Laptopia: Centraal Station

Michaël Bellon
© Brussel Deze Week
26/02/2016

Als architecten maquettes of simulaties maken, dan horen daar miniatuurmensjes in. Het moment dat die poppetjes erin gepleurd worden zal wel een banaal kwartiertje in de lange ontwerpfase zijn, maar toch ook een opwindend: het idee komt dan voor het eerst even tot leven. En daar hoort dan soms wat blufpoker bij.

Bij sommige maquettes weet je: in en om het gerealiseerde gebouw zal er nooit zoveel begankenis zijn als de vooraf ingehuurde miniatuurmensjes moeten suggereren. Maar met ontwerptekeningen van Maxime Brunfaut voor het Centraal Station was het wellicht omgekeerd: hij zou altijd poppetjes tekort zijn gekomen om de massa’s in zijn station waarheidsgetrouw weer te geven.

Brunfaut, die middels een medaillonportret nog altijd zijn stationshal gadeslaat, kan ook niet anders dan tevreden zijn over de manier waarop zijn bouwwerk vandaag smaakvol is gerenoveerd. Het lichte marmer glanst, de cassettes in het plafond voorzien tegelijk in zon- en neonlicht, er is plaats genoeg voor iedereen, de ruimte heeft de aangename akoestiek die alleen in stationshallen hangt.

Ondertussen stromen de reizigers op en af de brede Pantserkruiser Potemkintrap, onder het al even sociaal-realistische monument voor de spoorwegmannen die tijdens de Wereldoorlogen zijn gevallen. Op dit uur van de dag komt er voor iedereen die Brussel verlaat ook weer iemand bij. Allemaal dragen ze wel een tas of een koffer. Die met wieltjes bollen erg lekker op de gladde tegels. Eén jongen draagt gezwind een fors muziekinstrument op de rug, terwijl een oud dametje heel voorzichtig de trapleuning omklemt. Sommige reizigers wachten in groep, anderen staan heel lang alleen aan een pilaar te wachten, met oortjes in hun oortjes.

Hollende of huppelende laatkomers zijn zeldzaam. Zowat iedereen is op tijd, heeft marge genomen, weet al welke kant hij of zij uitmoet om op het juiste moment op het juiste perron te belanden. Op het enorme bord met de dienstregeling in gele cijfers en letters staat overigens maar één trein in het rood met vertraging genoteerd.

Niet dat iemand er van opkijkt, maar het heeft iets zeer comfortabels dat alles en iedereen hier gesmeerd zijn gangetje gaat. De choreografie van aankomende, rondkijkende, wachtende en doorlopende mensen is in ieder geval in niets te vergelijken met de hectiek die in het autoverkeer heerst. Brussel Centraal is ouderwets modern. Naast de trap kan je wel een verhoogd smartphone- en Starbucksverbruik vaststellen, maar voor de rest blijft de consumptie binnen de perken.

De strak vormgegeven analoge klokken aan drie zijden van de stationshal tikken nog net zoals in de tijd van Brunfaut. Charmant is ook de man met hoed die weigert te erkennen dat polshorloges achterhaald zijn. Hij negeert de stationsklokken en stemt pols- en ooghoogte op elkaar af om zo poolshoogte nemen. Daarvoor heft hij zelfs in een ludieke fitnessbeweging zijn boekentasje mee op.

Heel het station functioneert overigens als het binnenwerk van een reusachtige klok. Bij de eeuwige regelmaat van dat raderwerk horen dezelfde weerkerende geluiden. Ondergronds die van de zware treinstellen die komen binnengerold, een paar meter boven de grond de omroepstem die het inkomend en uitgaand verkeer begeleidt. Ook die klinkt nog even warm, kalm en galmend als vroeger. Al verraadt de verknipte intonatie dat het om een vooraf opgenomen stem gaat. Die had men in de tijd van Brunfaut nog niet. Evenmin als de digitale reclamepanelen van Clear Channel die een zelfde soort virtuele aanwezigheid creëren als de verknipte omroepstemmen. Eén paneel heeft last van een Runtime Error!, een ander meent mij te kunnen helpen in mijn hang naar bier (Jupiler), vrouwen (Axe) en voetbal (Proximus). Op een derde gebruikt H&M de technologie die reclameaffiches dynamisch maakt om David Beckham en een aangeklede hond nagenoeg onbeweeglijk naar ons te laten staren. Het enige dat eigenlijk beweegt zijn de wenkbrauwen van Becks, waarin hij dezelfde curve blijkt te kunnen leggen als vroeger in zijn voorzetten en vrije trappen. Na de miniatuurmensjes hebben ook de robotmensjes hun intrede gedaan in onze openbare ruimte. Iets om voortaan rekening mee te houden bij het ontwerpen van maquettes en simulaties.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws , Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni