De toepassing van het nieuwe Vlaamse inschrijvingsdecreet wordt uitgesteld. Voor het Brussels Nederlandstalig onderwijs betekent dat dat de voorrang voor Nederlandstaligen voorlopig beperkt blijft tot 55 procent. En in het secundair behouden de kansarme GOK-leerlingen nog even hun voorrang.
Extra voorrangsregels Nederlandstalig onderwijs nog jaartje in de koelkast
De nieuwe Vlaamse minister van Onderwijs Ben Weyts (N-VA) liet bij de start van de herfstvakantie weten dat hij de inwerkingtreding van het nieuwe Vlaamse inschrijvingsdecreet uitstelt. Volgens Weyts is het nieuwe systeem ‘technisch nog niet uitvoerbaar’. “Het bleek praktisch niet haalbaar om snel een nieuw algoritme voor de inschrijvingsregels te ontwikkelen, daarom hebben we aangedrongen op uitstel,” verduidelijkt Petrus Van den Cruyce, voorzitter van het Lokaal Overlegplatform (LOP) secundair in Brussel.
Het gevolg is dat de oude regels voorlopig van kracht blijven. Van den Cruyce: “De inschrijving voor het schooljaar 2020-2021 zal dus volgens exact dezelfde procedure verlopen als die voor het huidige schooljaar.”
Moeizaam compromis
Het nieuwe Vlaamse inschrijvingsdecreet heeft ondertussen al een lange en hobbelige voorgeschiedenis. In september 2018 bereikten de Vlaamse meerderheidspartijen een moeizaam compromis over een nieuw decreet, dat een einde moest maken aan het beeld van kamperende ouders voor de schoolpoorten.
Het decreet bepaalt dat overbevraagde scholen verplicht zijn om gebruik te maken van een digitaal aanmeldingssysteem met loting, vergelijkbaar met dat waarmee in Brussel al wordt gewerkt.
Sociale mix
Ook schaft het decreet de zogenoemde dubbele contingentering af, weliswaar alleen voor het secundair. Om de sociale mix te garanderen werken scholen nu met twee contingenten: kansrijke en kansarme leerlingen. Die laatste groep bestaat uit leerlingen van wie de moeder geen diploma middelbaar onderwijs heeft of van wie het gezin een schooltoelage ontvangt. In Brussel wordt gewerkt met een 75-25-procent verhouding. Dat systeem zal dus verdwijnen.
Maar scholen krijgen wel de mogelijkheid om twintig procent van de vrije plekken te reserveren voor ondervertegenwoordigde groepen. Toch hadden verschillende LOP’s en ook het gemeenschapsonderwijs kritiek. Volgens hen remt de afschaffing van de contingenten de sociale mix in de scholen.
De Franstaligen vonden dat er door het uitbreiden van de voorrang voor Nederlandstaligen te veel druk op het Franstalig onderwijs kwam te liggen
Om Nederlandstaligen in Brussel meer kans te geven op een school van hun voorkeur trekt het decreet de voorrang op van 55 naar 65 procent. In het secundair komt daar nog eens een extra voorrang van vijftien procent bij voor leerlingen die al negen jaar schoolliepen in het Nederlandstalig onderwijs.
Die bepalingen waren de aanleiding voor de Franse Gemeenschapscommissie (Cocof) om een belangenconflict in te roepen tegen het decreet. De Franstaligen vonden dat er door het uitbreiden van de voorrang voor Nederlandstaligen te veel druk op het Franstalig onderwijs kwam te liggen. Door het belangenconflict stond het decreet maandenlang ‘on hold’ en werd de geplande start - het schooljaar 2019-2020 - niet gehaald.
Nieuw regeerakkoord
Uiteindelijk werd het decreet pas eind april 2019 definitief gestemd door het Vlaams Parlement. De bedoeling was om het toe te passen voor de inschrijvingen 2020-2021.
Nu is er dus opnieuw uitstel. Dat is overigens niet uitsluitend te wijten aan technische problemen. Weyts wil tegen 2021 met een update van het inschrijvingsdecreet komen, aangepast aan het nieuwe Vlaamse regeerakkoord. Daarin staat dat de dubbele contingentering ook in het basisonderwijs op de schop moet, een wens van N-VA. Het aangepaste decreet zou dan in werking treden voor de inschrijvingen voor het schooljaar 2021-2022.
Lees meer over: Onderwijs , dubbele contingentering , Ben Weyts , lokaal overlegplatform
Fijn dat je wil reageren. Wie reageert, gaat akkoord met onze huisregels. Hoe reageren via Disqus? Een woordje uitleg.