Roepende gemeenteraadsleden, vernielingen in het straatbeeld, maar ook luide tegenreacties van wie de verkeersluwe stad wél smaakt. In het mobiliteitsdebat schuwen burgers en politici de grote emoties niet. Waarom wekt een straat zoveel beroering? “Dit debat gaat stilaan over morele keuzes die je maakt als mens.”
| Infoborden op het Verboekhovenplein, beter gekend als de 'Berenkuil', kondigen de concrete uitrol van het circulatieplan in Schaarbeek aan.
“In de lente organiseren wij altijd een buurtfeest. Ik weet niet of dat dit jaar zo evident wordt. We zwaaien als buren nog wel naar elkaar, maar vermijden het onderwerp mobiliteit. Hopelijk kunnen we er over een jaar mee lachen.”
Alexandre Soucisse woont in de Lecharlierwijk in Jette. Een test met verkeersfilters was daar pas in september begonnen, maar werd vorige week al teruggedraaid. Een petitie van ruim 1.600 tegenstanders deed de gemeente terugkrabbelen, tot ongenoegen van de voorstanders en de eigen mobiliteitsschepen Nathalie De Swaef (Groen). “Ik was zelf geen fan van de betonblokken, maar je zou toch denken dat de gemeente de filter laat staan tot na de evaluatie?” zegt Soucisse. “Nu halen ze de blokken weg en vragen daarna of die terug moeten komen. Een gekke redenering.”
Ja, dit is opnieuw een artikel over Good Move. De uitrol van verkeersluwe wijken begint in Brussel stilaan op één grote burenruzie te lijken. Van Kuregem tot Schaarbeek, van een paar paaltjes in Jette tot files in de Dansaertstraat, overal ontstaat er verdeling in de stad. Tegenstanders trekken met petities naar de gemeenteraden, voorstanders delen foto’s van rustige straten met de trotse hashtag #WeLoveGoodMove. Een groep daartussen zucht eens goed.
“Deze omslag gaat over participatie. Wie kan hier zijn stem laten horen?” zegt professor duurzame mobiliteit Cathy Macharis (VUB). “Dat goed doen, met alle segmenten van de bevolking en vaak in andere talen, is moeilijk. Daar was wel wat verschil in tussen de verschillende gemeenten, maar dan nog kan een klein groepje de discussie kapen. Doordat je niet weet wat er leeft bij de anderen, komen maar een paar tegenstanders in het nieuws. Ook dat is niet democratisch.” Zeker niet, vindt ze, als die groep tegenstanders erin slaagt om verkeersplannen te dwarsbomen, zoals in Kuregem. Het circulatieplan werd daar vorige maand stopgezet na hevig protest en zelfs geweld in de buurt. “Het gevaar is dat gemeenten nu helemaal niets meer durven te doen.”
Of dat buren, zoals in de straat van Soucisse, ongezellig tot gespannen naast elkaar beginnen te leven.
Ja en nee
“Ik had vorig jaar de ja-affiche opgehangen aan het raam, maar het nee-kamp is mij komen vragen om die weg te halen,” vertelt apotheker Lydie Kubulana uit Schaarbeek. Haar winkel ligt op de hoek van de Prinses Elisabethlaan. Die krijgt vanaf deze week eenrichtingsverkeer in het kader van Good Move: de Berenkuilwijk is de derde en laatste fase van dat plan in Schaarbeek. “Gelukkig voor mij in de juiste richting. Klanten kunnen nog altijd van de Lambermontlaan naar hier rijden,” zegt Kubulana. Ze heeft haar ja-affiche uiteindelijk opgeborgen. “Maar ook de nee-affiche hang ik niet op. Ik wil me niet meer mengen in de discussie.”
“Wij zijn voor zeventig procent tegen het plan,” zeggen twee vrouwen in een deuropening verderop in de straat. Tot vijftien minuten rondjes rijden naar hun huis, zien ze niet zitten, zeggen ze. De oudste heeft rugklachten en wil voor de deur parkeren. “Als mijn huis hierdoor in waarde stijgt, is dat mooi meegenomen,” lacht ze luid.
“Mijn man is tegen, want hij rijdt vaak met de auto en de motor. Ik ben voor, want we zullen minder lawaai krijgen en het is veiliger voor de kinderen,” vertelt Kerman, een jonge moeder die net buiten de wijk woont en met haar peuter in de buggy voorbijloopt. “Wij kunnen toch moeilijk een ja-affiche op ons ene raam plakken en nee-exemplaar op een ander?”
Rond het Verboekhovenplein, in de volksmond bekend als de Berenkuil, wisselen nee- en ja-affiches op de huizen elkaar af. Op de aankondigende panelen van de gemeente is met markeerstift ‘ton cul’ en ‘merde’ geschreven. Verderop aan het Stephensonplein, waar een filter komt, heeft iemand met potlood aangeduid waar files kunnen ontstaan. Ondanks de proactieve communicatie van de gemeente Schaarbeek zie je ook hier de tegenstelling ontstaan die in Kuregem en Jette leeft: plannen voor autoluwe straten botsen op een groep die ze maar niets vindt, er nieuwe verkeersknopen in ziet of niet helemaal op de hoogte is.
“Is het maar een test? Waar kan ik dan opmerkingen geven?” Yildiz Kezban woont al 33 jaar in de Walemstraat aan het Verboekhovenplein. Ze wacht er op de tram om naar de Haachtsesteenweg te gaan. “Dat moet ik niet met de auto doen, maar ik heb hem wel nodig. Mijn dochter woont in Vilvoorde. Ze kan hier niet meer parkeren als ze mij komt bezoeken. Nu zullen auto’s nog meer rondjes moeten rijden. Voor fietsers wordt het goed, voor de auto niet.”
‘Goede burgers’
Spreek je met buurtbewoners over Good Move, dan hoor je vooral twijfels op basis van het eigen verplaatsingsgedrag. “Mobiliteit blijft erg persoonlijk omdat het gelinkt wordt met vrijheid. De auto is ook lange tijd zo in de markt gezet,” zegt Macharis. “Nu beginnen veel mensen te merken dat de wagen toch niet zo vrij is. Het begint veel te kosten en je kan hem moeilijker parkeren. Om hen te tonen dat ze zich ook vrij kunnen voelen zonder auto, moet je het onderliggende probleem aanpakken,” zegt ze. Dat noemt ze ‘wagenafhankelijkheid’. “Die kan objectief zijn, bijvoorbeeld voor wie ’s nachts moet werken buiten de stad, maar ook subjectief.”
“Mobiliteit blijft erg persoonlijk omdat het gelinkt wordt met vrijheid. De auto is ook lange tijd zo in de markt gezet”
Het is meteen een tegenargument van de verdedigers van de circulatieplannen: Brussel heeft al goed openbaar vervoer, er bestaan deelwagens, taxi’s, (elektrische) fietsen, steps en de benenwagen. Het is een kwestie van proberen en evalueren, zeggen zij. “Ik zou de vraag terugstellen: vinden we het vreemd dat mensen zich verzetten, of veroordeeld voelen, als zij niet de gewenste levensstijl hebben volgens het beleid?” zegt stadsonderzoeker Pascal Debruyne. Hij werkt aan de hogeschool Odisee in Brussel, maar volgde de invoering van het circulatieplan in Gent vijf jaar geleden op de voet. “De auto blijft voor veel mensen een fysiek en symbolisch deel van hun bewegingsvrijheid. Je kan daar voor of tegen zijn, maar je kan die menselijke dimensie in elk geval niet negeren. Het debat gaat nu over morele keuzes in levensstijl die je maakt als mens.”
Het is op dat sentiment dat de georganiseerde tegenstand inspeelt. Het Comité Non au Plan Good Move, een Facebookpagina met nu zo’n duizend volgers, deelt weinig fraaie cartoons van de groene ministers en roept op om petities te ondertekenen tegen de plannen in verschillende gemeentes. Die petities verwijzen ook naar elkaar. Die in Schaarbeek, bijvoorbeeld, is getrokken door Marianne Koplewicz, een kennis van filosoof en antropoloog Martin Vander Elst, die dan weer het protest aanstuurde in Kuregem. Een onlinemanifest van Vander Elst tegen Good Move leest als een veeg uit de pan naar fietsers, bohémiens en Vlamingen – of die nu Vlaams zijn of niet. Het manifest waarschuwt ook voor hogere huurprijzen in de volkswijken, op maat van groene bobo’s.
Een andere tegenstem uit Schaarbeek is sociologieprofessor David Jamar, gespecialiseerd in kolonialisme. “Wie wordt hier beschouwd als ‘goede burger’ tegenover wie? En wie wordt en stoemelings beschuldigd van luchtvervuiling en geluidsoverlast? Wat wij aanklagen, is een vorm van racisme en klassendiscriminatie,” laat hij weten via mail.
“In het Good Move-plan vind je nergens racistisch taalgebruik, maar toch stellen we vast dat redelijk wat mensen het vanuit die hoek bekijken. Dat vraagt verder onderzoek,” zegt stadsgeograaf Mathieu Van Criekingen (ULB), specialist in gentrificatie. “De spanning als een tegenstelling tussen Vlamingen en de rest framen, is wat karikaturaal. Dit gaat niet over taal, maar over sociale breuklijnen.”
De bezorgdheid over hogere huurprijzen noemt hij wel een goede reflex. “Het is zinnig om na te denken over hoe we de stad tegelijkertijd gezond en sociaal kunnen maken. Alleen gaat gentrificatie over meer dan de huurprijzen: het gaat over wie de macht heeft om de stad in te richten,” zegt hij. “Nu gebeurt dat nog heel technocratisch. Een studiebureau werkt een plan uit en stelt dat voor aan de buurt. Wie wil reageren, heeft bepaalde vaardigheden nodig.”
De ondemocratische weg
Het alternatief is de ondemocratische weg, zoals agressie in Kuregem, de boze weg met geroep en getier in de gemeenteraad, of een grotere campagne door tegenstanders met wat meer intellectuele bagage. “Daar zit je met het risico op populisme,” zegt Debruyne, verwijzend naar de haast koloniale beeldspraak die online circuleert. “Het klopt dat immokantoren verkeersluwe straten gunstig kunnen uitspelen, maar naast het recht op wonen staat het recht op schone lucht en het recht op veilig verkeer. Participatie moet gaan over gedeelde belangen: wat willen we samen dat er gebeurt met de vrijgekomen ruimte in de wijk?”
Van Criekingen vraagt ook beleidsmakers om kleur te bekennen. “Je hoort nu een tegenstelling in de promotie van Good Move,” zegt hij. “Enerzijds gaat die over leefbare straten voor iedereen, anderzijds wordt er gesproken over aantrekkelijkheid. Als het dat laatste is, welke nieuwe bewoners of handelaars wil je dan aantrekken?”
Voorstanders als Alexandre Soucisse zien weinig conflict in hun vragen. “Fietsers zijn een makkelijk doelwit voor tegenstanders, maar we verdedigen ook kinderen, ouderen en zieke mensen. Verdienen zij dan geen schone lucht of veiligheid?”
Voor zijn eigen wijk komt die participatievraag nu wat laat. De informatiemomenten van de voorbije twee jaar, door covid deels digitaal, lijken tenietgedaan door de snelle stopzetting van de filters. “Het plan kwam er echt niet in een-twee-drie,” zegt Soucisse. De invoering dan weer wel. Veel buurtbewoners kregen geen flyer in de bus en zagen plots betonblokken liggen, waar zelfs een politiewagen nog tussen durfde te manoeuvreren. “Terwijl de gemeente eigenlijk pedagoog moet zijn,” vindt Soucisse.
Bij de WeLoveGoodMove’rs zit de schrik erin dat tegenstanders van autoluwe plannen zich nu gesterkt voelen door wat Jette en Anderlecht hebben gedaan: ‘toegeven’ aan het protest. “Tegenstand kan elkaar inspireren, maar ik vermoed dat de stad toch te weinig geprobeerd heeft om de buurtbewoners te betrekken,” zei sociaal psycholoog Frank Van Overwalle (VUB) daarover in onze tv-studio. “Wij zijn gewoontedieren, verandering komt niet zomaar. Het vraagt een mentale omslag om rekening te houden met andere weggebruikers dan auto’s. Handelaars die plots het gedrag van hun klanten zien veranderen, kunnen panikeren.”
Hij raadt gemeenten aan om de inspraak op tijd te organiseren, ook met mensen die zich niet zo betrokken voelen. “Niet alleen voordien, ook achteraf. Een plan helemaal terugdraaien is wat extreem, maar bijsturen is niet abnormaal. Het is zelfs goed. Zo krijgen mensen het gevoel dat er naar hen geluisterd wordt,” besluit hij.
Good Move
Lees meer over: Jette , Schaarbeek , Mobiliteit , Good Move , circulatieplan Schaarbeek , circulatieplan Jette , Berenkuil , Eugène Verboekhovenplein , Amnestyplein , Lecharlierwijk , mathieu van criekingen , Cathy Macharis , Martin Vander Elst , Frank Van Overwalle , circulatieplan
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.