Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. Deze week bezocht hij de Citroëngarage aan het IJzerplein.

IJZERPLEIN 7, ZONDAG 20 SEPTEMBER, 12 UUR

Een Open Monumentendag doet wat met de mensen. Zij gaan dan netjes in een lange rij staan voor gebouwen die ze anders brommend voorbijlopen, om er zich vervolgens als leergierige toeristen in te laten rondleiden, opgesplitst in taalgroepen, foldertjes meegraaiend, snel tevreden met de weetjes die hen worden toegeworpen. Tijdens de afgelopen editie bleek de Citroëngarage op het Oudijzerplein een van de populaire reisbestemmingen. Ook ik genoot er van een goede organisatie en een fijne rondleiding, waarna ik samen met de medereizigers de zaken nog even mocht overdenken in de immense herstellingsateliers en opslagplaatsen. Daar waren de ruïnes te bewonderen van een tentoonstelling waarin ULB-studenten tijdens de zomer hun ideeën voor de herbestemming van deze trending site hadden geëxpliciteerd in manifesten en vormgegeven in maquettes.

Citroën is een levend museum voor industriële archeologie. In de bekende toonzaal beneden staan de krasbestendige metaalkleuren van de Happy Cars nog in een natuurlijk biotoop. Geestiger is dat ook op de hogere verdiepingen – waarin al decennialang geen emmer verf meer geïnvesteerd is – ook nog glimmende carrosserieën staan te wachten tussen beroete bakstenen, verroest staal en afbrokkelend beton. En in de uitgestrekte ateliers en opslagruimtes is de situatie niet anders. Onder het lichte, glazen doorzondak, dat omhoog wordt gehouden door een afbladderende stalen meccanogebinte, schuilt een bedorven pretpark van lege zekeringkasten, irrelevant geworden dienstmededelingen, bestofte buizenstelsels, hyperventilatieluiken en losgerukte staalplaten. Die laatste zijn nog geschilderd in de geel-blauwe huiskleuren die Citroën al in de jaren 1980 inruilde voor het commerciëlere rood-wit. Ondanks de lichtinval verwijst de sinistere, kafkaiaanse scenografie zo duidelijk naar een monumentaal verleden, dat de blusapparaten wel sciencefiction lijken. Dat in dit Jurassic Park van de automobielindustrie nog altijd zeventig mensen werken is eigenlijk ongelooflijk.

Minder moeilijk te begrijpen is dat precies dat verleden de dagjestoeristen, de politici en de stadsplanners zo tot de verbeelding spreekt. Kijk naar die lange aërodynamische gevel langs het kanaal, en bedenk hoe daarachter ooit een goed geoliede machine draaide, geconcipieerd door de visionair André Citroën. Als telg van Nederlandse handelaren in citrusvruchten, die achternamen als Limoenman en Citroen hadden aangenomen, was de Franse industrieel duidelijk erfelijk belast. Maar zijn verfransing bezorgde hem eerst dat bevrijdende trema op de ‘e’, en vervolgens de verlichte ideeën om niet alleen tal van technologische innovaties te introduceren, maar ook oog te hebben voor maatschappelijke kwesties als openbaar vervoer met bussen of zwangerschapsverlof.

Citroën Brussel was nooit een assemblagefabriek, maar beschikte behalve over een garage, een tankstation, een carwash, en een restaurant tenslotte ook over die majestueuze toonzaal van architect Marcel Van Goethem - een 25 meter hoge creatie van glas die toen nog geen tussenverdiepen kende. Duitse rupsbanden hebben de oorspronkelijke marmervloer vernield, maar oude foto’s legitimeren de vergelijking met een gotische kathedraal.

Helaas moet onder de oppervlakte (van 15.000 vierkante meter) en voorbij de nostalgie naar de esthetiek van de jaren 1930, het besef rijpen dat de Citroën-site vandaag een lege huls is. De citroen is uitgeperst. De toonzaal is een energievretend luchtkasteel dat je zelfs met gebakken lucht niet gestookt krijgt. Het plan om de Citroën Picasso’s erin te vervangen door echte Picasso’s en er een museum voor Moderne Kunst onder te brengen is compleet willekeurig, want met dit uitgewoond skelet kan je tegelijk niets en alles aanvangen. Ik wil er mijn geblutste Citroën C3 op verwedden dat dit een geval van façadisme wordt.

WAT KUNNEN WE DAARAAN DOEN? Voorlopig niets. We zitten nu in de leukste fase van dromen hoe het vroeger was en hoe het in de toekomst zou kunnen zijn. Straks besluiten duistere wetten en praktische bezwaren dan wel tot iets anders.

Laptopia

Elke week scant Michaël Bellon met zijn laptop een plek in Brussel die tot de verbeelding spreekt, en geeft hij aan wat er eventueel nog aan kan verbeteren. 

Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.

Lees meer over: Cultuurnieuws , Laptopia

Lees ook

Iets gezien in de stad? Meld het aan onze redactie

Site by wieni