De Fransen vormen de grootste groep buitenlandse toeristen in Brussel, en tijdens de coronacrisis is hun aandeel zelfs verdubbeld. Reden genoeg voor het Gewest om voor de eerste Brussels Days sinds de coronacrisis opnieuw naar Parijs te trekken, net als na de aanslagen in 2016. “De Fransen komen graag, maar de echte heropleving van het internationale toerisme zal niet voor 2023 gebeuren.”
| Affiche voor promotiecampagne 'Bruxelles est Ouverte' in de Parijse Gare du Nord
Groepen Fransen geef ik altijd meteen mijn drie huisregels mee,” zegt Magali De Vinck, de Brusselse oprichtster van bierproeverijbedrijf Beer My Guest. In de statige residentie van de Belgische ambassadeur in Parijs telt ze monkelend op haar vingers: “Eén: er wordt níet gelachen met 'septante' en 'nonante', twee: er wordt niet gepraat over het Wereldkampioenschap voetbal, en, in hemelsnaam, je spreekt de naam van mijn stad niet uit als Bruk-sèl, maar als Bru-sèl. Zo is de toon meteen gezet voor wederzijde plagerijtjes als ik ze lambiek en geuze voorschotel.”
“De Fransen wachten vol ongeduld op Winterpret, want er is geen echte kerstmarkt in Parijs, dat zit hier minder in de cultuur”
De Vinck is net als een twintigtal anderen uit de horeca- en museumsector in Parijs voor de vijftiende editie van de Brussels Days, een evenement dat Brussel bij de Fransen opnieuw en nog meer op de kaart moet zetten.
Nog meer, want de Franse markt is voor Brussel momenteel twee tot drie keer belangrijker dan ze voor de coronacrisis was. Het aandeel Fransen in het totale aantal toeristensteeg van 15 naar 33 procent. Voor Beer My Guest waren Amerikaanse klanten vroeger bijvoorbeeld een belangrijke groep klandizie, maar die heeft De Vinck nog niet teruggezien. Haar zaak draait nu nagenoeg alleen op Fransen, Vlamingen en Walen. “Maar ik bekijk het glas halfvol, ik héb tenminste weer klanten. Na de aanslagen van 2016 heeft het twee jaar geduurd voor het toerisme daarvan hersteld was, en de situatie was peanuts in vergelijking met nu.”
Cultureel divers
Het toerisme naar Brussel komt volgens de directeur van Visit.brussels, Patrick Bontinck, inderdaad langzaam weer op gang. “Het gaat nog vooral om toeristen uit België zelf en de buurlanden,” bevestigt hij. “Sinds vorige week zijn we daarom in de buurlanden met de campagne 'Brussels is Open' begonnen. Die wilden we eigenlijk midden juli voeren, maar toen werd Brussel weer een rode zone.”
De Fransen zijn de eerste buitenlandse toeristen die naar Brussel zijn teruggekeerd, zag Laetitia Leroy, de toeristische attaché in Frankrijk voor Visit.brussels.
“Het is vlakbij en ze spreken er dezelfde taal, veel Parijzenaars beschouwen Brussel als een uitbreiding van de Parijse regio. Met de Thalys ben je er in minder dan anderhalf uur: dat is de tijd die je nodig hebt om de Franse hoofdstad te doorkruisen. Maar dan ook met troeven die Parijs niet heeft: l'art de vivre, culturele diversiteit en vooral financieel een heel toegankelijke stad.”
“Wij kijken uit naar het Covid Safe Ticket. Zo’n coronapas geeft een duidelijk signaal dat je in alle veiligheid naar Brussel kan komen”
Interesse is er wel: voor de Brussels Days hebben veertig Franse journalisten zich aangemeld. Bijna een kwart van de gedownloade 'Visit.brussels-passen' – die te gebruiken zijn in 120 Brusselse hotels en toeristische attracties – werden aangevraagd door Fransen, en daarmee zijn ze duidelijk de grootste buitenlandse groep.
Bontinck: “Ook de Duitsers en de Spanjaarden komen stilaan weer terug, maar de Nederlanders nog niet. Ik denk dat de Covidcrisis de Nederlanders zwaarder geraakt heeft. Ik verwacht ze eerder in de herfstvakantie of misschien zelfs pas tegen het einde van het jaar.” Net zoals de gezinnen overigens – tot nu toe zag Visit.brussels vooral vijftigplussers en jongeren terugkeren, die laatste groep met dank aan de Arena 5-concerten op de Heizel.
Een herneming van het internationale toerisme zal helaas tijd in beslag nemen, denkt de expert. “Het goede nieuws is dat de VS hun grenzen hebben heropend, en dat betekent dat we zowel Amerikanen als Aziaten weer zullen kunnen aantrekken. Vanaf 1 oktober is thuiswerk bovendien niet langer aanbevolen in Brussel, en heropenen de NAVO en de Europese instellingen de deuren. Dat biedt meer mogelijkheden voor zakelijk toerisme. Maar we weten nu al dat de echte heropleving van het toerisme niet voor 2023 zal gebeuren.”
Bright en Winterpret
Het zag er begin 2020 nochtans allemaal zo rooskleurig uit: 2019 was voor het Brusselse toerisme een recordjaar, met 9,45 miljoen overnachtingen. Mocht de coronacrisis er niet geweest zijn, zou Brussel in 2020 de kaap van de tien miljoen gerond hebben, een geplande verdubbeling van het aantal overnachtingen in 2010. Bovendien kwamen er meer en meer vrijetijdstoeristen: van een kwart in 2010 naar fiftyfifty tien jaar later.
“We willen zowel de vrijetijdstoerist als zakenlui blijven aanspreken,” zegt Bontinck. “Dat zal ook lukken met de projecten die eraan zitten te komen: de ontwikkeling van het modernekunstenmuseum Kanal, het Musée du Chat, het biermuseum in de Beurs ... Daarnaast hebben we in Brussel ook culturele spelers die een steeds gedurfder aanbod voorstellen.”
Voor het eerst zal het lichtfestival Bright dit jaar tien dagen duren – de hele herfstvakantie. En meteen erna gaat de twintigste editie van kerstmarkt Winterpret van start. “De Fransen wachten daar vol ongeduld op,” zegt Laetitia Leroy. “Want er is geen echte kerstmarkt in Parijs, dat zit hier minder in de cultuur. Fransen maken van de gelegenheid gebruik om te genieten van lekkere biertjes en pralines, en eens goed op restaurant te gaan.”
Signaal van veiligheid
Aan de ingang van de netwerkevents en conferenties de volgende dag moet iedereen net als in de ambassadeursresidentie zijn 'pass sanitaire' laten zien, oftewel het Covid Safe Ticket (CST). De zaalwachters beschikken over QR-readers die ieders code scannen en zo meteen kunnen zien of je wat het coronavirus betreft aan de regels voldoet. Daarna hoeven de mondmaskers en social distancing niet meer.
Over een paar dagen zal ook in Brussel een Covid Safe Ticket verplicht worden in de horeca, het uitgaansleven, beurzen en congressen. “Wij kijken er met ongeduld naar uit,” zegt Bontinck. “Zo'n coronapas geeft een duidelijk signaal dat je in alle veiligheid naar Brussel kan komen. Je merkte het hier toch ook: je gaat één controle door, en daarna voel je een soort van bevrijding. Ik denk ook dat dat een signaal was dat Brussel aan de internationale markt moest geven: sinds de aankondiging van het CST zien we meer boekingen voor conferenties en congressen in de komende maanden.”
Marie Karine Agahozo nipt van haar koffie terwijl ze op het netwerkontbijt de volgende ochtend op potentiële klanten uit de vrijetijdssector wacht. Ze vertegenwoordigt zes Brusselse hotels van de Marriott-keten. De voornaamste klanten van die Amerikaanse keten zijn normaal gezien zakenlui uit de VS, maar veel grote Amerikaanse bedrijven hebben nog altijd een non-travelpolicy.
“We zien wel veel meer lastminuteboekingen, voor volgende maand bijvoorbeeld. Vroeger boekten bedrijven eerder voor meetings of conferenties binnen twee jaar.” Maar Agahozo is heel blij dat de vrijetijdsklanten wel stilaan opdagen. “Ik heb deze zomer bijvoorbeeld veel met groepen Nederlanders gewerkt die op fietstour zijn. Vooral voor ons hotel in Evere, waarrond een heel fietsparcours ligt.”
Veel Franse inkopers van reizen komen deze ochtend schijnbaar alleen het water uittesten op het netwerkontbijt. Zo krijgt Emilie Gehin, die voor een organisatie werkt die schoolreizen organiseert, wel al veel vragen binnen, maar nog maar weinig concrete boekingen.
“De vaccinaties zijn een issue: je mag als school enkel een verklaring op eer vragen, terwijl de meeste landen wel een CST eisen. Om problemen te vermijden, laten sommige scholen nog geen reizen toe.”
“Brussel is traditioneel een belangrijke bestemming voor ons,” zegt Gehin, terwijl ze aanschuift aan het tafeltje van Thalys. “Vanwege de nabijheid en het feit dat de Europese instellingen er gevestigd zijn. Ik heb net met de dame van het BELvue museum gepraat, dat kende ik nog niet en ze blijken veel activiteiten voor tieners te hebben die je bijvoorbeeld kunt combineren met een bezoek aan het Europees Parlement.”
Concurrentie
Audrey Lelay komt ideeën opdoen voor tours en activiteiten in Brussel, een stad waar ze zelf nog maar één dag is geweest. Ze werkt bij een grote Spaanse reisorganisatie en is daar sinds kort, nadat haar collega wegens de coronasituatie werd ontslagen, behalve voor Frankrijk ook voor België en Luxemburg verantwoordelijk. “In 2019 stuurden we nog 12.000 mensen naar Brussel, en dan heb ik het alleen over activiteiten, nog niet eens over overnachtingen. Daardoor heb ik een goede onderhandelingspositie als ik hier met Brusselse bedrijven praat.”
Topper bij Lelays klanten is het Atomium – “de Eiffeltoren van Brussel” – maar ook TrainWorld en het BELvue museum vond ze tot nu toe erg interessant. “Beer My Guest kende ik helemaal niet, maar ik vind het een geweldig concept. We zullen een partnerschap proberen af te sluiten.”
Bij een witloof-notensalade en een Frans kazenassortiment schuiven 's middags Franse reisbureaus voor zakelijke klanten aan in de ambassadeursresidentie. Een vertegenwoordigster van een farmaceutisch bedrijf hoopt op inspiratie voor personeelstrips, een reisagente is in de wolken over de plannen rond Kanal, een blad voor zakelijk toerisme bereidt een artikel over Brussel voor.
De inspanningen van het Gewest om de stad via de Brussels Days te promoten zijn welkom, zegt de directeur van de Brussels Hotels Association (BHA), Rodolphe Van Weyenbergh. “Maar er moet nog veel meer gebeuren. De bezettingsgraad van de Brusselse hotels in augustus was maar 28 procent, in de eerste drie weken van september was dat 35 procent. De concurrentie met andere Europese steden voor bezoekers zal de komende tijd stevig worden.”
Toch kan de innige band met een stad als Parijs Brussel winst opleveren, merkt Bontinck op. “Het wereldkampioenschap rugby in 2023 en de Olympische Spelen in 2024 zullen allebei in Parijs plaatsvinden,” zegt hij tijdens een panelgesprek over de toekomst van het toerisme. “Er zijn enkele wedstrijden van het WK gepland in Rijsel, maar ook de Olympische Spelen bieden goede vooruitzichten voor Brusselse hotels. We zijn zowat de dichtstbijzijnde grote stad bij Parijs, en minder duur.”
Wel nog een noodzakelijke voorwaarde voor de heropleving van het toerisme: de aanbodzijde. “Als de overheidshulp na eind december zou worden afgebouwd, dreigen hotelfaillissementen en hebben we mogelijk niet genoeg capaciteit meer. Tegelijkertijd draait Brussels Airlines nog niet op volle capaciteit, net zomin als de internationale treinverbindingen. Dat is nog een grote hinderpaal voor internationale conferenties en grote (sport)events.”
Lees meer over: Economie , Brussels Days , visit.brussels , Marie Karine Agahozo , beer my guest , toerisme , Magali De Vinck , Patrick Bontinck
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.