De jongste tijd horen we geluiden dat China op een definitief keerpunt zou staan, en dat ook de laatste pijlers van het communistische regime er zullen wegvallen. Het eindpunt van een proces dat in gang werd gezet door de helmboswuivende Engelse popgroep Wham!
Artists in residence: Wham! in Peking
Omdat onwaarschijnlijke dingen soms toch gebeuren, stootten we onlangs, via een populaire internetsite met allemaal filmpjes, op de documentaire Foreign Skies uit 1986. In dat document wordt de ontmoeting vastgelegd tussen een Westers duo met buitenmaatse kapsels en een massa Chinezen met buitenmaatse kepies. Die ontmoeting is deze maand precies dertig jaar geleden en was bijzonder omdat het duo – bekend onder de roepnaam Wham! – een popgroep was. Zulks had men op dat moment in China nog nooit gezien.
Overhaalchinees
George Michael en Andrew Ridgeley – twee Britten waarvan de laatstgenoemde uiteindelijk toch geen homo bleek te zijn – hadden in 1985 al twee platen uit waarop behoorlijk wat hits stonden, toen ze aan hun manager lieten weten dat ze klaar waren om echt helemaal wereldberoemd te worden. Maar daar was een snelle volledige doorbraak in Amerika voor nodig, en dat zag hun manager Simon Napier-Bell nog niet in een, twee, drie gebeuren. Hij counterde de vraag met het idee om Wham! als eerste popgroep ooit in het communistische China te laten optreden. Zijn young guns waren meteen akkoord, maar om vervolgens ook de Chinese autoriteiten te overhalen waren er vijftien maanden nodig. Die hadden ondanks een aanstekelijke meezinger als Wake me up before you go-go immers nog altijd geen boodschap aan Westerse popcultuur. In het boek I’m Coming To Take You To Lunch dat hij schreef over de hele onderneming, doet de manager uit de doeken hoeveel moeite het hem kostte om na een eindeloze reeks telefoongesprekken en lunches met het ganse partijapparaat in Peking groen licht te krijgen. Het argument dat een teken van openheid de Chinezen buitenlandse investeringen zou kunnen opleveren zou geholpen hebben. Over steekpenningen heeft Napier-Bell het niet.
Het resultaat mocht er in ieder geval zijn. 15.000 Chinezen kwamen in Peking naar de show van George en Andy en hun legendarische achtergrondzangeresjes Pepsi en Shirley kijken. Naar later bleek mocht de muziek er wel niet te hard staan, wilden de toeschouwers maar niet netjes meeklappen op het ritme, werd hen door de politie ook ontraden te dansen, en leefden ze ook in de overtuiging dat de vele Westerse perscamera’s die op hen gericht stonden om hun onvoorspelbare reacties te filmen eigenlijk spionagecamera’s waren van de Partij.
Censuur
Bij die camera’s was ook die van Lindsay Anderson, een gerespecteerd, Oscarwinnend regisseur die door de entourage van Wham! was gevraagd om de trip naar het Oosten vast te leggen. Ironisch genoeg werd Anderson het slachtoffer van Westerse censuur, omdat hij tussen de beelden van gescripte persconferenties, bezoekjes aan de Chinese muur, en het gedisciplineerde fietsverkeer in Peking door, ook de verveling van een popgroep-op-reis had willen stoppen. Dat zou baanbrekend geweest zijn, want die minder glamoureuze kant van de showbusiness was tot dan toe even onderbelicht gebleven als het feit dat er ook wel eens een homo in opdraafde. Beide factoren zouden George Michael een jaar later zelfs een depressie en ons de split van Wham! kosten. De herwerkte documentaire Foreign skies werd uiteindelijk in Wembley getoond op het afscheidsconcert van de groep, die inmiddels wel wereldberoemd was geworden omdat de historische tour de Chine ook in Amerika dagelijks door alle nieuwsmedia was gevolgd.
Artists in residence
Lees meer over: Cultuurnieuws , Artists in residence
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.