Lous and the Yakuza speelde in de AB een thuismatch met veel vaart, maar zonder franjes. De Brussels-Congolese frontvrouw Marie-Pierra Kakoma koppelde er het elegante kosmopolitisme, dat haar wereldfaam opleverde, aan haar streetwise attitude.
Lous and the Yakuza: een empowerende wervelwind in de AB
Een divers publiek, met opvallend veel ouders met jonge tieners, kon de ongedwongen, strakke voordracht van Marie-Pierra Kakoma bijzonder smaken. Typerend voor de no-nonsenseaanpak van dit Louis Vuitton-model: na drie nummers zei ze pijn aan haar voeten te hebben en verving ze haar hakken door baskets. Op het einde van het concert, vlak voor een heftige danspassage in ‘Monsters’, vlogen ook die aan de kant.
Dat klinkt niet eens gek voor een band die zich als een sneltrein door de AB bewoog. Zeker in het begin legde de zangeres heel wat meters af, van de ene naar de ander kant van het podium marcherend, alsof ze het tempo van de set fysiek wilde benadrukken. Een pluim voor de geluidstechnici trouwens: die zorgden ervoor dat de stem van Kakoma glashelder in de mix zat, ondanks de rotvaart waarmee ze haar zang- en raplijnen bracht.
Zeker in het begin legde de zangeres heel wat meters af, van de ene naar de ander kant van het podium marcherend, alsof ze het tempo van de set fysiek wilde benadrukken
Tijdens haar huidige Europese tournee, die de Belgische belofte de voorbije dagen ook al naar uitverkochte zalen in Parijs, Londen en Amsterdam voerde, levert Lous het bewijs dat niet elk optreden moet uitmonden in een megaspektakel. The Guardian kopte eerder deze week "A star too good te be lost in translation".
Veerkracht
Ja, natuurlijk was het symbool dat Lous elke ochtend op haar voorhoofd schildert als teken van veerkracht, ook hier aanwezig als backdrop, maar het werd tenminste niet rondgelaserd in de zaal. Ook haar hybride, taal en cultuur overstijgende hedendaagse popmuziek - een mix van r&b, hiphop en chanson, hier en daar opgezweept met een trap- of afrobeat - is gediend met die sobere aanpak.
Met rechts achteraan drummer Steven G-Legend Gaman, in het midden bassist Sully Rhino en links achteraan toetsenist Joseph Nelson bleef het podium overzichtelijk. In een r&b-scene die uitpuilt van de featurings hoorden we één keer een tape met mannelijke raplijn meelopen en tijdens het aanstekelijke ‘Kisé’ (lees als: Qui sait? of Qui c’est?) was er een korte dans- en rapbattle met Krisy, een van de frères die meewerkten aan haar jongste album en die hier in laatste instantie als voorprogramma was toegevoegd. Kakoma draagt autonomie hoog in het vaandel en draagt die houding uit by example.
Kleuren
De fans appreciëren de strijd die Lous en plein public voert met haar demonen. Tijdens de intro van ‘Bon acteur’ vroeg de zangeres hen of ze haar nummers ook echt kenden. Dat beaamden ze door uit volle borst het refrein mee te zingen. Dat ze zich voor ze uitgroeide tot zwart rolmodel vaak alleen voelde, deelde ze voor ze ‘Solo’ aanhief. Het nummer staat op haar debuutalbum Gore, waarop ze afrekende met de duisterste momenten uit haar leven. “Daarom hou ik van een publiek vol kleuren. Maar dat is Brussel!”
"Toujours devoir débattre" en "Toujours devoir se défendre" klonk het, waarna het publiek de oh no’s en oh no no’s voor zijn rekening nam. Zo eindigde de jazzy ingezette song met een moment van empowerment, een zeldzame vocale capriool en veel applaus. “Jammer genoeg kan je niet de hele wereld redden. Je moet je strijd kiezen,” zei de zangeres ons al voor haar doorbraak.
Soul
De single ‘Hiroshima’, uit het vorig jaar verschenen Iota, werd nog enthousiaster onthaald. In ‘Monsters’ omarmde ze alle monsters die nog steeds in haar lichaam en haar leven huizen, en ‘Téléphone sonne’ vloeide direct over in ‘Amigo’, dat droge afrobeatdrums tegen latino-akkoorden deed aanschurken. Je kon er de hand van Rosalía-producer El Guincho in herkennen, maar toch vooral het grillige pad dat Lous voor zichzelf heeft uitgestippeld. Noem het gerust haar verbasterde vorm van soul.
Op tachtig minuten joeg Kakoma er samen met haar band 23 tracks door, bijna alles van haar twee langspeelplaten, aangevuld met onder meer een eigenzinnige interpretatie van een fragment uit de Cole Porter-classic ‘I’ve got you under my skin’. Die laatste was een van de tragere songs waarvoor ze even op een barkruk of de rand van haar podiumverhoogje ging zitten, voor ze zich weer onvermoeid opwierp als de wilde denker-spraakwaterval-danser die ze, ook als ze zingt, wel altijd zal blijven.
Lous and the Yakuza, gezien op 7 februari in de Ancienne Belgique
Lees meer over: Muziek , lous and the yakuza , Ancienne Belgique , review