Een beetje een tweeslachtige stad, Den Haag. Om te beginnen heeft ze twee namen. Het meer stijfdeftige ‘s Gravenhage - wat zoveel betekent als ‘het bos van de graaf’ (van Holland) - en het meer volkse, omwille van het internationale gebruiksgemak inmiddels officieel geworden Den Haag.
Artists in residence: Koot en Bie in Den Haag
In de stad zelf wordt ook de tweedeling gemaakt tussen de betere wijken die op ‘‘t zand’ (op de zandduinen) zijn gebouwd, en de wijken die zich op ‘‘t veen’ (de veengrond) bevinden. Voorts is van het half miljoen inwoners ook precies de helft een autochtone Nederlander en de helft een inwoner van buitenlandse afkomst. In de rest van Nederland wordt voor de mensen uit de politieke hoofdstad van Nederland zowel de term ‘Hagenaar’ als ‘Hagenees’ gereserveerd, waarbij met ‘Hagenaar’ doorgaans de mensen worden aangeduid die wel in Den Haag zijn geboren maar er niet per se meer wonen, terwijl een ‘Hagenees’ er zowel geboren als getogen is. ‘Hagenaar’ straalt daarnaast ook iets meer klasse uit.
Om het verhaal van (sociale) tegenstellingen helemaal compleet te maken kan je in Den Haag ook terecht voor twee uitgesproken sociolecten - het voorname Haags van de bovenklasse, en het plat Haags van het volk. Vooral dat laatste is een boeiend dialectje, dat de gebruiker ervan toelaat om al eens een eind-t te vergeten, een lettergreepje toe te voegen of te laten vallen, maar vooral om de tweeklanken ei, ui en au in hun hoedanigheid te miskennen en te reduceren tot één scherpe, vuile klank.
Omdat Den Haag de derde grootste stad van Nederland is, zijn er nogal wat bekende Hagenesen of Hagenaren. Charmezanger Dick Advocaat bijvoorbeeld, televisiepresentator Mark Rutte, neurochirurg Bart Chabot of dartskampioen Willem van Oranje.
Duo
Maar het zal niet verwonderen dat de bekendste afstammelingen van deze stad van het tweespalt een tweetal betreft. Kees van Kooten en Wim de Bie werden allebei in Den Haag geboren en begonnen er ook hun carrière als cabaretduo op de middelbare school. Van het begin van de jaren zestig tot het einde van de jaren negentig maakten ze op radio en tv furore met hun satirische sketchprogramma’s, waarover oorspronkelijke getuigen tot op de dag van vandaag niet uitgepraat raken.
Dat Koot en Bie uit Den Haag afkomstig zijn, zal er vast toe hebben bijgedragen dat het ontmaskeren van hypocrisie, huichelarij en plat populisme tot hun corebusiness behoorde. Maar ook het feit dat ze de rol van de taal in het verkopen van allerlei ongefundeerde meninkjes en manke ideologietjes ten volle erkenden en bespeelden, heeft misschien wat met hun Haagse achtergrond te maken. Van Kooten en De Bie hebben immers niet alleen de Nederlandse taal verrijkt met neologismen als regelneef, geilneef, scheurgras, positivo of ‘keek op de week’. Ze hebben ook het plat-Haags geherlanceerd als komisch taaltje ten behoeve van de verontwaardigde Nederlander die zichzelf al orerend voor schut wil zetten. Zo begonnen Koot en Bie hun carrière als de Klisjeemannetjes - twee leeglopers die aan het biljart van Café De Sport in Den Haag gesprekken over belangwekkende en minder belangwekkende onderwerpen voerden, onderwijl de te hoog gegrepen zegswijzen waarmee ze hun argumenten kracht hoopten bij te zetten vakkundig de nek om wringend.
Een ander legendarisch fictief Haags duo dat door Koot en Bie gestalte werd gegeven, betreft Jacobse en Van Es uit de volkse, vandaag extreem multiculturele Schilderswijk. Zij noemden zichzelf ‘Vrije Jongens’ - een eufemisme om hun zwartwerk en andere illegale projectjes te vergoelijken, uit de naburige strafgevangenis van Scheveningen te blijven, en ondertussen te kunnen afgeven op al wat er buiten hen om nog zoal misliep in Nederland. Ook bij deze zogezegde bondgenoten van ‘de gewone mensen aan de basis’ verried het kromme taalgebruik allerlei verborgen gebreken en gefnuikte sociale ambities.
Artists in residence
Lees meer over: Cultuurnieuws , Artists in residence
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.