Met een ingetogen set die zijn nieuwe songs centraal stelde en veel ruimte liet voor mysterie oversteeg Tamino gisterenavond in het Koninklijk Circus verschillende dimensies. Niemand laat Oost en West tegelijk zo achteloos en passioneel in elkaar overvloeien.
Tamino in Koninklijk Circus: het mysterie blijft intact
Radiohead-bassist Colin Greenwood zou er niet bij zijn omdat hij op tournee is met Nick Cave, zo had Tamino vooraf laten weten. Maar daar viel mee te leven, vond hij, en een kniesoor die er na zijn show van gisterenavond een punt van maakte. We waren nog maar net gearriveerd op zijn eerste van drie uitverkochte concerten op rij, de laatste drie van een jaar waarin zijn succes alleen maar is toegenomen, wanneer we achter ons een gesprek opvingen tussen twee kameraden: “Wij zijn vrijwillig naar hier gekomen, maar er zijn ook veel venten die moeten meekomen van hun vriendin,” klonk het onverbloemd met duidelijk Antwerpse tongval. Om maar te zeggen: Tamino-Amir Moharam Fouad of kortweg Tamino heeft behalve een stem die ijskappen kan doen smelten ook charisma met een reputatie. In buitenlandse recensies wordt hij tegenwoordig niet alleen meer vergeleken met Jeff Buckley, maar ook met Timothée Chalamet.
Deze zomer zagen we de Antwerpenaar met Arabische roots aan het werk op Pukkelpop in wat een van de meest geanticipeerde concerten van het jaar moest zijn. Zijn tweede studioalbum Sahar moest dan nog verschijnen. Het was een verademing om de zanger nu ook zelf te horen zingen (in plaats van de fans naast ons). Het publiek in het Koninklijk Circus, dat zijn kaartjes begin juni in enkele minuten tijd op de kop had weten te tikken, was duidelijk gekomen om te luisteren. Het ging er op een bepaald moment zelfs zo beschaafd aan toe dat de zanger opwierp dat het wel maandag moest zijn — inmiddels is hij anders gewoon. Maar die focus had hij volledig zelf afgedwongen.
Tamino-Amir Moharam Fouad of kortweg Tamino heeft behalve een stem die ijskappen kan doen smelten ook charisma met een reputatie
Reflectie
Vooreerst door zijn ingetogen zelf te zijn, wat meteen afstraalde op band en publiek. Zowel de muzikanten, die ingehouden en sober speelden, als de smaakvolle belichting stonden volledig ten dienste van de songs van de introverte romanticus in de spotlight. Hij bedankte door alle tien de liedjes van zijn nieuwe plaat te brengen. Die kwam tot stand in de pandemie, een tijd van bezinning en reflectie voor de zanger, zoals te horen was in ‘Longing’. Aangevuld met een handvol tracks uit Amir, zijn debuut uit 2018, wisselde hij solo- met groepsperformances af, schakelend tussen veelal akoestische gitaren. De sfeer was dan ook meer intimistisch dan indierock. Midden in de set zat een tweeledig pianoluik waarin zijn schaduw reuzegroot weerspiegeld werd op de achterkant van de zaal, alsof de lichtman de mijmerende persoonlijkheid van de frontman nog wat wilde uitvergroten.
Nieuwe liefde
Het mysterie hing vanaf de eerste noot in de lucht. Met dank aan Tamino’s loepzuivere stem, die als vanouds genadeloos switchte tussen diep en falset, maar ook aan zijn nieuwe liefde, de oed. Zijn Egyptische grootvader bespeelde het instrument al, maar de inspiratie om het op Sahar op te diepen haalde hij bij de Tunesische muzieklegende Anouar Brahem. Beu om alleen bruiloften te doen, haalde die de 12-snarige voorloper van de luit uit het keurslijf van begeleidingsinstrument om ze te mengen met westerse muziek. Die open attitude heeft Tamino overgenomen. Oost en West vloeiden in opener ‘A Drop of Blood’ achteloos in elkaar over. Een niet geringe prestatie die hij later op ‘The First Disciple’ zou herhalen.
Melancholie
Voeg daar nog een portie tragiek aan toe (‘I’m afraid that no amount of fame / Will ever wash away the shame / Of knowing not how to love your only friend / Who will love you til the end’) en het publiek werd eraan herinnerd dat de vele vingerwijzingen naar de groten op hun plaats zijn. Publieksfavoriet ‘Indigo Night’ leunde het dichtst aan bij zijn held Leonard Cohen. Werden de tonen wat langer aangehouden, zoals in ‘My Dearest Friend and Enemy’, dan moesten we aan Rufus Wainwright denken. Pas helemaal op het einde van de set mochten de bandleden — Vik Hardy op toetsen en gitaar, Sander Verstraete op bas en Ruben Vanhoutte op drums — tijdens oudje ‘w.o.t.h.’ eens echt loos gaan. Daarna deden een intens ‘Habibi’ en de bis ‘Only Our Love’ de massa uitgeleide, voorzien van genoeg melancholie om de druilerige nacht te trotseren.
Tamino, gezien op maandag 5 december in het Koninklijk Circus. Vanavond en morgenavond volgen nog twee uitverkochte concerten