Vaak gaan uitstapjes in het weekend naar verre oorden of grote bestemmingen, maar Nick Trachet blijft dichter bij huis. Hij brengt ons naar enkele pareltjes in de onmiddellijke omgeving van Brussel, waar nog niemand in een reisbureau aan gedacht heeft. Deze week houdt Trachet halt in Dendermonde.
Op vadrouille met Nick Trachet: met de trein naar Dendermonde
Lees ook: Nick Trachet: Baked Beans
Waarom zou een mens naar Dendermonde willen? Eén keer om de tien jaar loop die stad vol om er een gigantisch hobbelpaard te bewonderen, maar daarbuiten?
Wel, je kan er naar de markt gaan op maandag. Een van de grootste van het land, schrijven ze op hun eigen website, met 350 kramen. Dat is niet niks, de zondagsmarkt van la Batte in Luik claimt er 400, en dat is ontegensprekelijk de grootste markt van België en misschien zelfs van Europa.
Twee keer per uur kan je vanuit Brussel naar Dendermonde met de trein, één keer snel en één keer met de stoptrein. Als je vanuit Jette vertrekt, doet de IC er maar negentien minuten over, in één ruk. Voorbij Jette wordt het landschap al snel landelijk, eerst door het Boudewijnpark en zijn moerasje, dan echt, door velden en weiden, met hier en daar een zonevreemde woning of loods.
Witte gans
Het station van Dendermonde is een ding uit de jaren 1950 en de tijd bleef er stilstaan. Letterlijk, want het horloge aan de straatkant is al jaren geleden stilgevallen. Ik neem even niet de kortste weg, maar ga linksaf. Dit traject oogt eerst niet echt uitnodigend maar na een bocht naar rechts word ik verwelkomd door een witte gans die het Atheneum schijnt te bewaken. Hier beginnen de ‘Brusselse Forten’. Alleen de naam al deed mij dit ommetje maken. Het is een park met water en het is er rustig wandelen, ik zie wat watervogels en zwijgende hengelaars. Dit zijn de oude vestingen van de stad, Keizer Jozef II wou ze in de achttiende eeuw laten afbreken, maar de Hollanders versterkten de stad opnieuw na 1815.
Dendermonde was een garnizoenstad. Enkele bastions zijn nog goed te herkennen. Aan het einde van het water stoot ik op de Dender die ik rechtsaf volg, langs de resten van een sluis. De jaagpaden zijn toegankelijk voor het publiek en zo kom ik in het centrum van de stad middenin de markt terecht. Ja, het is een drukke markt. Rechts van de eerste denderbrug kom ik op de Vlasmarkt met zijn abdij (er is een winkel met abdijproducten aan de achterkant in de Dijkstraat) en achteraan de gevel van de oude vismijn (nu winkelcentrum). Klinkt raar, maar niet eens zo lang geleden werd er commercieel gevist in de Schelde en op zeevis ook nog! Onder het (vuile) rivierwater stroomt immers een tong vers zeewater tweemaal per dag landinwaarts en terug. Hier werd tot de jaren 1950 knorhaan, bot en pladijs aangevoerd en verkocht aan de leurders en winkeliers. Ook Gent en Antwerpen hadden zo’n vismijn.
Art-decogebouwen
Voorbij de Vlasmarkt wordt het menens, de straat links, de oude vest, staat aan beide zijden vol met kramen waar duchtig wordt geproefd en verhandeld. Helemaal achteraan stopt de markt abrupt aan de Academie voor Schone Kunsten, maar de muziek van een draaiorgel lokt mij de Dijkstraat in en verder volg ik de massa door de Bogaerdstraat tot ik weer aan de Dender sta. Wat een teleurstelling! De Dender loopt hier dood. In de jaren 1980 werd de oude rivier dichtgegooid om een parking aan te leggen. Hoe dom kan men zijn om zo om te gaan met de plek die zijn naam aan de stad zelf heeft gegeven? Er waren plannen om die grove fout recht te zetten, maar aan de nieuwe aanleg van die parking te zien, zal dat niet voor morgen zijn.
Hier, over de tweede brug, herbegint de lange trein van kramen en zo kom ik aan het bekendste stukje van Dendermonde. Gerechtshof en stadhuis staan hier naast elkaar. In september 1914 werd Dendermonde grondig vernield. De Duitse troepen waren razend en stichtten brand in bijna alle huizen van de stad. Het uitgebrande stadhuis werd trouwens wereldberoemd omdat het afgebeeld staat op de duurste Belgische postzegel ooit, de zogenaamde ‘omgekeerde Dendermonde’. Door een fout tijdens het drukken kwam op enkele vellen postzegels het stadhuis ondersteboven te staan, er zijn nog zeventien exemplaren van bekend en hun cataloguswaarde bedraagt nu 100.000 euro! Maar een en ander zorgde ervoor dat de stad nu tal van interessante art-decogebouwen telt, niet in het minst het gerechtshof.
Indianen
Wie alles wil zien kan vanaf hier nog de Kazernestraat in. Op het einde staat die bewuste kazerne uit de Hollandse tijd te verkommeren. Het vroeg-negentiende-eeuwse gebouw werd later met betonstructuren ‘verbeterd’ waardoor het nu een surrealistische uitstraling heeft. De Kerkstraat loopt dan weer naar – wat dacht u – de Onze Lieve Vrouwekerk met daarvoor het merkwaardig standbeeld van een missionaris die volgens de inscriptie beschaving ging brengen bij de indos ultra montes saxosos, dat is potjeslatijn voor ‘indianen van over de Rocky Mountains’.
Van de Grote Markt gaan we weer over de eerste brug en Vlasmarkt naar de Brusselsestraat die ons terug moet brengen naar het station. Vergeet niet even het begijnhof hier te bezoeken, het is een fraaie plek met een gratis museumpje waarin onder andere een authentieke keuken uit vroegere tijd.
Op het einde van de straat vinden we de Brusselse Poort die ook dateert uit de Hollandse tijd. Hij werd verplaatst toen men de weg naar Brussel verbreedde en van een spoorwegbrug voorzag. De poort leidt nu naar nog een bastion. Maar rechts zie ik het station alweer lonken.
Naar de markt gaan in Dendermonde? Net zo makkelijk als naar die van het Zuid.
Op vadrouille met Nick Trachet
Lees meer over: Cultuurnieuws , Op vadrouille met Nick Trachet
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.