
Je voelt ook de aanwezigheid van de Etna, een actieve vulkaan.
Woodworth: Dat kan ook niet anders. Je zou jezelf kunnen wijsmaken dat de Etna heel warm en open was en ons genereus heeft laten filmen. Maar de waarheid is dat de Etna, en bij uitbreiding de natuur, onverschillig is. In Mongolië en Peru heb ik geleerd dat de natuur de baas is. Het komt wel makkelijker goed als je ook gelooft dat het goed komt. Toen het tijdens de grote scène met veel figuranten onverwacht regende, moesten we plots met regen en modder rekening houden. Maar dat is dan maar zo. Andere dagen liepen de temperaturen op tot 48 °C. De vulkaan was heel levendig, de dood was non-stop dichtbij. Maar dat maakt dat je twee keer zo hard leeft. (Lacht) Je gaat in turbomodus: je hoort, voelt, ziet, anticipeert en geeft meer.
Er zijn non-stop dingen die ik niet aanvaard. Risico’s nemen, mijn intuïtie volgen: het zit in mijn DNA. Ik wil nieuwsgierig blijven. Het resultaat is dat ik vaak de rug moet rechten. Mijn leven is geografisch en artistiek een zigzag. Maar zo moet het zijn. Ik wens niet dat ooit stopt
Wat intrigeert jou zo aan de mannen-onder-elkaarwereld, zoals het fort in je film?
Woodworth: Dat valt niet buiten mijn comfortzone. Dat is er middenin. In mijn familie zitten veel militairen. Piloten, soldaten, verpleegkundigen, noem maar op. Mijn oom, neven en nichten hebben in de oorlogszones van Vietnam en Irak gewerkt. Ik ben in een militair milieu opgegroeid. Mijn vader was op het einde van de Koude Oorlog een expert in nucleaire ontwapening. Ik was een geprivilegieerde getuige van het spel tussen de Sovjet-Unie en de Verenigde Staten. In plaats van op het slagveld werd er rond een tafel gevochten. En ik zat daar vlakbij, groot genoeg om de situatie te kunnen lezen. Dat was mijn jeugd. Ik ben geen junkie die oorlogen opzoekt maar ik ken wel iets van oorlog. Oorlog is van ons allemaal, mannen, vrouwen, kinderen. Oorlog is van alle tijden. Oorlog is wie we zijn. Voor een vertelster en filmmaakster is dat enorm rijke materie.
Je vraagt de toeschouwer om vooral veel zelf in te vullen. Kan je niettemin aangeven wat voor jou de belangrijkste thema’s zijn?
Woodworth: In de kern gaat Luka over een ambigue vriendschap tussen drie jonge soldaten. Ik hoop dat de film zeer actueel aanvoelt, bijvoorbeeld wat de corruptie van macht en kracht betreft. Zo hard op de regels hameren dat er dodelijke slachtoffers vallen. We lezen het elke dag in de krant. Kijk naar wat er in China gebeurt. De regering heeft er een tsunami van angst opgewekt. Nu betalen ze mensen om spionnen te ontmaskeren. Het is de Nieuwe Culturele Revolutie. Verschrikkelijk. Hoe kan dat? Dat is Luka vermenigvuldigd met een miljoen. (Lacht) En op de achtergrond speelt een andere urgentie: die van het klimaat.
Dat moet je even uitleggen.
Woodworth: Luka gaat niet over het klimaat, maar Luka speelt zich wel af in een nabije toekomst, in een wereld waar water schaars is. Ik vrees echt dat droogte een enorme bedreiging wordt en tot veel conflicten zal leiden.
Wat verwacht je van de kijker?
Woodworth: Ik hoop dat Luka klein en abstract maar herkenbaar is. Laat je verwachtingen los over wat een verhaal moet zijn en geef je over aan de cinema-ervaring zoals je je overgeeft aan een dansvoorstelling. Maak er geen cerebrale zoektocht naar rede en betekenis van, zoals de gewoonte is geworden, maar ga voort op je buikgevoel. Geef ruimte aan wat er niet wordt gezegd of getoond. Cinema kan zoveel meer zijn dan alleen maar een plot.
De Italianen die zich aan de verfilming van Il deserto dei Tartari verwachten, zijn in de war. Ik gebruik de roman van Dino Buzzati – verplichte lectuur in Italië – enkel als vertrekpunt. De kracht van het boek is dat je jezelf op een persoonlijke, subjectieve, intieme manier kan invullen. Je moet ervoor openstaan.
En een beetje geduld hebben?
Woodworth: Luka is een onverwachte vertelling. De tijd kan de kijker frustreren: waar gaat dit naartoe? Wat gebeurt hier? Dat is een component van de ervaring. De soldaten staan op de muren van een fort te wachten op een vijand die niet bestaat. Dat is erg oncomfortabel. Ze turen naar de horizon, maar daar is niets te zien. Dus kijken ze naar zichzelf. Ze hebben alle tijd om na te denken. Hun enige zekerheid is dat ze ouder worden en dat sommige dingen onjuist zijn.
Ik hoop dat 'Luka' klein en abstract maar herkenbaar is. Geef ruimte aan wat er niet wordt gezegd of getoond. Cinema kan zoveel meer zijn dan alleen maar een plot
Droomden ze in je familie zoals Luka van militaire glorie?
Woodworth: Ja. Ik begrijp hun motivatie, maar ik zie vooral de consequenties. Hoe je in de vlag moetgeloven. Complex, hoor. Zeker wanneer het politieke beleid van je land niet zuiver is, wordt dat heel complex en lastig. Wie heeft de macht en kracht? Hoe ziek is hij? Je hangt aan hem vast.
Het enige essentiële moment in het verhaal is dat Luka uiteindelijk de moed, de integriteit en de kracht heeft om zich om te draaien, om zijn oversten de rug te toe te keren. Zonder dat moment van gravitas werkt de film niet.
Hoeveel ervaring heb jij met verzetsdaden die moed vergen?
Woodworth: Ergens tussen nul en een miljoen? (Lacht) Er zijn non-stop dingen die ik niet aanvaard. Risico’s nemen, mijn intuïtie volgen: het zit in mijn DNA én ik ben zo opgegroeid. Ik wil nieuwsgierig blijven. Het resultaat is dat ik vaak de rug moet rechten. Mijn leven is geografisch en artistiek een zigzag. Maar zo moet het zijn. Ik wens niet dat ooit stopt.
Luka is geen held. Hij redt zijn vrienden niet. Hij doet uiteindelijk maar iets kleins. Maar daar zijn wij allen toe in staat. Angst is misschien besmettelijk, maar moed is dat ook.
We hebben wél een keuze. Het is belangrijk om dat te weten. Vooral nu. Nu er zoveel gebeurt, nu er zulke grote uitdagingen zijn en er zoveel structuren en ideologieën ineenstorten. Wie controleert de gas? Wie heeft water? Daar komt het op neer. Verschrikkelijk, maar het is zo. Vooral water, of het gebrek eraan, is stilletjes een tragisch mega-epos geworden.
Luka is nu te zien in de Brusselse arthousebioscopen, luka.film
Lees meer over: Film , Jessica Woodworth , Luka