De groep Brusselse werknemers die regelmatig het openbaar vervoer naar het werk neemt, bleef ook in ‘coronajaar’ 2020 groter dan de groep die regelmatig de auto of fiets gebruikt. Het aandeel van de verplaatsingen met het openbaar vervoer in het totale woon-werkverkeer nam zelfs opnieuw licht toe ten opzichte van het jaar voordien. Dat blijkt uit cijfers van HR-dienstengroep Acerta.
Openbaar vervoer blijft populairst bij pendelaars in Brussel, ondanks corona
Wie in 2020 toch naar kantoor ging, deed dat in Brussel in haast een op de twee gevallen (47,3 procent) met het openbaar vervoer, blijkt uit de vijfde editie van de jaarlijkse mobiliteitsbarometer van hr-dienstenbedrijf Acerta bij 40.000 (privé)bedrijven. Voor de specifiek Brusselse cijfers keek Acerta naar bedrijven die in Brussel gevestigd zijn, met werknemers uit de drie gewesten dus.
44 procent van de verplaatsingen gebeurde met de auto. 15 procent van de werknemers van Brusselse bedrijven gebruikt (deels) de fiets voor woon-werkverkeer, dat is ruim de helft minder dan op nationaal niveau.
Openbaar vervoer
Op nationaal vlak kreeg het openbaar vervoer door de coronacrisis een tik: 8,1 procent van de Belgische werknemers uit de private sector gebruikte in 2020 af en toe trein, tram en/of bus; 6 procent doet dat altijd. Dat is allebei een daling tegenover vorig jaar.
In Brussel daarentegen gebruikte in 2020 dus ruim 47 procent van de werknemers regelmatig het openbaar vervoer om naar het werk te gaan. Dat is zelfs een lichte stijging tegenover het jaar voordien. 42,7 procent doet het volledige traject altijd met de bus, trein, tram of metro.
Niko Smeets, mobiliteitsexpert bij Acerta Consult, nuanceert: “Dit illustreert dat het gemiddelde heel wat verschillen verbergt. In een (groot)stedelijke omgeving werkt het openbaar vervoer wel, terwijl het daarbuiten een minderheid bereikt."
"Door de pandemie en de afstandsregels zullen ook in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest ook wel mensen zijn overgestapt op andere manieren om zich te verplaatsen en nogal wat regelmatige gebruikers zullen van thuis hebben gewerkt. Abonnementen voor openbaar vervoer worden dikwijls voor een heel jaar aangeschaft, ongetwijfeld zullen die in 2020 veel minder gebruikt zijn dan andere jaren.”
Fiets
Ieder jaar ontdekken steeds meer werknemers de voordelen van de fiets om naar het werk te pendelen. In 2020 maakte de tweewieler, mede dankzij corona, nationaal een enorme sprong voorwaarts met 33,3 procent van de woon-werkverplaatsingen, bijna een derde meer dan in 2019.
Ook in Brussel steeg het aantal gebruikers, maar veel beperkter: van 13 procent in 2019 naar 15,1 procent in 2020. Een op tien kiest elke dag voor het rijwiel. (Lees verder onder de grafiek)
“De fiets is een flexibel, milieuvriendelijk vervoermiddel en dankzij de e-bikes kunnen werknemers ondertussen ook grotere pendelafstanden aan", zegt Niko Smeets. "Een deel van de populariteit kan ook te verklaren zijn doordat overheden de afgelopen jaren letterlijk en figuurlijk de baan vrijgemaakt hebben voor de fiets, waarbij fietssnelwegen en betere fietspaden het fietscomfort vergroot hebben.”
Langetermijntrends
Wie de cijfers uit het eerste mobiliteitsonderzoek in 2016 vergelijkt met die van 2020, ziet dat de trend in Brussel al vijf jaar dezelfde richting uitgaat: steeds minder woon-werkverplaatsingen met de wagen (-12 procent), en meer met de fiets (+6 procent) en het openbaar vervoer (+ 10 procent).
Omdat reizigers soms ook combinaties maken tussen verschillende vervoersmodi, komt het totaal uit boven de 100 procent. Zo kiezen werknemers voor de combinatie auto en fiets, of voor de fiets in combinatie met het openbaar vervoer.
Lees meer over: Brussel , Mobiliteit , openbaar vervoer , Acerta , mobiliteitsbarometer , Fiets , fietsen , auto
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.