Elke week serveren we hier een portie Smalltalk, een korte babbel met een artiest in zijn of haar favoriete café. Deze week ontmoeten we in Brasserie Verschueren filmmaker Ruben Desiere, die net zijn nieuwe documentaire Echo voorstelde op Film Fest Gent.
Filmmaker Ruben Desiere (31) groeide op in Gent en studeerde er aan de filmschool KASK, maar woont al zo’n tien jaar in Brussel. “Sinds ik hier aankwam, heb ik nooit het verlangen gehad om terug te keren,” zegt hij. Hij woonde eerst in Schaarbeek, in de buurt van het Gesù-klooster, waar hij zijn debuutfilm Kosmos (2014) draaide. In die film, zijn afstudeerproject aan het KASK, volgt hij een groep Slovaakse Roma in de periode voor hun uitzetting in de winter van 2013. Ook voor zijn volgende werk, de alternatieve kraakfilm La Fleurière uit 2017, richtte hij zijn camera op Slovaakse Roma.
Momenteel woont Desiere in Sint-Gillis, tussen de Hallepoort en het Voorplein. Vlak bij onze afspreekplek Brasserie Verschueren, waar hij elke week weleens langskomt. Op het moment van ons gesprek, kijkt Desiere uit naar de première van zijn nieuwe film, de documentaire Echo, op 17 oktober tijdens het Film Fest Gent. In februari volgend jaar komt de film echt in de Belgische cinemazalen.
Echo is een verrassend onverbloemde inkijk in de tien weken durende basisopleiding tot militair, waarbij Desiere een vijfentwintigtal jonge rekruten van peloton Echo – tussen de 17 en 23 jaar oud – volgt tot op het moment waarop ze een baret mogen opzetten. “Het heeft lang geduurd voor we toestemming kregen van Defensie,” zegt Desiere. “Maar eens we binnen mochten, was er veel vertrouwen. Behalve het vermijden van feitelijke onjuistheden, was er geen controle op wat we deden.”
GEEN HOLLYWOOD-HEROÏEK
Vanaf de eerste scène, een ongemakkelijk evaluatiegesprek tussen een introverte rekruut en de commandant van het peloton, is meteen duidelijk dat Echo geen Hollywood-heroïek in Leopoldsburg zal opdienen. “Echo is geen film à la Top gun, die met zijn beelden van legermachinerie en stoere soldatenlijven promo voert voor het Amerikaanse leger. Dit is ook absoluut geen oorlogsfilm, het gaat over de onmogelijke voorbereiding op zoiets complex als oorlog.”
Oorspronkelijk wou Desiere de militaire basisopleiding enkel volgen als vooronderzoek voor een fictiefilm, maar hij gooide dat plan om nadat hij getroffen werd door het theatrale aspect van de training. “Vanaf het moment dat de jongeren het soldatenkostuum aantrekken, voel je hoe ze zich op een soms nog kinderlijke manier proberen te gedragen zoals ze denken dat een soldaat zich gedraagt. Veel van die denkbeelden zijn mede gevormd door, veelal Amerikaanse, oorlogsfilms. Maar de werkelijkheid is veel grilliger, natuurlijk. Alles verloopt er veel minder gestroomlijnd.”
Je ziet de jongeren worstelen met die weerbarstige realiteit, bijvoorbeeld wanneer ze snel een gasmasker moeten opzetten of zelfs tijdens het openen van een conservenblik. Niet alle jongeren slagen erin om de opleiding succesvol af te maken. “Maar we hebben er ook heel bewust geen film van gemaakt waarbij je bij wijze van spreken constant rekruten over hun eigen voeten ziet struikelen. We hebben een evenwicht gezocht tussen vertrouwd aandoende militaire beelden en scènes die daartegenin gaan, terwijl we altijd de nodige afstand bewaarden.”
Mijn bedoeling was niet om een beeld te krijgen van het Belgische leger. Ik wilde heel hard focussen op een klein onderdeeltje van deze wereld, de manier waarop kennis wordt overgebracht tijdens deze initiële training
De opleiding maakt ook gebruik van strategieën uit fictiewerken, om de abstracte en complexe realiteit van oorlogen in het verre buitenland enigszins tastbaar te maken. “De onderrichters zetten tijdens de lessen vaak kleine ensceneringen op, de jongeren zijn in feite constant aan het ‘spelen’. Tijdens een nachtelijk klank-en-lichtspel aan de rand van een heide leren de rekruten bijvoorbeeld belangrijke signalen interpreteren, die hen in oorlogssituaties van pas zouden komen. Ze leren in het donker op een andere manier kijken en luisteren naar de dingen. Dat komt voor mij heel dicht bij wat cinema beoogt.”
MODERNE KUNST
Films worden ook letterlijk benoemd. Zo verwijst hoofdopleider – en hoofdrolspeler – commandant Walter Van Dyck naar scènes uit Saving private Ryan om een punt te maken tijdens een les. Die doorgewinterde militair lijkt zelf wel de tegenpool van de sadistische Sergeant Hartman uit Full metal jacket. Uit zijn mond geen motivational quotes à la “You're so ugly you could be a modern art masterpiece.” Bij een misstap van een rekruut zegt Van Dyck daarentegen op vaderlijke toon: “Gaan we je daarvoor afschieten? Nee!”
“Hij houdt heel veel van films en was ook erg geïnteresseerd in de manier waarop we hem in beeld brachten,” zegt Desiere over Van Dyck. “Hij vroeg bijvoorbeeld waarom we de camera op een bepaalde manier opstelden en welke lenzen we gebruikten. Soms bespeelde hij zelfs de camera als een acteur.”
Voor de film paste Van Dyck onder meer de vorm van de evaluatiegesprekken met rekruten aan en vergrootte zijn eigen bewegingen en uitspraken uit, zodat de gesprekken betere ‘scènes’ werden. Na de draaiperiode vertelde hij bovendien dat hij de technieken die hij tijdens de film ontwikkeld had om met de jongeren om te gaan, zou blijven gebruiken.
Er is heel wat veranderd sinds Desiere de film draaide, in 2020. Terwijl er tot voor kort toch dikwijls meewarig naar het Belgische leger werd gekeken, is daar veel verandering in gekomen sinds de oorlog in Oekraïne, nu het belang van het verdedigen van landsgrenzen pijnlijk duidelijk is gemaakt. “Het klopt dat we nu met een andere blik naar Defensie kijken, maar ik heb niet de intentie om daar uitspraken over te doen,” zegt Desiere voorzichtig. “Mijn bedoeling was ook niet om een beeld te krijgen van het hele Belgische leger of van de mondiale structuur waar het deel van uitmaakt. Ik wilde heel hard focussen op een klein onderdeeltje van deze wereld, de manier waarop kennis wordt overgebracht tijdens deze initiële training. Echo is een momentopname op een microscopisch niveau.”
Desiere is momenteel aan het schrijven aan een nieuwe film, fictie dit keer. De film zal zich ver van de legerbarakken en het strijdgewoel afspelen. “Ik heb dan ook persoonlijk geen bijzondere affiniteit met het leger of zelfs met oorlogsfilms. Zelf zou ik ook nooit in dienst willen gaan,” zegt de filmmaker. “Het is nu tijd om een andere wereld te verkennen.”
KLANKBORD
Zijn agenda is ook goed gevuld met andere projecten. Desiere levert namelijk ook een belangrijke bijdrage aan het succes van andere Belgische filmparels via productiehuis Accattone films, dat hij oprichtte met Rasmus Van Heddeghem. Voorbeelden uit het verleden zijn onder meer Étangs Noirs uit 2018 en het recente Kind hearts. “Films maken kan bijzonder abstract zijn. Het is aangenaam om ook met de heel praktische kanten van het proces bezig te zijn,” zegt hij. “Bovendien bouw je zo sterke samenwerkingen op met andere makers, met wie je ideeën kunt uitwisselen. Het is erg waardevol om altijd een klankbord te hebben.”
Ik heb persoonlijk geen bijzondere affiniteit met het leger of zelfs met oorlogsfilms. Zelf zou ik ook nooit in dienst willen gaan
Desiere werkt ook al gedurende lange tijd hard aan het welzijn van de Belgische cinema in het algemeen. Zo’n tien jaar geleden stond hij al mee aan de wieg van filmmagazine Sabzian en midden 2020 richtte hij samen met gelijkgestemde zielen Avila op. Dat online videoplatform wil een diverse catalogus auteursfilms, van vroeger en nu, gemakkelijker aan een breder publiek helpen.
“We proberen met Avila de nodige expertise op te bouwen om de Belgische filmgeschiedenis opnieuw te vertellen en het leven van auteursfilms aanzienlijk te verlengen, ervoor te zorgen dat het niet blijft bij enkele vertoningen. Het blijft wel een zoektocht om een breed publiek te bereiken.”
Het opzetten van bondgenootschappen is een van de manieren om dat doel te bereiken. Zo werkt Avila onder meer samen met Cinematek, Muntpunt, de bibliotheek van Schaarbeek en sinds kort ook met de KVS. Doorheen het theaterseizoen wordt er meerdere malen een theatervoorstelling gekoppeld aan een film uit de Avila-catalogus, waarbij tickethouders van de voorstelling gratis toegang krijgen tot de film.
Mensen die een ticket kochten voor het Mindblowers-event van de VUB en de KVS, dat dit jaar in het teken van de liefde stond, kunnen zo gratis kijken naar Kind hearts. Die docu zoomt in op de relatie tussen twee studenten in het Brusselse en volgt het verloop van hun prille liefde.
Lees meer over: Film , Ruben Desiere , Echo , Film fest gent , smalltalk , smalltalk/longread