Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week doet hij zijn laptop open aan het Justitiepaleis.
Laptopia: Justitiepaleis
Lees ook: Laptopia: Het kanaal
WOENSDAG 21 OKTOBER, 15 UUR
Het buitenwerk van het Justitiepaleis straalt niet bepaald gezelligheid en geborgenheid uit. Het is te groot, te streng, te onoverzichtelijk, te onveilig, te vuil en te vervallen om veel meer te ambiëren dan een plaats op de lijst van vijftig belangrijke gebouwen wereldwijd die volgens de World Monuments Fund dringend om onderhoud vragen. Maar binnen, in de monumentale Salle des pas perdus, laat ik me graag in voorhechtenis nemen.
Tijdens mijn beginjaren in Brussel werd ik eens ondervraagd door een krant die benieuwd was naar de drijfveren van jonge inwijkelingen in Brussel. Ik mocht toen zelf de locatie kiezen voor een foto, en koos voor het Museumplein – het nagelwitte binnenplein aan de Musea voor Schone Kunsten en het Paleis van Karel van Lotharingen. Een tijdje later schaamde ik mij al voor die keuze. Het Museumplein is wellicht één van de minst inspirerende, en zeker één van de minst Brusselse stukjes Brussel. Al besefte ik nog eens een tijdje later wel waarom ik als nieuwbakken Brusselaar voor dit plein had gekozen. De neo-classicistische oase, waar geen volk of verkeer komt dat het rustieke ensemble van witte muren en rechte lijnen zou kunnen verstoren, moet onbewust op mij ingewerkt hebben als een antidotum tegen de chaos elders in de stad.
Precies hetzelfde gevoel heb ik als ik de Salle des pas perdus in het Justitiepaleis betreed. De centrale hal van het strafhof is, althans voor wie geen strafblad heeft, een oord van rustige vastheid, waar de boze buitenwereld even op afstand gehouden wordt door de zware muren en zuilen die in opdracht van vrouwe Justitie in kaarsrechte horizontale en verticale lijnen zijn gestapeld door de skieven architek.
De zaal is een publieke ruimte, maar om er te geraken moet je tegenwoordig wel even voorbij twee paracommando’s, twee veiligheidsagenten en een metaaldetector. Pas daarna mag je doen alsof je thuis bent. De onthaalbalie waar je langsloopt is stemmig versierd met herfststukjes, er is een wc, een EHBO-hoek, en een krantenkiosk die helaas niet meer wordt bemand.
De Salle des pas perdus heet zo omdat de tijd die men er ijsberend doorbrengt verloren gaat in afwachting van de behandeling van zijn zaak. Al klopt het ook dat het geluid van je voetstappen verloren gaat in de immense ruimte die alle licht en geluid dempt tot geschemer en gefluister. Zelfs de tijd heeft het hier moeilijk, want op de smartphones na ziet alles er hier nog exact zo uit als in het oude België van Julien Lahaut, de Bende van Nijvel of Marc Dutroux.
Zeker in de wintertijd branden haast permanent de bureaulampjes op de in totaal zestien houten tafels die aan weerszijden van de enorme hal staan opgesteld, telkens van elkaar afgescheiden door een forse radiator in een houten bekisting. Aan de tafels wordt gewacht, vergaderd, gebeld en gewerkt. Als ik Franz Kafka was, begon ik hier op mijn laptop aan een nieuwe roman met als titel Het Slot. Omdat ik dat niet ben, hou ik het voorlopig bij wat observaties. Zoals van de graffiti in het vernis van mijn tafelblad, die een hartje toont dat gericht is aan ene BOB. Zou dat misschien den BOB zijn? De Bewakings- en opsporingsbrigade die waar vroeger zoveel over gefluisterd werd? Tot de politiehervorming in 1998 was er in elk Belgisch dorp wel een café waar geregeld iemand aan een tafeltje kwam zitten die volgens slecht ingelichte kwatongen van den BOB was. Maar de kans dat den BOB ooit met zijn minnares aan dit tafeltje heeft gezeten heeft is natuurlijk veel groter.
Ondertussen gaan op het marmer de schreden verloren van personeel dat dossiers versleept in trolleys, van een groep jongeren die in een felle discussie is verwikkeld, van een bataljon agenten dat er net een bewakingsopdracht heeft opzitten, en van de advocaten die hun zwarte toga met grote vanzelfsprekendheid dragen. Eén togatus klopt een jonge cliënt met een lederen vest vaderlijk op de schouder. Die gaat vast zijn leven beteren.
En kunnen we aan het Justitiepaleis nog iets verbeteren?
De krantenkiosk moet terug open, maar voor het overige kunnen essentiële conserveringswerken volstaan.
Laptopia
Lees meer over: Cultuurnieuws , Laptopia
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.