Het is straks carnaval, dus mag het wat minder serieus. Dat is het excuus dat we zochten om het eindelijk eens over de bejaarde prins van de Nederlandse poëzie en het lustige levenslied te kunnen hebben. Al overstijgen de muzikale fratsen, instructieve teksten en taalkundig onberispelijke verzen van Drs. P het carnavalslied natuurlijk verre. Dit is dolle pret voor meerwaardezoekers.
Artists in residence: Drs. P in Deventer
Laat ons de ouwe P eerst nog even biografisch situeren. Hoewel hij de zoon was van een Nederlandse moeder en een tot Nederlander genaturaliseerde Oostenrijker, werd Heinz Hermann Polzer in 1919 geboren als Zwitser. Hij zag toen het levenslicht in Thun, en zou de nationaliteit die daar gratis aan verbonden was nooit meer afgeven. Tijdens de Tweede Wereldoorlog moest Polzer nog even onverschrokken dienst gaan doen in het neutrale Zwitserse leger, maar zijn belangrijkste wapenfeiten betreffen toch vooral de literatuur en de lichte muziek.
Drs. P schreef talloze gedichten en prozateksten, maar verwierf de meeste bekendheid met zijn liedjes. Die begeleidt hij zelf aan de piano, en voorziet hij van zijn schurende stemgeluid opdat de aandacht niet te veel van de geweldige teksten zou worden afgeleid. De doctorandus maakte liedjes over alles. Bekend is met name zijn reeks over groenten en fruit, waaruit Jean Blaute ooit ‘Bananen’ plukte om er een cover van te maken. Maar Drs. P heeft ook veelvuldig over landen en steden geschreven. De bundeling teksten en gedichten Toenemend feestgedruis uit 2004 bevat daarom zelfs een ‘Register op aardrijkskundige namen’. Brussel lijkt Heinz te beschouwen als een notoir urinoir. Niet alleen omwille van het Manneke (‘Wat doet dat ventje nu? / In ’t openbaar / En in strijd met de wet // Neen, volg zijn voorbeeld niet / Vlak om de hoek / Is een herentoilet’). Ook omwille van een ontmoeting die hij hier blijkbaar eens had met een niet nader genoemd ‘nomadisch figuur/ Niet geleerd, maar zo glad als een aal/ Hij volgde zijn eigen, vreemde natuur/ en vroeg niet naar wet of moraal/ Ik zag hem in een verloren uur/ Bij ‘t stationsgebouw Brussel Centraal/ Hij waterde zomaar tegen de muur/ met een strakke en strafbare straal.’
Deventer
Desalniettemin houdt Zwitser Polzer van de Belgen. Zelfs in hymnes waarmee wij niets te maken hebben, zoals dat over de trotse stad Groningen, sleurt hij ons er omwille van ons talent voor absurdisme bij: ‘Groningen, Groningen/ De bijen maken smakelijke honingen/ De Russen maken aanspraak op naburig grondgebied/ De Belgen maken friet.’
Ons favoriete nummer heet echter ‘Deventer’, wat een toepasselijke naam is voor een lied dat integraal over deze Oost-Nederlandse stad handelt. Meer bepaald over de koek die Deventer al sinds de vijftiende eeuw produceert en exporteert. Het is grappig dat Wikipedia in het lemma over de traditionele Deventer-koek slechts één couplet van dit lied weergeeft. De andere klinken namelijk een stuk kritischer. In afwachting dat Wikipedia deze inbreuk op de objectiviteitsregel zelf herstelt, geven wij hier alvast het grootste deel van de Deventer-koek: Deventer koek, Deventer koek/ Iedere stad zucht wel onder een vloek/ Deventer koek, Deventer koek/ Voor het onwelkom familiebezoek//Andere plaatsen creëren jenever/ Balletje, gloeilampen, kaarsen of kant/ Hier evenwel als goedwillende gever/ Staat men met Deventer koek in de hand// Deventer koek, Deventer koek/ Is weer wat anders dan zuurstang of snoek/ Deventer koek, Deventer koek/ Past in de zak van geen enkele broek// Deventer koek, dat is een van de dingen/ Die mij als jongetje hebben geschokt/ Deventer koek zal ik blijven bezingen/ Deventer koek, tot de adem mij stokt//
Artists in residence
Lees meer over: Cultuurnieuws , Artists in residence
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.