‘Een algemene zone 30 invoeren is als tandpijn die plots verdwijnt’

De Stad 30, de nieuwe naam voor de algemene zone 30 die begin januari van start gaat, zal niet alleen voor meer verkeersveiligheid zorgen. De maatregel moet Brussel ook aantrekkelijker maken voor bewoners en bezoekers. Dat zei bevoegd minister Elke Van den Brandt op de voorstelling van de Stad 30.

Vanaf 1 januari wordt 30 km/u het nieuwe normaal in Brussel. Met uitzondering van de grote assen (50 km/u en zelden 70 km/u) en woonerven (20 km/u) geldt die snelheidsbeperking dan in heel het gewest. Het aantal straten waar 30 km/u het maximum is, stijgt dan in een klap van 60 procent van het wegennet naar ruim 85 procent.

Minister van Mobiliteit en Verkeersveiligheid Elke Van den Brandt (Groen) stelde de maatregel woensdag samen met een hele reeks Brusselse partners en vertegenwoordigers van buitenlandse steden voor.

Geen voetgangersdoden in Helsinki

Van den Brandt benadrukte dat de maatregel in de eerste plaats de verkeersveiligheid ten goede komt. De bevoegde schepen uit Helsinki, waar vorig jaar voor het eerst geen enkele voetganger of fietser overleed in het verkeer, bevestigde dat de aanpassing van de snelheidslimiet en de flankerende maatregelen daarin essentieel waren.

Dat 30 km/u veel veiliger is, komt niet alleen door de grotere overlevingskans bij een aanrijding aan lage snelheid. Die aanrijdingen gebeuren gewoon ook veel minder vaak. Bij 50 km/u remt een bestuurder immers gemiddeld 27 meter lang, terwijl dat bij 30 per uur maar 13 meter is. Hoe hoger de snelheid, hoe meer het gezichtsveld bovendien vernauwt.

Toch zijn er ook andere belangrijke voordelen. Zo maakt een wagen die aan 30 km/u rijdt maar de helft zoveel lawaai als een voertuig aan 50 km/u. “Bovendien draagt rustiger verkeer ook bij tot de levenskwaliteit,” aldus Van den Brandt. “Lagere snelheden, dat betekent ook minder stress en meer veiligheidsgevoel. De stad 30 zal helpen om Brussel opnieuw aantrekkelijker te maken na de coronacrisis, zowel voor bewoners als bezoekers en toeristen.”

Weginfrastructuur verandert geleidelijk

Rond Stad 30 is een hele strategie opgezet, gaande van communicatie over wegaanpassingen tot een sanctiebeleid. In totaal trekt het Gewest 7 miljoen euro specifiek uit voor de Stad 30 en krijgen de gemeenten ruim 2 miljoen voor aanpassingen aan hun wegennet. “Maar dat is eigenlijk maar een deel van het echte bedrag,” zegt de minister. “In werkelijkheid moeten alle ingrepen op de openbare weg nu afgestemd worden op dit plan.”

Lang niet alle wegaanpassingen zullen op 1 januari al gebeurd zijn. Met name de jaarlijkse omvorming van vijf wijjken tot autoluwe zones (in het kader van het gewestelijk mobiliteitsplan Good Move) moet bijdragen tot een geleidelijke aanpassing van de weginfrastructuur.

Om de nieuwe snelheidslimiet efficiënt te kunnen afdwingen komen er ook tientallen nieuwe camera’s. Tijdens de voorstelling bleef er wel onduidelijkheid over een eventuele tolerantieperiode. Of die er al dan niet komt, lijkt van de politiezones af te hangen. De zone Noord, waar op het grondgebied van Schaarbeek al een algemene zone 30 geldt, zou bijvoorbeeld niet met zo’n waarschuwingsperiode werken.

Verschillende internationale sprekers zetten uiteen hoe een zone 30 een weldoend effect kan hebben op een stad. “Als ik in andere steden kom, ben ik altijd gechoqueerd door de snelheid en het lawaai van het autoverkeer,” zei Eric Piolle, burgemeester van Grenoble, waar 30 sinds 2016 de limiet is. “Geloof me, een algemene zone 30 invoeren is als een acute tandpijn die eindelijk verdwijnt.”

Meer info en een kaart van de snelheidsbeperkingen vanaf 1 januari vindt u hier.

Bekijk hier de BRUZZ-reportage over de zone 30 in Grenoble en Helsinki: