Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week neemt hij de basiliek van Koekelberg onder de loep.
Laptopia: Basiliek van Koekelberg
Lees ook: Laptopia: Het kanaal
DONDERDAG, 26 NOVEMBER
Op de parking van de Nationale Basiliek van het Heilig Hart, die duidelijk ook wordt gebruikt door mensen die niet van plan zijn om het huis van God te bezoeken, staat één autocar. Ik ben blij te zien dat de ze afkomstig is uit Rotselaar. Autocars uit onbestemde Vlaamse gemeenten mogen nu eenmaal niet ontbreken op een religieuze pleisterplaats als deze. Ze zijn emblematisch voor het vrome Vlaanderen van de tweede helft van de twintigste eeuw - de periode die volgde op de jaren waarin de katholieke kerk met een laatste (financiële) krachtsinspanning deze basiliek nog min of meer wist af te werken. Maar ondertussen zijn parochianen meestal met te weinig om nog samen te kunnen leggen voor een bus, en zijn zulke autocars een rariteit geworden. Eigenlijk is het een godswonder dat er hier één staat. Of moet je dezer dagen misschien juist een goede gelovige zijn om je als Vlaming nog zo ver in de hoofdstad te wagen? Vlakbij de frontlijn tussen de christelijke en islamitische wereld dan nog.
Ik betreed de basiliek - want dat is wat je doet met kerken, je betreedt ze - langs Ingang 6. Ook dat doet de Vlaming uiteraard heel vertrouwd aan. Voor de vijfde grootste kerk ter wereld geldt hetzelfde als voor de eerste de beste verkavelingswoning: bezoekers mogen in het allergrootste vertrouwen langs de achterdeur binnen. De voordeur wordt alleen maar opengedaan voor de koning.
Eenmaal binnen stoot ik vrijwel onmiddellijk op een gedenksteen die daar geplaatst is naar aanleiding van het bezoek van paus Johannes Paulus II aan de Basiliek. Dat ontbrak er nog aan. De jaren 1980 blijven ons achtervolgen. De crisis houdt aan, de Koude Oorlog is terug, op de Heizel mag niet meer worden gevoetbald, in de KVS is pas een voorstelling over de Bende van Nijvel afgelast wegens terreurdreiging, er is een tekort aan politiemensen, en nu is er dat weerzien met Karol Wojtyla. Al gedenkt de steen dan niet zozeer het succesvolle bezoek van de paus in 1985 maar het min of meer geflopte bezoek van 1995, toen de paus in de Basiliek Pater Damiaan kwam zalig verklaren. De autocarbedrijven hadden dan ook in 1985 al hun aandacht verlegd van gelovige parochianen naar voetbalsupporters die met verplichte combiregeling naar risicowedstrijden moesten worden vervoerd.
Over de esthetiek van de koekeliek van Baselberg is al veel gezegd. Het megalomane bouwproject, dat de Parijse Sacré-Coeur naar de kroon moest steken, is mede dankzij de aanslepende voorbereiding, de dood van initiatiefnemer Leopold II, en het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, niet meer uitgevoerd in de goddelijke neo-gotische stijl die men ervoor in gedachten had. In de plaats koos men voor de eerder werelds aandoende art deco. Ik vind het ontwerp van architect Albert Van Huffel alvast geen gedrocht. Wat het buitenwerk betreft hou ik zelfs van de verhoudingen. Vooral het zijaanzicht dat je vanop sommige plaatsen in Brussel hebt is imposant. Het binnenwerk is een andere zaak. De intimiteit of de verticaliteit die je in een andere kerk eventueel op een of ander godsidee zouden kunnen brengen, ontbreekt.
De monochromie van het interieur is dan weer wel geslaagd. De beigebruine geglazuurde tegels, de bruine baksteen, het bronzen hekwerk, de ingetogen Christus, het dieprode kaarslicht bij het tabernakel - het hoort allemaal mooi samen. Helaas wordt dat consequente kleurgebruik verstoord door heel wat lelijkheid. Zo blijft het wennen aan hedendaagse religieuze kunst. De geschilderde kruisweg is ook voor niet-gelovigen dan een visuele lijdensweg. En de moderne glasramen met Boudewijn, Fabiola en pater Damiaan in een van de zijkapellen hebben iets komisch. Maar de rommel in de basiliek is wel het ergst. Art deco behoort strak te zijn, maar dat zijn de ceremoniële roodfluwelen koorden die ter afsluiting van het priesterkoor in slappe boogjes tussen vergulde paaltjes hangen allerminst. De felgele strips die op de trappartijen kleven om valpartijen te vermijden, maakten ook geen deel uit van de oorspronkelijke plannen van de architect. De luidsprekers en de spots, de klapstoeltjes waarmee de helft van de kerk gevuld is, de ruimtes die als opberghok worden gebruikt voor receptietafeltjes, ladders en karretjes, de afschuwelijke automaat voor toeristische herdenkingsmunten: dat alles kan God nooit gewild hebben.
Wat kunnen we verbeteren aan de basiliek? We gooien alle rommel eruit, zetten alle deuren open en zien wat er gebeurt.
Laptopia
Lees meer over: Koekelberg , Cultuurnieuws , Laptopia
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.