Smalltalk

Muzikaal woelwater Karen Willems: ‘Muziek mag pijn doen, veel dingen doen pijn’

Tom Peeters
© BRUZZ
12/10/2022

| Karen Willems in De Zotte Ezel

Een pleaser is muzikaal woelwater Karen Willems nooit geweest. Liefst is ze gewoon zichzelf en dat kan ze als geen ander in De Zotte Ezel in Schaarbeek, waar ze doorzakt na een Brussels concert en ons bij wijze van Smalltalk onderhoudt over haar onbehagen met de sector, haar afkeer van verwachtingspatronen, haar verknochtheid aan de natuur en haar onrust.

Dat Karen Willems niet de meest voor de hand liggende muziek maakt, kan je donderdagavond horen in het AB Salon. Het heeft met haar ongedurige karakter te maken, maar ook met het feit dat iets wat ze nog niet kent of weet in haar ogen altijd interessanter is dan iets wat zich voorgekauwd aandient. Als we haar in het midden van ons onderonsje op het zonovergoten terras van De Zotte Ezel vragen of ze nog in een popgroepje zou kunnen spelen, klinkt het onomwonden: “Mensen denken misschien dat ik dat niet meer zou zien zitten, maar als het met de juiste muzikanten is en ik kan Karen Willems zijn, waarom niet? Nu, ook weer niet voor twee jaar, hè. En niet elke week dezelfde playlist.” (Lacht)

Willems maakte uitgebreid kennis met de pop- en rockpodia toen ze achter de drums zat bij Yuko, Zita Swoon Group en Novastar. “Met Joost (Zweegers, red.) heb ik toch een halfjaar gespeeld. Hij veranderde voortdurend van bezetting, maar ik vond het de max zoals hij zijn muzikanten toesprak en zei: ‘Jij moet nu soleren.’ Je ziet het te weinig in het popmilieu. Veel mensen vinden hem een asshole en hij was misschien niet tevreden over mij, maar ik blik er zeker niet negatief op terug. Als ik gewoon mezelf kan zijn, mag het voor mij elke genre zijn.”

SJIEKEN EN MALEN
“Maar gewoon een beetje uzelfkes zijn, het is niet evident,” klinkt het meteen daarna. “Ik zie het meteen wanneer mensen zich anders voordoen dan ze zijn. Al sjiek en maal ik misschien net iets langer op en over de dingen dan iemand anders.”

Laat het toch van het moment afhangen. Ik speel meestal elke keer iets anders. Mensen die het allemaal al weten kan je toch niet meer raken

Karen Willems

Dat malen heeft de voorbije weken vooral te maken de muzieksector. “Het is nog erger dan voor corona,” steekt Willems van wal. “Het was misschien naïef van me om te peinzen dat er dingen zouden veranderen, want alles wordt meer dan ooit op een hoop gesmeten. Het is zogezegd opnieuw feest, maar ik voel het niet. En al zeker niet als de concerthuizen waar je speelt of resideert zelf niet komen luisteren. Terwijl iedereen zichzelf aan het voorbijlopen is, lijkt alles vluchtiger dan ooit. Dan houd ik het liever klein. Samen zijn kan voor mij ook zonder lichtshow.”

Het zijn de twijfels die opspelen bij wel meer artistieke zielen en volgende week alweer weg kunnen zijn, maar het lijkt haar deugd te doen ze even te ventileren. “Ik kan soms van mijn melk zijn door iets kleins, maar vind telkens toch weer de goesting en het plezier om opnieuw te beginnen prullen.”

BREEKBAAR EN LUID
De voorbije jaren is Willems zich als muzikante en componiste meer en meer gaan richten op spontaan geluidsonderzoek, zoals ze dat geprul wel eens noemt. Het dient zich aan als een wisselwerking tussen gecomponeerde stukken, improvisaties en field recordings, en drijft wat verder af van haar achtergrond als slagwerkster. Intussen leverde dat wel een resem avontuurlijke cassette- en Bandcamp-releases op, al dan niet in samenwerking met een gelijkgestemde ziel. Het dit voorjaar verschenen dubbelalbum Grichte is ambitieuzer: het werd opgenomen met drie saxofonisten, op vinyl geperst en uitgebracht via het Brugse jazzlabel W.E.R.F. Records.

“De tweede plaat met de extra muzikanten is toegankelijker dan de eerste, maar hoe meer je naar de eerste luistert, hoe meer de verschillende lagen je zullen opvallen,” legt ze het verschil tussen de vinylschijven uit. “Ik vond het leuk dat ik de kans kreeg om een dubbelaar te maken omdat ik zo verschillende gedaantes van mezelf kon tonen: van heel breekbaar tot luid. Soms vergeet ik zelfs dat ik ook nog drum.” (Lacht)

Achtergrondmuziek is het dus zeker niet. Met die saxen erbij lukt het misschien nog bij het koken, maar van mijn solowerk zou er te veel passeren zonder dat je het echt gehoord hebt.” De muziek waar ze zelf graag naar teruggrijpt, krijgt met het filmische ‘Ennio’ en het minimalistische ‘Cilio’ alvast twee rake hommages. “Ik ben een grote fan van de geluidscollages van Ennio Morricone, maar vooral in Luciano Cilio’s Dialoghi del presente zit alles wat muziek nodig heeft.”

GELUIDSABSORBERENDE SPONS
De hoes van het nieuwe album, een ontwerp van haar vriend Dominiek Claeys, is inmiddels vereeuwigd op haar onderarm. “Ik wilde al jaren een tattoo en nu mijn lief ook met 3D bezig is, leek het een geschikt moment. Je kan van zijn tekening maken wat je wilt, maar voor mij is het een spons die geluiden absorbeert.” Willems vond ze wel passen bij haar geluidscollages, net als de vier nog abstractere, maar eveneens cirkelvormige composities op de achterflap van de vinylplaat. “Die staan voor de verbinding die ik maak,” legt ze uit. In dit geval met drie saxofonisten: Marc De Maeseneer, John Snauwaert en Vincent Brijs.

De onrust is er na al die jaren niet minder op geworden. Ik hoop dat ze na mijn vijftigste zal afnemen. Maar uiteindelijk vertaalt je muziek altijd voor jou wie je bent

Karen Willems

“Bij de combinatie van enkel sax en drums mis je misschien het basgeluid, maar net in het onverwachte ontbreken ervan ligt voor mij veel schoonheid.” De set met de saxen is later dit jaar te horen tijdens een JazzLab-tournee, maar ging deze zomer al in première op Jazz Middelheim. Daar speelde Willems in het voorprogramma van Iggy Pop. “Er is vooraf wat heisa geweest of hij daar wel zou passen, maar ik vond hem geweldig. Ook al wil zijn lijf niet meer mee, zijn stem klonk zo goed!”

DADAÏSTISCHE IMPRO
“Zelf voel ik me geen zangeres, maar ik ben tegenwoordig mijn stem wel aan het ontdekken. Bij mijn band Inwolves zong ik ook al een beetje. Hier past het bij de impro, en soms ook niet. Ik zie mijn stem als een extra instrument om emotie in het palet te brengen. Echte teksten zal ik wel nooit schrijven. Het zijn eerder dadaïstische flarden. Op het einde van mijn vorige concert op het AMOK Festival was ik mijn stem bijna kwijt van het geschreeuw, maar dat vond ik niet erg. Het mag een beetje pijn doen. Veel dingen doen pijn. Mensen vragen me dan achteraf of ik niet beter zangles zou volgen. Nee, dus.” (Lacht)

“In vergelijking met veel jonge mensen, die technisch erg onderlegd zijn, spelen wij als dutsen. Maar gevoelsmatig mis ik veel. Dan ga ik liever naar een band die nog niet goed speelt, maar wel aan het werken en het proberen is. Dat is veel toffer om naar te kijken dan een band die je wil tonen hoe het moet.”

FRIS EN KORRELIG
Willems heeft sowieso een broertje dood aan verwachtingen. “Laat het toch van het moment afhangen. Ik speel meestal elke keer iets anders. Mensen die het allemaal al weten, kan je toch niet meer raken. Ik apprecieer het als men je de kans geeft om telkens weer nieuwe dingen te zoeken en te ontdekken, en dus ook fris en korrelig te blijven. Zoals wat Mich (Leemans, AB-programmator, red.) nu doet in het AB Salon. Of zoals op Serreklanken, een klein festivalletje in Hoeilaart, waar ik deze zomer tussen de tafeldruiven mocht optreden. “In eerste instantie doe ik dit natuurlijk allemaal voor mezelf. Maar daarna toch voor de mensen die ik op zulke kleinschalige initiatieven tegen het lijf loop, niet voor de hipsters die het zogezegd allemaal al weten.”

1816 karenwillems

Het is dan ook geen verrassing dat ze zich op haar gemak voelt in De Zotte Ezel, met zijn informele mix van studenten, werkmensen, toeristen en buurtbewoners. Ze belandt er steevast na een Brussels concert. “Ook hier hoeft niemand zich hipper voor te doen. Door de pandemie is het wel een tijdje geleden dat ik het café nog hielp sluiten. De laatste keer was na een concert van The Residents in de Botanique.”

FRIEMELEN EN KNARSEN
Maar na haar visites aan Brussel gaat het elke keer resoluut weer richting platteland, in haar geval Adegem, in het Meetjesland, dat ook in haar nieuwe muziek geregeld opduikt. Zoals in ‘De stinker en de blinker’. Het blijken twee vaarten, die (net zoals de muziek) kabbelend in elkaar overvloeien. “Ik zou echt niet kunnen gedijen in een stad: te veel prikkels. De natuur betekent alles voor me, ook voor de muziek. Ze helpt me te relativeren.”

Ik heb een beweging die er altijd moet zijn. Iets voelen en vastpakken hoort erbij. Het kan soms friemelen, maar het moet altijd kunnen knarsen

Karen Willems

Toch heeft ze haar niet van haar onrust kunnen afhelpen. “Die is er na al die jaren inderdaad niet minder op geworden. Ik hoop dat ze na mijn vijftigste nog zal afnemen. Maar uiteindelijk vertaalt je muziek voor jou wie je bent. Ik kan ook niet gewoon blijven stilzitten. Heb je me al veel zien spelen? Ik heb een beweging die er altijd moet zijn. Iets voelen en vastpakken hoort erbij. Het kan soms friemelen, maar het moet altijd kunnen knarsen.”

KAREN WILLEMS
13/10, 19.30, gratis, AB Salon, www.abconcerts.be

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Muziek , Karen Willems , smalltalk , smalltalk/longread

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni